Toespraak van minister-president Mark Rutte bij de herdenking van Piet Bukman in de Tweede Kamer

Korte toespraak van minister-president Mark Rutte bij de herdenking van Piet Bukman in de Tweede Kamer op dinsdag 5 april 2022.

Mevrouw de voorzitter,

Ik geloof dat niet veel mensen in de Nederlandse politiek hun partij op meer plekken en manieren hebben gediend dan Piet Bukman. Als partijvoorzitter. Als Tweede Kamerlid en senator. Als bewindspersoon op 3 verschillende departementen, 4 zelfs als we zijn waarnemend ministerschap van Defensie meetellen. En natuurlijk als Kamervoorzitter.

Terugblikkend zou je kunnen zeggen dat Piet Bukman bijna voorbestemd was voor dat leven in dienst van het algemeen belang, als vertegenwoordiger van het CDA dat hem zo lief was.

Als Zuid-Hollandse tuinderszoon groeide hij immers op met en in de AntiRevolutionaire Partij van Bruins Slot en Zijlstra. En professioneel gezien werd hij gevormd in de Christelijke Boeren- en Tuindersbond, die ook de leerschool was van prominente christendemocraten als Barend Biesheuvel en Jan de Koning.

Verantwoordelijkheid nemen. Het was Bukmans 2e, of eigenlijk zijn 1e natuur. Niet aarzelen, maar handelen.

Bekend is hoe hij, zeker als partijvoorzitter, scherp en duidelijk kon zijn. En dat leverde hem bijnamen op die rond zijn overlijden opnieuw overal opdoken.

Maar voor de ‘Lenin van Voorschoten’ zelf gold in die jaren vooral dat hij de prille eenheid in zijn nog jonge partij koste wat kost wilde bewaren. Of zoals hij het zelf formuleerde: hij moest als partijvoorzitter nu eenmaal ‘de vleugels aan de vogel houden’.

Het is een uitspaak die tekenend is voor de nuchtere en doelgerichte politicus die Piet Bukman was. ‘Ik hou er gewoon van om stap voor stap vooruitgang te boeken’, zei hij over zichzelf. ‘Gewoon beginnen waar je bent. En niet beginnen waar je wezen wilt.’ En ook zei hij ooit: ‘Het midden is verschoven en ik met het midden.’

We horen hierin natuurlijk de echo van vooral de eerste twee kabinetten Lubbers, die als ‘no nonsense’ de geschiedenis in zijn gegaan. Maar wie uit deze paar losse citaten de conclusie zou trekken dat Piet Bukman alleen maar een pragmaticus was, vergist zich.

Want eerst en vooral was hij, in de beste christendemocratische traditie, een gemeenschapsdenker.
Een man van het maatschappelijk middenveld en van georganiseerde solidariteit.

Dat zat heel diep in hem en het komt allemaal samen in dat zelfverzonnen woord dat hem voor in de mond lag. ‘Ver-ikken’. Alles in hem verzette zich tegen wat hij de ‘ver-ikte samenleving’ noemde, waarin de individualisering in zijn ogen dreigde door te slaan ten koste van de gemeenschap.

Mevrouw de voorzitter,

U zei het impliciet ook al met zoveel woorden: Piet Bukman is gestorven in het harnas. Bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen stond hij, 88 jaar oud, als lijstduwer op de lijst van zijn CDA.

Tot op het laatst actief. 

Tot op het laatst verantwoordelijkheid nemend.

Tot op het laatst betrokken.

Ik wens zijn familie, zijn partijgenoten en iedereen die hem lief was veel sterkte bij de verwerking van dit grote verlies.
Dank u wel.