Stikstofaanpak biedt vrijstelling voor tijdelijke bouwactiviteiten

Het kabinet legt wettelijk vast dat de natuur herstelt en uitstoot en neerslag van stikstof daalt. Een robuust structureel pakket aan maatregelen voor de vermindering van de stikstofdepositie biedt daarbij tevens ruimte aan economische activiteiten. Zo komt er een gedeeltelijke vrijstelling voor tijdelijke bouwactiviteiten.

Minister Ollongren: “Er is een grote vraag naar meer woningen. Deze vrijstelling voor tijdelijke bouwprojecten is goed nieuws voor mensen en de bouwsector. Nu kunnen we doorbouwen en mensen aan een betaalbare woning helpen”.

Het pakket aan maatregelen is opgenomen in het wetsvoorstel Stikstofreductie en natuurverbetering en bestaat uit een stevige verankering van de eerder dit jaar aangekondigde maatregelen. Daarbovenop wil het kabinet komen tot een convenant met de bouwsector om extra emissiereductie binnen de bouw te realiseren, door onder meer de aanschaf van categorie nul-emissie voer- en werktuigen te stimuleren en ontwikkeling van emissiearme bouw en bouwlogistiek met toepassing van bijvoorbeeld bouwhubs, prefab en verdere digitalisering.

Hierdoor kan de bouw weer bouwen en daarmee bijdragen aan een krachtig economisch herstel van Nederland. Tegelijkertijd kunnen de maatregelen ook bijdragen aan een verdere verduurzaming van het bouwproces. Zo wordt niet alleen een bijdrage geleverd aan de beperking van de uitstoot van stikstof, maar ook van CO2 en fijnstof.

Prinsjesdag

Met Prinsjesdag is aangekondigd dat er 100 miljoen euro per jaar gereserveerd wordt tot en met 2030, om de gedeeltelijke vrijstelling voor de bouw in te kunnen voeren als onderdeel van de stikstofaanpak. Voor de komende drie jaar is er afgesproken dat er 300 miljoen ten goede komt aan de bouw en nog eens 200 miljoen tot aan 2030. Welke maatregelen dat precies zijn wordt nu uitgewerkt.

In 2023, en vervolgens iedere twee jaar, worden de resultaten geëvalueerd. Dit gebeurt op basis van een monitor programma dat de komende jaren zal draaien. Dan wordt bekeken of het structurele pakket op koers ligt om de verwachte stikstofreductie te halen. Vervolgens wordt besloten hoe de resterende 500 miljoen kan worden ingezet.