Interbestuurlijk toezicht

Het interbestuurlijk toezicht, het toezicht tussen bestuurslagen (gemeenten, provincies en Rijk), is vereenvoudigd. Hiervoor is de Wet Revitalisering Generiek Toezicht ingevoerd.

Eenvoudiger en transparanter

In het verleden zijn veel instrumenten voor interbestuurlijk toezicht ontstaan. Dit maakte het complex en bureaucratisch. Sinds 1 oktober 2012 maakt de Wet Revitalisering Generiek Toezicht (wet RGT) een eind aan het merendeel van de specifieke toezichtbepalingen. Hierdoor is het toezicht eenvoudiger en transparanter geworden.

Uitgangspunt van de wet RGT is vertrouwen; het vertrouwen dat een bestuurslaag zijn taken goed uitoefent. En dat de horizontale verantwoording - van gemeentebestuur aan gemeenteraad en van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten - op orde is. Daardoor kan het toezicht sober en terughoudend worden uitgevoerd. Verder geldt het uitgangspunt ‘eenmalige uitvraag, meervoudig gebruik’: gemeenten en provincies hoeven voortaan hun verantwoordingsinformatie dus nog maar één keer aan te leveren. Dit betekent voor vakdepartementen en rijksinspecties een verandering in rol en werkwijze.

Interbestuurlijk toezicht op gemeenten

Gemeenten hebben te maken met een toezichthouder per beleidsdomein. De provincie is de toezichthouder voor onder meer: ruimtelijke ordening, bouwen, milieu, huisvesting, monumenten en constructieve veiligheid van bouwwerken.

Het Rijk blijft toezichthouder voor de gemeenten op die terreinen, waar provincies geen taak en expertise hebben. Dit geldt bijvoorbeeld voor het sociaal domein. 

Interbestuurlijk toezicht op provincies

Het Rijk blijft toezichthouder op provincies, als het gaat om provinciale medebewindstaken. 

Ingrijpen door de toezichthouder

Het interbestuurlijk toezicht is alleen gericht op de uitvoering van wettelijke medebewindstaken. Het is niet bedoeld om kwaliteit van de taakuitvoering te verbeteren. Ingrijpen gebeurt alleen als wettelijk vastgelegde medebewindstaken niet (juist) worden uitgevoerd. Of als besluiten in strijd zijn met het algemeen belang of het recht. Dan kan de toezichthouder gebruikmaken van deze instrumenten:

  • Schorsing en vernietiging: als gemeenten of provincies besluiten nemen die in strijd zijn met het recht of het algemeen belang, kan de Kroon deze besluiten schorsen en/of vernietigen. Dit gebeurt bij Koninklijk Besluit. 

Om te bepalen of tot ingrijpen wordt overgegaan, doorloopt de toezichthouder een ‘interventieladder’. Deze bestaat uit 6 stappen: van signaleren tot en met het definitief toepassen van het instrument.

Specifiek toezicht afgeschaft

Het specifieke toezicht is zoveel mogelijk afgeschaft, met uitzondering van:

  • uitvoeringsvervlechting: als de toezichthouder een wettelijke operationele verantwoordelijkheid heeft, waarbij deze voor de uitvoering volledig afhankelijk is decentrale overheden, zoals bij de Veiligheidsregio’s;
  • functioneel bestuur: de provincie moet de taakvervulling van waterschappen (functioneel bestuur) inpassen in haar algemeen beleid. Daarom blijft het specifieke toezicht op waterschappen bestaan.

Prestaties van gemeenten online voor verantwoording

Om te kunnen beoordelen of gemeenten aan de wettelijke vereisten voldoen, hebben toezichthouders informatie nodig. Zij kunnen hiervoor onder andere gebruikmaken van de website Waarstaatjegemeente.nl. Deze site bevat prestatie-indicatoren voor de horizontale verantwoording. Deze indicatoren geven informatie over de prestaties van gemeenten bij de uitvoering van hun wettelijke medebewindstaken. De interbestuurlijke toezichthouder dient zoveel mogelijk van deze informatie gebruik te maken. Het uitgangspunt is: eenmalige uitvraag, meervoudig gebruik.