1 juli 2022: Wijziging Wet gemeenschappelijke regelingen

Vandaag treedt een wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) in werking. Lokale overheden werken steeds meer en intensiever met elkaar samen. Dat gebeurt op verschillende niveaus en op verschillende manieren. De Wet gemeenschappelijke regelingen maakt (publiekrechtelijke) samenwerking mogelijk tussen provincies, gemeenten en waterschappen. Met deze wijziging krijgen volksvertegenwoordigers, zoals gemeenteraadsleden en statenleden, meer invloed op de besluitvorming van dit soort samenwerkingen en kunnen ze die beter controleren.

Meer invloed

In gemeenschappelijke regelingen draagt het lokale bestuur bevoegdheden over aan (het bestuur van) een regionaal, interbestuurlijk samenwerkingsverband. Voorbeelden van wettelijk verplichte samenwerkingsverbanden zijn de omgevingsdiensten en de veiligheidsregio’s. De afgelopen jaren is uit verschillende onderzoeken gebleken dat volksvertegenwoordigers (gemeenteraden en -raadsleden) een te grote afstand ervaren tot gemeenschappelijke regelingen. Daardoor komt de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen onder druk te staan. Met deze wijziging wordt de betrokkenheid van volksvertegenwoordigers (gemeenteraden, provinciale staten en besturen van waterschappen) bij het bestuur van een samenwerkingsverband verbeterd. Zo krijgen zij meer invloed op besluiten van een gemeenschappelijke regeling.

Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Bruins Slot: “De opgaven waar gemeenten voor staan houden niet op bij de gemeentegrenzen en spelen steeds vaker op regionaal niveau. Door zo samen te werken kan ook effectiever en efficiënter worden gehandeld. Met deze wijziging van de Wgr krijgen gemeenteraden, provinciale staten en algemene besturen van waterschappen meer en betere handvatten om invloed uit te oefenen op de besluitvorming in gemeenschappelijke regelingen en om hun controlerende taken uit te voeren. De lokale democratie krijgt hiermee meer grip op regionale samenwerking en wordt zo versterkt.”

Versterking rol en positie

Met deze wetswijziging worden de  mogelijkheden van volksvertegenwoordigers om de eigen controlerende en kaderstellende rol bij gemeenschappelijke regelingen te versterken aangepast en uitgebreid. Ook wordt de democratische legitimatie van de besluitvorming binnen zo’n samenwerkingsverband vergroot. Voorbeelden zijn het recht een zienswijze in te dienen (onder meer bij het treffen van een regeling en bij besluiten), het instellen van een gemeenschappelijke adviescommissie voor raadsleden en afspraken hoe om te gaan met burgerparticipatie. Ook krijgen volksvertegenwoordigers meer invloed op het functioneren van een regeling, bijvoorbeeld via verplichte afspraken over evaluatie van de regeling en de verplichting om afspraken te maken over (financiële) gevolgen van uittreding voor de uittredende deelnemers. Op deze manier bestaat vooraf al duidelijkheid bij alle deelnemers over de (financiële) gevolgen die een eventuele uittreding met zich mee brengt. Daarnaast komen er extra controlebevoegdheden,  zoals de mogelijkheid om een gezamenlijke enquête uit te voeren naar het functioneren van de gemeenschappelijke regeling als geheel. Wel moeten alle betrokken raden in meerderheid met deze enquête instemmen. 

Implementatieperiode

Het deel van de wet dat rechten geeft aan volksvertegenwoordigers gaat direct per 1 juli 2022 in. Voor het andere deel (verplichtingen om bestaande gemeenschappelijke regelingen aan te passen, om zo scherpere afspraken te maken over bijvoorbeeld uittreding of evaluatie) geeft de wet een implementatieperiode van twee jaar.