Woonbooteigenaren met gehuurde ligplaats krijgen meer rechten

De huur van een ligplaats van een woonboot kan binnenkort alleen nog met een wettelijke opzeggingsgrond opgezegd worden. Als de woonbooteigenaar het daar niet mee eens is, beslist de rechter. Ook krijgen huurders dezelfde maximering van de jaarlijkse huurstijging als huurders van woningen in de vrije sector. Dit regelt het wetsvoorstel Huurbescherming ligplaatsen voor woonboten, dat de Eerste Kamer op 29 maart aannam. De Tweede Kamer stemde eerder al in met het voorstel. De wetswijziging treedt binnenkort in werking; over de precieze ingangsdatum wordt nog besloten.

Eigenaar en huurder tegelijk

In Nederland zijn er ongeveer 12.000 ligplaatsen voor woonboten. Ongeveer 5.000 daarvan worden verhuurd. Bewoners van een woonboot zijn dus regelmatig eigenaar van een woonboot én huurder van een ligplaats tegelijk. Een woonboot zonder ligplaats is veel minder waard dan een woonboot die wel een ligplaats heeft: gemiddeld € 127.000 ten opzichte van gemiddeld € 327.000. Het kwijtraken van een ligplaats heeft dus grote financiële gevolgen. Ook kunnen woonbooteigenaren niet uitwijken naar een andere ligplaats: er komen nauwelijks ligplaatsen bij. Daarom is huurbescherming voor huurders van ligplaatsen belangrijk.

Verbetering positie

De Tweede Kamer vroeg om onderzoek naar de positie van woonbooteigenaren die ook huurder zijn van een ligplaats. Dit onderzoek resulteerde in het wetsvoorstel dat zorgt voor een verbetering van de positie van bewoners. Het wetsvoorstel regelt dat voor huurders van ligplaatsen voor woonboten de volgende bescherming en voorwaarden gaan gelden:

  • Huurbescherming bij huurbeëindiging: de verhuurder moet bij opzegging één van de wettelijke opzeggingsgronden gebruiken en als de huurder niet met de huuropzegging instemt kan alleen de rechter de huur beëindigen.
  • “Koop breekt geen huur”: de verkoop van de ligplaats eindigt de huur niet. De nieuwe eigenaar van de ligplaats zet van rechtswege het huurcontract als verhuurder voort
  • Bij verkoop van de woonboot kan de nieuwe eigenaar van de woonboot ook de huur van de ligplaats overnemen.
  • In afwijking van huur van woningen: bij overlijden van de huurder van een ligplaats gaat de huur van de ligplaats over op de erfgenamen van de woonboot.
  • De jaarlijkse huurverhoging is – net als bij huurwoningen in de vrije sector – tot 1 mei 2024 maximaal inflatie + 1%. In 2022 is dat 3,3%.
     

Overgangsperiode

De voorwaarden en (huur)bescherming gaan voor nieuwe huurcontracten direct gelden vanaf de ingangsdatum van de wet. Omdat het gaat om forse wijzigingen in de verhouding tussen verhuurder en huurder van een ligplaats, geldt voor lopende huurcontracten een overgangsperiode van twee jaar.

De maximering van de jaarlijkse huurstijging geldt wel direct voor lopende huurcontracten vanaf de ingangsdatum van de wet.