Minister Van Gennip deelt plannen voor toekomstbestendige arbeidsmarkt

Het kabinet wil samen met ondernemers, werkgevers en werkenden toewerken naar een toekomstbestendige arbeidsmarkt. Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stuurt daarom vandaag de hoofdlijnenbrief Arbeidsmarkt naar de Tweede Kamer. 

Deze brief beschrijft de koers die is ingezet naar die toekomstbestendige arbeidsmarkt. Ook staan in deze brief de stappen die genomen worden om werkenden meer zekerheid te geven binnen wendbare ondernemingen. Ook staan in de brief stappen en maatregelen die zorgen voor een gelijker speelveld tussen werknemers en zelfstandigen, met meer duidelijkheid over de vraag wanneer er gewerkt wordt als werknemer of zelfstandige.

De werking van de arbeidsmarkt is belangrijk voor mensen individueel, maar de arbeidsmarkt is ook een belangrijke draaischijf voor de samenleving als geheel. Een arbeidsmarkt die een positieve bijdrage aan de samenleving levert, is echter geen vanzelfsprekendheid meer. In veel gevallen is investeren in kwalitatief goed werk en mensen buiten beeld geraakt. Teveel mensen komen in de knel, zijn onzeker over hun inkomen of dragen individueel meer risico’s, bijvoorbeeld als ze niet verzekerd zijn voor ziekte. Belangrijke adviezen zoals die van de commissie Borstlap, Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en het SER midden en langetermijnadvies hebben hier de afgelopen tijd op gewezen. Ook geven deze adviezen aan dat naast trends als vergrijzing en globalisering, beleidskeuzes en regels een oorzaak van de problemen op de arbeidsmarkt zijn. Verder stellen ze dat een oplossing alleen te vinden is een holistische arbeidsmarktaanpak. 

Minister Van Gennip stelt vast dat de genoemde problemen niet vanzelf opgelost worden, ze vragen interventies van, en normering door, de overheid. Samen met werkenden, werkgevers en ondernemers werkt het kabinet daarom langs 5 thema’s aan een toekomstbestendige arbeidsmarkt:

  • Het aangaan van duurzame arbeidsrelaties stimuleren binnen wendbare ondernemingen en het beter reguleren van tijdelijke contracten en driehoeksrelaties.
  • Een gelijker speelveld tussen werknemer en zelfstandige, meer duidelijke en opeisbare regels en handhaving .
  • Altijd uitzicht op nieuw werk (via leven lang ontwikkelen en een goede arbeidsmarktinfrastructuur).
  • Aanpassingen in de arbeidsongeschiktheidswetgeving (WIA).
  • Meedoen aan de basis van de arbeidsmarkt.

De komende maanden zullen de verschillende deelonderwerpen verder worden uitgewerkt. In de brief hoofdlijnenarbeidsmarkt worden met name de eerste 2 thema’s verder uiteengezet .

Duurzame arbeidsrelaties

Om meer zekerheid te bieden aan werknemers met flexibele contracten stelt het kabinet dat structureel werk in principe wordt georganiseerd op basis van arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd, in lijn met het uitgangspunt van de SER. Dit is ook om tot meer duurzame arbeidsrelaties te komen. Daarom worden de volgende vier maatregelen uitgewerkt:

  • Oproepcontracten en min-max-contracten gaan in hun huidige vorm verdwijnen en worden vervangen door basiscontracten, zodat er meer werkzekerheid en roosterzekerheid komt.
  • Uitzendcontracten worden verder gereguleerd zodat de positie van uitzendkrachten wordt verbeterd. Ook moet er tenminste sprake zijn van gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden ten opzichte van de werknemers die direct in dienst zijn.
  • Opeenvolgende tijdelijke contracten (draaideurflex) worden tegengegaan door de pauze in de keten te schrappen. Een aparte regeling voor seizoenswerk wordt onderzocht.
  • Een arbeidscommissie om de toegang tot het recht te verbeteren, dit is een uitwerking van de commissie Roemer.

Wendbare ondernemingen

Ook in de toekomst hebben ondernemers manieren nodig om, om te gaan met fluctuaties en innovaties. Daarbij is van belang dat deze wendbaarheid niet vanzelfsprekend ten koste gaat van de zekerheid van werknemers. Het kabinet werkt daarom met de sociale partners maatregelen uit die duurzame arbeidsrelaties en wendbaarheid van ondernemingen samen op laten gaan. Deze maatregelen zijn complex; begin 2023 zullen de volgende maatregelen of alternatieven verder zijn uitgewerkt om het aangaan van duurzame arbeidsrelaties aantrekkelijker te maken.

  • Het bevorderen dat werknemers van werk-naar-werk worden begeleid na beëindiging van het arbeidscontract.
  • Deeltijd-WW.
  • Het verbeteren van de regeling rondom loondoorbetaling bij ziekte door in het tweede jaar in te zetten op terugkeer bij een andere werkgever.

Gelijk speelveld tussen contractvormen en duidelijker regels

Zelfstandig ondernemers leveren een belangrijke bijdrage aan Nederland. Ook kan het werken als zelfstandige het werkgeluk vergroten. Maar er zitten ook negatieve kanten aan de forse groei van het aantal zzp’ers, bijvoorbeeld waar het gaat om gedwongen zzp-schap en schijnzelfstandigheid. Het kabinet wil een adequaat beschermingsniveau voor alle werkenden, oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden tegengaan, zorgen voor de solidariteit binnen de sociale zekerheid en het fiscale stelsel en de wet- en regelgeving verbeteren zodat er meer duidelijkheid komt over contractvormen. Deze kabinetsperiode wordt daarom:

  • Ingezet op een gelijker speelveld tussen contractvormen. Onder meer door de komst van een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen, mogelijkheden pensioen op te bouwen voor zelfstandigen en beperking van de zelfstandigenaftrek.
  • Daar horen ook mogelijkheden bij om collectief te onderhandelen en een steviger plek in de SER voor zzp’ers.
  • Meer duidelijkheid geboden over de vraag wanneer werk gedaan moet worden door een werknemer of verricht mag worden door een zelfstandige. Met name het begrip ‘gezag’ zal verduidelijkt worden; ook komt er een zogenaamd rechtsvermoeden. Dat betekent dat de werkgever voortaan bewijs moet leveren dat er geen sprake is van een dienstverband. In plaats van dat de werkende moet aantonen dat er sprake is van een dienstverband.
  • Het toezicht en de handhaving op schijnzelfstandigheid verbeterd, waarbij het handhavingsmoratorium uiterlijk 1 januari 2025 wordt afgeschaft.