(Voortgezet) speciaal onderwijs

Het (voortgezet) speciaal onderwijs is er voor leerlingen die specialistische ondersteuning nodig hebben, die het regulier onderwijs niet kan bieden. Er is speciaal onderwijs (so) en voortgezet speciaal onderwijs (vso). 

Clusters in het (voortgezet) speciaal onderwijs

Het (voortgezet) speciaal onderwijs bestaat uit 4 clusters:

  • Cluster 1: blinde, slechtziende leerlingen;
  • Cluster 2: dove, slechthorende leerlingen of met een taal-spraakontwikkelingsstoornis;
  • Cluster 3: lichamelijk gehandicapte en/of verstandelijk gehandicapte en langdurig zieke leerlingen (somatisch);
  • Cluster 4: kinderen met psychische stoornissen en gedragsproblemen.

Cluster 3 en 4 scholen zijn onderdeel van de samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Cluster 1 en 2 zijn landelijk georganiseerd.

Toelating tot het (voortgezet) speciaal onderwijs

Scholen maken binnen het samenwerkingsverband afspraken over welke leerlingen ze doorverwijzen naar het so of vso. Voor deze leerlingen geeft het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring (tlv) af. De verklaring geeft recht op een plek in het (voortgezet) speciaal onderwijs.

Bij cluster 1 en cluster 2 bepaalt de instelling of het kind in aanmerking komt voor een plek.

Voortgezet speciaal onderwijs (vso)

Leerlingen kunnen op het vso blijven tot en met het schooljaar waarin ze 20 jaar worden. Die periode kan iets langer zijn als daarmee de kans op een diploma of passende plek op de banenmarkt groter wordt. Daarvoor moet de Inspectie van het Onderwijs toestemming geven.

Uitstroomprofielen vso

Er zijn drie uitstroomprofielen in het vso:

  • vervolgonderwijs (vmbo, havo, vwo);
  • arbeidsmarktgericht;
  • dagbesteding.

Ontwikkelingsperspectief leerlingen so en vso

Scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs moeten een ontwikkelingsperspectief voor leerlingen vaststellen. In dit plan staat in het speciaal onderwijs de verwachte uitstroombestemming van de leerling: type vo of uitstroomprofiel vso en in het vso de verwachte uitstroombestemming (dagbesteding, arbeidsmarktgericht of vervolgonderwijs).

De school stelt het ontwikkelingsperspectief vast met de ouders. De school evalueert het ontwikkelingsperspectief jaarlijks met de ouders en stelt het zo nodig bij. Als ouders het niet met het ontwikkelingsperspectief eens zijn, kunnen zij terecht bij de geschillencommissie passend onderwijs.

Kerndoelen in het speciaal onderwijs

De Rijksoverheid heeft kerndoelen opgesteld. Deze zijn voor:

  • speciaal onderwijs;
  • zeer moeilijk lerende leerlingen (zml) en meervoudig gehandicapte leerlingen (mg) in het so;
  • voortgezet onderwijs (vso), uitstroomprofielen arbeidsmarktgericht en dagbesteding. Voor de leerlingen in het uitstroomprofiel vervolgonderwijs gelden de kerndoelen onderbouw vo.

In de kerndoelen voor speciaal onderwijs en in de kerndoelen voor zml en mg so staat wat de school aan onderwijs moet bieden.