Verder aan de slag met verduurzaming veehouderij

De Nederlandse veehouderij werkt de komende jaren hard aan verdere verduurzaming. Deze ‘verduurzamingsslag’ speelt op het erf van de boer, maar ook bij de afzetkanalen zoals verwerkers van dierlijke producten en de detailhandel. Door de inzet van experimenteerruimte en subsidies krijgen partijen met duurzame ambities ruimte en geld om te verduurzamen. Dat staat in de voortgangsrapportage ‘programma duurzame veehouderij’ die minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

De Nederlandse landbouw kenmerkt zich door innovatiekracht. De afgelopen jaren is de Nederlandse veehouderij al verduurzaamd. Daar bouwen alle betrokkenen nu op voort. De verduurzamingsplannen vanuit de verschillende dierlijke sectoren tonen de bereidheid vanuit ondernemers. Zo werken veehouders aan benchmarks voor dierenwelzijn, diergezondheid en een biodiversiteitsmonitor. Afzetkanalen spannen zich in om, zowel nationaal als internationaal, het marktaandeel van duurzame dierlijke producten te vergroten. Ook liggen er plannen uit de relatief nieuwe insectensector om bij te dragen aan kringlooplandbouw via dierlijke eiwitten voor veevoer.

Sectorplannen

De verschillende veehouderijsectoren hebben verduurzamingsplannen opgesteld die nu uitgevoerd (zullen) worden.

  • Binnen de melkveehouderij werken ondernemers via de Duurzame Zuivelketen (DZK) aan verdienvermogen, klimaat, biodiversiteit, grondgebondenheid, weidegang, diergezondheid, dierenwelzijn en veiligheid op het boerenerf. Zie: https://www.duurzamezuivelketen.nl/.
  • De varkenssector werkt vanuit de Coalitie Vitalisering Varkenshouderij (CoViVa) aan een plan voor de hele sector om o.a. via het verbeteren van de mestketen de ‘carbon footprint’ van varkensvlees te verlagen. Ook dierenwelzijn en diergezondheid zijn door middel van minder antibioticagebruik, bigvitaliteit, stoppen met castreren en het couperen van staarten onderdeel van de plannen. Zie: https://www.vitalevarkenshouderij.nl/.
  • De pluimveesector legt de focus op circulariteit, dierenwelzijn en vermindering van emissies. Er lopen momenteel verschillende trajecten om pluimveehouders handvatten te bieden ter verlaging van de uitstoot.
  • Voor de kalversector neemt minister Schouten zelf maatregelen. Zo zet zij zich in om langeafstand transporten (> 8 uur) binnen Europees verband tegen te gaan. Ook komt er een scenariostudie om te achterhalen waar meer mogelijkheden ter verduurzaming van de sector liggen.
  • Voor de geitenhouderij liggen er o.a. uitdagingen bij de zorg voor jonge dieren. Via benchmarks kunnen geitenhouders van elkaar leren met als doel om het sterftecijfer van jonge geiten te laten dalen. Zie: https://platformmelkgeitenhouderij.nl/wp-content/uploads/2019/08/Plan-verduurzaming-geitensector-def..pdf.

Verdienvermogen van de boer

Verduurzaming van de veehouderij is alleen mogelijk wanneer de boer investeringen kan terugverdienen. Dat maakt het verbeteren van het verdienvermogen een cruciale randvoorwaarde en een doel op zich. Afzetkanalen van dierlijke producten spelen daarbij een belangrijke rol om de vraag naar duurzaam geproduceerd voedsel te vergroten. Ook duurzaamheidskeurmerken, zoals het Beter Leven Keurmerk, kunnen hieraan bijdragen. Veel van de Nederlandse landbouwproducten gaan naar Noordwest-Europa. Daarom organiseert minister Schouten een conferentie met overheden en organisaties uit omringende landen om de markt voor duurzame dierlijke producten gezamenlijk te vergroten. Bijvoorbeeld door duurzaamheidskeurmerken ook over landsgrenzen bruikbaar te maken. Ook heeft de minister (samen met andere partijen uit de sector) een netwerk opgericht dat verschillende partijen uit de keten en afzetkanalen verbindt. Gezamenlijke acties om het marktaandeel van duurzame dierlijke producten te vergroten worden daar besproken. Knelpunten bij verduurzaming worden daar besproken en opgelost.