Minister jaagt woningbouw verder aan

De bouw van voldoende woningen is topprioriteit voor het kabinet. Daarom zet het kabinet stevig in op het versnellen van de woningbouw. Minister Ollongren heeft nieuwe afspraken gemaakt met de provincies om de plancapaciteit waar nodig naar 130% te brengen tot 2030. Dit is van belang omdat gemaakte plannen soms ook sneuvelen of vertragen, 100% is dan niet voldoende. 130% is daarbij niet een doel op zich, maar een middel om een grotere zekerheid te krijgen dat de benodigde woningbouwproductie behaalt kan worden. Overleg met zeven van de twaalf provincies heeft nu al ruimte voor 150.000 extra woningen opgeleverd die tot 2030 gebouwd moeten worden. Overleg met de overige provincies vindt de komende weken plaats. Provincies worden ondersteund door het beschikbaar stellen van kennis en expertise op het gebied van planvorming en realisatie. Eerder maakte de minister al bekend 30 miljoen euro vrij te maken voor extra inzet van deze zogenoemde flexpools.

Minister Ollongren: “We hebben veel nieuwe woningen nodig. Zodat een prettig en betaalbaar huis voor iedereen mogelijk is. Daar werk ik elke dag hard aan. Door het versnellen van de bouw en ervoor te zorgen dat die huizen ook betaalbaar zijn. Daarvoor zijn ook harde afspraken nodig met provincies. Zij moeten er immers voor zorgen dat er voldoende realistische bouwplannen gemaakt worden. Tot 2030 wil ik dat er 845.000 woningen gebouwd worden.”

Versnelling

Deze afspraken komen bovenop onder andere de inzet van de woningbouwimpuls en de korting op de verhuurderheffing. De eerste projecten hebben in september een bijdrage toegewezen gekregen. Dit houdt de bouw in van 51.000 woningen, de tweede lichting projecten wordt in februari bekendgemaakt. Daarnaast heeft de minister afspraken met de woningbouwcorporaties gemaakt voor de bouw van 150.000 betaalbare huurwoningen de komende vijf jaar. In ruil krijgen de corporaties een fikse korting op de verhuurderheffing voor elk gebouwd huis. Met beide maatregelen is in totaal een investering van bijna 3 miljard euro gemoeid.

Meer gebiedsspecifiek zijn 14 grootschalige gebieden aangewezen waar het kabinet samen met de mede-overheden meer regie zal nemen om zo de woningbouw te stimuleren op die plekken waar de krapte het grootst is. In deze gebieden kunnen uiteindelijk circa 580.000 woningen worden gerealiseerd. Hiervoor zijn wel grote investeringen nodig in bijvoorbeeld de bereikbaarheid.

Wegnemen drempels

De stikstofproblematiek heeft de vergunningverlening in de weg gezeten. Door de bouw vrij te stellen van de natuurvergunningsplicht wordt deze belangrijke drempel weggenomen en kan de bouw weer doorbouwen. Het gaat dan om bouwactiviteiten in de sloop- en bouwfase, waarin emissies tijdelijk en beperkt zijn. Het kabinet heeft hiervoor 1 miljard euro gereserveerd tot 2030.

Leefbaarheid

Er wordt fors geïnvesteerd in leefbaarheid en duurzaamheid van kwetsbare gebieden. Woningbouw speelt ook in die aanpak een belangrijke rol door herstructurering van de slechtste delen van de woningvoorraad. Er zal geïnvesteerd worden in 16 stedelijke vernieuwingsgebieden en andere gebieden waar de leefbaarheid onder druk staat, met financiële middelen en het interbestuurlijke programma Leefbaarheid en Veiligheid. 

20 miljoen extra voor ouderenwoningen

Ook zijn er meer passende woningen voor ouderen nodig. Daarom komt er een stimuleringsregeling van 20 miljoen euro beschikbaar om de bouw van geclusterde woningen voor deze groep te versnellen.

Kwetsbare groepen

Voor de huisvesting van kwetsbare groepen zoals dak- en thuislozen, arbeidsmigranten, statushouders en spoedzoekers komt 50 miljoen euro extra beschikbaar. Deze onzekere tijd benadrukt het belang van goede huisvesting. Het risico van verspreiding van het coronavirus wordt door goede huisvesting verkleind. Daarnaast draagt het bij aan de uitdaging waar gemeenten voor staan om statushouders te huisvesten.

De 50 miljoen euro die afgelopen mei vrijkwam om plannen voor huisvesting van kwetsbare groepen te versnellen wordt binnenkort toegewezen aan gemeenten die via lopende programma’s concrete plannen hebben ingediend hiervoor. Het gaat om 59 gemeenten die een financiële bijdrage ontvangen voor de (flexibele) huisvesting voor deze groepen. Daarmee moeten op korte termijn 12.400 woningen/woonplekken gerealiseerd worden.