Hoe zit het vmbo in elkaar?

Het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) duurt 4 jaar en heeft 4 leerwegen. Die verschillen van elkaar in niveau en hoeveelheid beroepsgericht en theoretisch onderwijs. Het vmbo maakt leerlingen klaar voor een opleiding in het mbo. Soms stromen leerlingen na het vmbo door naar de havo.

Leerwegen vmbo

Een vmbo-leerling kiest uiterlijk aan het eind van het 2e schooljaar een leerweg. Leerlingen kiezen de leerweg die het beste bij hen past. Er zijn 4 leerwegen in het vmbo:

  • Theoretische leerweg (vmbo-t):
    Leerlingen volgen over het algemeen alleen algemeen vormende (avo-) vakken.
  • Gemengde leerweg:
    Leerlingen volgen over het algemeen 1 avo-vak minder. In plaats daarvan krijgen ze 4 uur beroepsgericht onderwijs. De avo-vakken zijn van hetzelfde niveau als in de theoretische leerweg.
  • Kaderberoepsgerichte leerweg (vmbo kader):
    Leerlingen volgen avo-vakken en beroepsgerichte vakken. Ongeveer de helft van de schoolweek (zo’n 12 uur) bestaat uit beroepsgericht onderwijs. 
  • Basisberoepsgerichte leerweg (vmbo basis):
    Leerlingen volgen avo-vakken en beroepsgerichte vakken. Ongeveer de helft van de schoolweek (zo’n 12 uur) bestaat uit beroepsgericht onderwijs. 

Kerndoelen onderbouw vmbo

In de onderbouw (klas 1 en 2) van het vmbo volgen leerlingen onderwijs in de volgende vakken of leergebieden:

  • Nederlands;
  • Engels;
  • rekenen en wiskunde;
  • mens en natuur;
  • mens en maatschappij;
  • kunst en cultuur;
  • bewegen en sport;
  • 2e vreemde taal (alleen niet in de basisberoepsgerichte leerweg);
  • in Friesland: Friese taal en cultuur.

De leergebieden besteden ook aandacht aan onderdelen van:

  • geschiedenis en staatsinrichting;
  • aardrijkskunde;
  • economie;
  • natuur- en scheikunde;
  • biologie;
  • verzorging;
  • informatiekunde;
  • techniek;
  • beeldende vorming, muziek, drama en dans.

Verplichte vakken bovenbouw vmbo

In de bovenbouw (klas 3 en 4) van het vmbo volgen leerlingen de volgende verplichte vakken:

  • Nederlands;
  • Engels;
  • maatschappijleer;
  • lichamelijke opvoeding;
  • Kunstvakken inclusief ckv.

Profielen vmbo

Leerlingen in het vmbo kiezen uiterlijk aan het eind van het 2e leerjaar voor een profiel. In de basisberoepsgerichte, de kaderberoepsgerichte en de gemengde leerweg zijn er 10 profielen:

  • Bouwen, wonen en interieur;
  • Produceren, installeren en energie;
  • Mobiliteit en transport;
  • Media, vormgeving en ICT;
  • Maritiem en techniek;
  • Zorg en welzijn;
  • Economie en ondernemen;
  • Horeca, bakkerij en recreatie;
  • Groen;
  • Dienstverlening en producten.

In de theoretische leerweg zijn er 4 profielen:

  • Techniek;
  • Zorg en welzijn;
  • Economie;
  • Landbouw (Groen).

Extra ondersteuning leerlingen

Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, is er leerwegondersteunend onderwijs (lwoo). De leerlingen krijgen dan extra aandacht, bijvoorbeeld omdat ze in kleinere klassen zitten. Of omdat ze extra begeleiding krijgen.

Doorstroom naar havo

Sommige leerlingen kiezen ervoor om door te stromen naar de havo. De doorstroom van het vmbo naar de havo wordt makkelijker. Wie na het vmbo wil doorstromen naar de havo moet voldoen aan de eisen van toelating van de school. Informeer hierover bij de gekozen havo-school.

Overstap naar mbo

Na het vmbo gaan veel leerlingen naar het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) om een beroep te leren. Leerlingen die naar het mbo willen moeten zich uiterlijk 1 april aanmelden bij de mbo-opleiding. Dan hebben ze recht op een studiekeuzeadvies. En op toelating tot de opleiding van hun keuze als ze aan de eisen voldoen.

Voor sommige leerlingen helpt het om vroeg kennis te maken met het mbo en de praktijk van hun gekozen beroep. Daarom kunnen vmbo- en mbo-scholen samen een onderwijsprogramma aanbieden.