Versterking van de interregionale samenwerking

Om de interregionale samenwerking in stand te houden en te intensiveren vond er gisteren wederom een virtuele drielandenbijeenkomst plaats tussen de landbouwministers van Nederland, Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. Ursula Heinen-Esser, minister van Milieu en Landbouw van Noordrijn-Westfalen (NRW), nodigde haar Nederlandse collega Carola Schouten en de minister van Landbouw van Nedersaksen, Barbara Otte-Kinast, uit voor een videoconferentie.

De bijeenkomst was een vervolg op eerdere ontmoetingen in het kader van de regionale samenwerking tussen Nederland en de 2 Duitse deelstaten. De 3 ministers spraken over intensivering van de samenwerking en gemeenschappelijke uitdagingen zoals de Afrikaanse varkenspest, mest, klimaatverandering en stikstof. Daarnaast stonden er actuele landbouwpolitieke kwesties op de agenda.

Ursula Heinen-Esser, minister van Milieu en Landbouw van Noordrijn-Westfalen:

De door ons in het leven geroepen traditie om ook interregionaal voortdurend met elkaar in gesprek te blijven over actuele onderwerpen is al zeer succesvol gebleken. Nederland, Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen beschikken over veel raakvlakken die we met elkaar moeten verbinden en waarvan we meer moeten profiteren. Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen zijn voor Nederland de belangrijkste Duitse handelspartners op het gebied van landbouwproducten. Ongeveer tweederde van de landbouwexport gaat naar deze 2 deelstaten.

Carola Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van Nederland:

De Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen zijn van oudsher belangrijke handelspartners voor Nederland. Vandaag sprak ik met mijn collegaministers over deze samenwerking en onze gezamenlijke uitdagingen. We hebben veel gemeen bijvoorbeeld in de strijd tegen de Afrikaanse varkenspest, vermindering van de stikstofuitstoot en klimaatverandering. Daarom ben ik ervan overtuigd dat het vinden van gezamenlijke oplossingen zal bijdragen aan het verbeteren van de omstandigheden in het dagelijkse leven van onze boeren, natuurliefhebbers en burgers.

Een ander gespreksonderwerp was de terugkeer van de wolf die in Europa een beschermde status geniet. Op dit moment hebben meerdere roedels - en solitair levende - wolven zich in Nederland, Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen gevestigd. Met name jonge dieren verplaatsen zich regelmatig tussen de regio's.

De landbouwsector maakt momenteel ongekende veranderingen door. De samenleving roept om meer milieu- en klimaatbescherming, biodiversiteit en dierenwelzijn. Tegelijkertijd hebben onze boeren met felle concurrentie te maken en oogsten ze vaak weinig waardering voor hun zware werkzaamheden. De centrale thema’s tijdens onze drielandenbijeenkomst vandaag waren de omgang met stikstof en fosfaat, de strijd tegen de Afrikaanse varkenspest en de Europese etiketteringsregels voor vlees. Aangezien we allemaal met deze onderwerpen te maken hebben, is er behoefte aan grensoverschrijdende afstemming,

aldus minister Barbara Otte-Kinast uit Nedersaksen. Concurrentieverstoring tussen de regio's moet worden vermeden.

Verder werd er gesproken over vermindering van de uitstoot door de veehouderij en de uitwisseling van mest tussen de regio's. Daarbij lag de focus op de effectieve inzet van deze waardevolle grondstof voor de akkerbouw en controles van grensoverschrijdende transporten, zodat de veiligheid van mens en natuur niet in het geding komt. De landbouwministers van Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen benadrukten dat beide deelstaten op mestgebied belangrijke partners zijn. Door strengere wetgeving in Noordrijn-Westfalen voor het gebruik van meststoffen en strengere controles is de invoer uit Nederland naar NRW sinds 2016 met ongeveer 40 procent gedaald.

We hebben afgesproken dat we nauw blijven samenwerken. De belangrijkste uitdagingen in dit verband vormen wederzijdse transparantie op handelsgebied, zo min mogelijk administratieve lasten voor bedrijven en een doeltreffende controle en traceerbaarheid,

aldus de ministers die ook afspraken nauwer samen te gaan werken om de ammoniakuitstoot door de landbouw te verminderen. Duitsland heeft toegezegd de emissies, die grotendeels afkomstig zijn van de landbouw, tot 2030 met bijna 40 procent te zullen verminderen. Noordrijn-Westfalen stimuleert al enkele jaren met succes het gebruik van technologie om mest emissiearm over het land te verspreiden en mestopslagplaatsen af te dekken.