Langere vergunningsduur voor nieuwe windparken op zee

Om windenergie op zee ook in de toekomst aantrekkelijk en betaalbaar te houden, wordt de vergunningsduur voor nog te tenderen windparken op zee aangepast van 30 naar maximaal 40 jaar. Dat voornemen maakte minister Wiebes vandaag bekend in een brief aan de Kamer. Om de langere vergunningstermijn mogelijk te maken wordt voor de zomer een nota van wijziging ingediend op de Wet Windenergie op Zee.

De bouw van windparken op zee vormt een belangrijke pijler van het klimaat- en energiebeleid. Alleen al windpark Borssele, dat vorige maand de eerste elektriciteit leverde aan het net, is vanaf begin 2021 goed voor een hoeveelheid elektriciteit die gelijk is aan het verbruik van 2 miljoen huishoudens. Het belang om de doelstellingen voor 2030 voor wind op zee te halen is groot en dus blijft het een aandachtpunt om de uitrol van wind op zee ook in de toekomst aantrekkelijk en betaalbaar te houden, zo toont het onlangs verschenen rapport van onderzoeksbureau Afry aan. De langere vergunningsduur voor nog te tenderen windparken, moet daaraan bijdragen: langjarige zekerheid draagt bij aan een robuuste business case doordat windparkontwikkelaars voor langere periode verzekerd zijn van afzet van elektriciteit en meer tijd hebben om investeringen terug te verdienen.

Bestaande windparken

Voor windparken waarvan de vergunning reeds is verleend is in het Wetsvoorstel opgenomen dat windparken na circa 20 jaar een verlenging van de vergunning kunnen aanvragen. Met TenneT, beheerder van de elektriciteitsnetten op zee, worden de komende tijd mogelijkheden verkend om voor de netaansluitingen (die reeds aangelegd of in aanbouw zijn) van deze windparken al rekening te houden met mogelijk langere vergunningsduren, mits dit op kosteneffectieve wijze kan.