Persconferentie na ministerraad 27 september 2019

Minister-president Rutte spreekt in de persconferentie na afloop van de ministerraad van 27 september 2019 over het advies van de commissie -Remkes over de stikstofproblematiek en een terugblik op de AVVN en de VN-klimaattop.

Minister-president Rutte:

Een paar punten ter inleiding. In de eerste plaats even een korte terugblik op de AVVN in New York waar ik eerder deze week ook zelf was met een delegatie onder leiding van de Koning. Ik heb daar onder andere zelf de gelegenheid gehad om te spreken bij de Climate Action Summit op maandag. Dat was een initiatief van de secretaris generaal van de VN. Wij zijn mede aangespoord een jaar geleden, Sigrid Kaag en ik, door de SG VN Guterres, we waren er ook al mee bezig, proberen steeds aandacht te vragen voor het belang van de aanpak van klimaatverandering en tegelijkertijd ook watermanagement en alles wat te maken heeft met: hoe bereid je je voor op grote veranderingen? Dat doen we zowel binnen de EU, maar daar was ook deze week de VN-week weer heel geschikt voor. Maar ik heb het ook in het verleden gedaan bij allerlei gesprekken in andere delen van de wereld. Want dat klimaatprobleem is zeer urgent. Dat zie je natuurlijk ook uiteraard deze week door die Algemene Vergadering van de VN, maar het is natuurlijk sowieso een groot thema. En wat je in het algemeen merkt is dat iedereen zegt: de plannen zijn er nou wel, ga ze nu ook uitvoeren. Ook Duitsland heeft natuurlijk vorige week vrijdag een groot klimaatplan gepresenteerd. En die urgentie wordt dus heel breed gevoeld. Je ziet het vandaag ook weer terug in Den Haag. Daar was een hele grote klimaatmars. We hebben tijdens de ministerraad vanaf een uur of twee tot half drie ongeveer de mensen voorbij zien trekken. Ik begreep dat het er heel veel waren, veel meer dan verwacht. Ik geloof ook op andere plekken in de wereld. Veel in Europa zijn die klimaatmarsen gehouden. En in ieder geval die boodschap wordt in Nederland goed verstaan. En wat mij betreft is het inderdaad zaak dat we overgaan tot uitvoering op een manier dat iedereen dat ook kan meemaken. Dat we niet morgen de auto hoeven te verkopen of vakantie hoeven af te zeggen, maar dat we wel stap voor stap zoveel mogelijk aansluitend op logische beslismomenten in gezinnen en levens van mensen kijken welke stappen kunnen we collectief zetten? In de kaders ook van het klimaatakkoord om die beweging te maken en er ook intussen, overigens mag dat dan ook nog, een paar dubbeltjes aan te verdienen doordat dat ook weer heel veel nieuwe banen gaat opleveren. Nou, dan was het ook natuurlijk de week van het advies van Johan Remkes, het Adviescollege Stikstof. Niet om meer, maar om minder daarvan te krijgen uiteraard. Eigenlijk is het adviescollege tegen de stikstof. Eerst advies uitgebracht, daar zijn we blij mee, dat zij zo snel hebben geleverd. Er is natuurlijk een uitspraak van de Raad van State die op dit moment een behoorlijke impact heeft, want het college maakt dat ook duidelijk in dit rapport: er is ook hier een enorme urgentie, en we zullen dus moeten kijken hoe we emissies kunnen reduceren, en tegelijkertijd ook daarmee de neerslag van stikstof, de deposities, kunnen terugdringen, natuurherstel. Wat ook het rapport laat zien is dat het niet zomaar even geregeld is. Het is een complex probleem. We hebben vandaag eigenlijk voor het eerst kort over het advies gesproken. We gaan daar volgende week heel uitgebreid over praten en we proberen dan ook als het enigszins kan al begin oktober met een kabinetsreactie te komen. Als het nodig is duurt het iets langer, maar we streven naar begin oktober. Doordat we vooral nu, en dan gaat het om de korte termijn in deze eerste aanleg, er in slagen om er voor te zorgen dat toestemming kan worden verleend aan projecten en activiteiten die stikstofuitstoot veroorzaken, maar vaak activiteiten zijn die juist op termijn weer de stikstofuitstoot moeten verminderen. Uiteraard speelt daarnaast de langere termijn. Daar is het Adviescollege ook mee bezig. En voor de lange termijn geldt dat wij daar ook naar gaan kijken uiteraard, maar nu eerst met grote haast proberen antwoorden te formuleren voor de kortere termijn. Dan zult u mij misschien gaan vragen: wat vind je dan van het rijden, en de huizen en alles? Nou dan zal mijn antwoord zijn dat ik even wacht tot we daar besluiten over genomen hebben, dus ik moet daar even vast de verwachtingen temperen als u mij wilt verleiden, maar dat kunt u natuurlijk altijd proberen, om daar nu al iets over te zeggen. Maar we hopen daar wel zo snel mogelijk dus inzage in te geven.