Met ingang van 2020 aanpassing verhuurderheffing bij huurwoningen in mede-eigendom

Het kabinet heeft een wetswijziging in voorbereiding waarmee met ingang van 1 januari 2020 huurwoningen met twee of meer genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht (hierna: mede-eigendomssituaties, (mede-)eigenaren of mede-eigendom) weer in aanmerking kunnen worden genomen voor de verhuurderheffing.

Met deze wetswijziging voorziet het kabinet in het herstel van een gebrek dat door de Hoge Raad is geconstateerd in twee arresten van 8 juni 2018. In de betreffende arresten oordeelt de Hoge Raad dat de wettelijke bepaling inzake mede-eigendomssituaties in strijd is met het gelijkheidsbeginsel, zoals neergelegd in een aantal mensenrechtenverdragen. Als gevolg daarvan worden huurwoningen in mede-eigendom momenteel niet in aanmerking genomen voor de verhuurderheffing.

Op basis van de huidige wettekst worden huurwoningen in mede-eigendom in hun geheel in aanmerking genomen bij de mede-eigenaar aan wie de WOZ-beschikking is bekendgemaakt, en dus niet (ook voor een gedeelte) bij de andere mede-eigenaren. Degene aan wie de WOZ-beschikking is bekendgemaakt is nu zelf verantwoordelijk voor het organiseren van de bijdrage van mede-eigenaren. Op grond van de voorgenomen wetswijziging worden dergelijke huurwoningen voortaan (direct) bij iedere (mede-)eigenaar in aanmerking genomen naar rato van de mate van de eigendom (het pro-ratadeel).  

Bij de verhuurderheffing bestaat een belastingplicht als een (mede-)eigenaar in totaal meer dan 50 huurwoningen heeft. Het belastbare bedrag (de heffingsgrondslag) voor de verschuldigde verhuurderheffing wordt berekend door de WOZ-waarden van alle huurwoningen bij elkaar op te tellen en daar 50 maal de gemiddelde WOZ-waarde van die huurwoningen (de heffingsvrije voet) van af te trekken. De in de voorgestelde wijziging opgenomen toerekening naar het pro-ratadeel geldt in de eerste plaats voor de berekening van het totale aantal huurwoningen voor het vaststellen van de eventuele belastingplicht. In de tweede plaats geldt de toerekening naar het pro-ratadeel voor de berekening van de optelsom van de WOZ-waarden van alle huurwoningen en van de gemiddelde WOZ-waarde van die huurwoningen voor het vaststellen van het belastbare bedrag.

Het kabinet beoogt de wetswijziging per 1 juli 2020 in werking te laten treden. Vanaf deze datum kan de aangifte verhuurderheffing over het jaar 2020 worden ingediend. Het is de bedoeling dat de gewijzigde regels (met terugwerkende kracht) zullen gelden vanaf 1 januari 2020 en dus vanaf het heffingsjaar 2020 van toepassing zullen zijn.

De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.