Derde ronde Woningbouwimpuls opent in september 2021

Na twee succesvolle tranches kunnen gemeenten in september voor de derde keer projecten indienen voor de Woningbouwimpuls. Voor de laatste tranche van deze kabinetsperiode is in totaal circa 250 miljoen euro beschikbaar. In december wordt bekend welke gemeenten een bijdrage krijgen voor het sneller bouwen van meer betaalbare woningen.

De Woningbouwimpuls heeft als doel het versnellen van de woningbouw en het bouwen van meer betaalbare woningen. In de eerste twee rondes kregen 57 verschillende woningbouwprojecten geld. Hierdoor kunnen er versneld 96.000 woningen worden gebouwd; dat is 10% van de totale opgave voor de komende tien jaar. Het merendeel (65%) van deze woningen bestaat uit betaalbare woningen voor starters of mensen met een middeninkomen. Een aanzienlijk deel van deze woningen zou zonder de Woningbouwimpuls waarschijnlijk niet - of pas op een later moment - gebouwd kunnen worden.

Minister Ollongren: “Het aanpakken van het woningtekort is onverminderd urgent. Daarom ben ik blij dat we samen met provincies, gemeenten en marktpartijen met de Woningbouwimpuls in korte tijd zulke goede resultaten hebben neergezet. Hierdoor kunnen woningenbouwprojecten nu versneld worden gestart. En daar profiteren vooral de mensen met een laag- of middeninkomen van. Want het merendeel van de nieuwe woningen is voor hen bestemd. Dat is belangrijk, want het is juist deze groep die hard wordt getroffen door de woningnood.”

Evaluatie

Gebrek aan financiering van het publieke tekort belemmert de realisatie van veel woningbouwprojecten. Uit een tussentijdse evaluatie uitgevoerd in opdracht van ministerie van BZK blijkt dat de Woningbouwimpuls juist daar het verschil kan maken en er voor kan zorgen dat woningen (sneller) gebouwd worden. 

De belangstelling voor de Woningbouwimpuls is groot. Er zijn voor de inmiddels afgesloten twee tranches ruim 100 aanvragen voor ondersteuning van woningbouwprojecten ingediend waarvan dus 57 zijn gehonoreerd. De verwachting is dan ook dat voor de derde en laatste tranche een aanzienlijk aantal woningbouwprojecten met een publiek financieel tekort zal worden aangemeld. Dit onderstreept nog maar eens de noodzaak van de Woningbouwimpuls om het woningtekort met urgentie aan te (blijven) pakken.  
 

Aanpassing minimum aantal woningen

Voor de derde tranche zal de Regeling Woningbouwimpuls aangepast worden waardoor voor een groot deel van de gemeenten de minimale projectomvang wordt verlaagd. Voor deze gemeenten geldt dat projecten vanaf 200 woningen (in plaats van 500 woningen) in aanmerking kunnen komen voor een bijdrage uit de woningbouwimpuls. Met de verlaging wordt tegemoet gekomen aan een breed gedragen wens uit de Tweede Kamer die middels een motie had opgeroepen tot een verlaging van de minimale projectomvang. De aanpassing van de regeling is van toepassing op regio’s waarvan het aandeel kleine gemeenten (= gemeenten met minder dan 50.000 inwoners) boven de 75% ligt. Zo kunnen meer gemeenten, verspreid over het land, een aanvraag indienen voor een bijdrage uit de Woningbouwimpuls. Gemeenten die binnen deze regio’s vallen en reeds een aanvraag hebben ingediend voor een project van meer dan 500 woningen komen niet in aanmerking voor de lagere grens. Voor de gemeenten die buiten de regio’s vallen waar het aandeel kleine gemeenten boven de 75% ligt, blijft de 500 woningengrens gehandhaafd.   

Vervolg Woningbouwimpuls

De woningbouwopgave is groot en vereist de gezamenlijke inzet van gemeenten, provincies, Rijk en marktpartijen. Door de inzet van de Woningbouwimpuls en cofinanciering door medeoverheden worden er vanuit de eerste twee tranches ruim 96.000 woningen gebouwd. Dat is ruim 10% van de totale opgave in de komende tien jaar. Maar de opgave blijft groot en ook in de toekomst zijn investeringen nodig en is samenwerking noodzakelijk. Het Kabinet blijft zich tot het uiterste inspannen om de woningbouw vlot te trekken, het tekort terug te dringen en zo bij te dragen aan goed en betaalbaar wonen voor iedereen.