'Stap voor stap zie je Noord-Macedonië veranderen'

Ministeries

Na een langdurig meningsverschil met zuiderbuur Griekenland over de naam, heet de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië sinds februari officieel de Republiek Noord-Macedonië. Het is een van de vele ontwikkelingen die Beti Bakovska en Arlinda Idrizi tijdens hun lange loopbaan bij de Nederlandse ambassade in Skopje hebben meegemaakt.

Beti: 'De Balkan is een roerige regio. Ik was erbij toen de Nederlandse vertegenwoordiging voor Macedonië overging van Belgrado naar een fysieke ambassade in Skopje. Vlak daarna, in 1999, vond de interventie van de NAVO in Kosovo plaats. Dat was de eerste grote crisis die ik meemaakte.

De ambassade in Belgrado was tijdelijk gesloten en daarom moesten er meteen meer collega's in Skopje worden ondergebracht. Tegelijkertijd kwam er een grote stroom vluchtelingen uit Kosovo op gang en moesten we humanitaire hulp verdelen. Meer dan eens moesten we als ambassadepersoneel alles uit onze handen laten vallen en iets heel anders oppakken, zoals humanitaire hulp.'

Arlinda: 'Ook toen ik bij de ambassade begon, was het voor het land een moeilijke tijd. Macedonië had veel te lijden onder etnische conflicten. Hoewel ik me officieel bezighield met economische zaken, was ik vanaf het allereerste begin betrokken bij de politieke uitdagingen. Ook nu zijn we net weer uit een grote politieke crisis geklommen. Maar de omstandigheden zijn anders. We zijn erin geslaagd een einde te maken aan een van onze grootste meningsverschillen waardoor we recent het toetredingsprotocol van de NAVO konden ondertekenen.'

Langetermijnrelatie

Arlinda: 'Toen ik als econoom begon, wilde ik graag voor Nederland aan de slag. Nederland was destijds een van de grootste donoren van Macedonië. Maar de relatie is veranderd: ons land ontvangt geen ontwikkelingshulp meer en we zijn zelfs een kandidaat-lidstaat van de EU. Ook mijn werk is daardoor veranderd. Dat is wat ik leuk vind aan mijn werk: het is nooit hetzelfde. En ik weet dat Nederland een langetermijnrelatie wil.'

Arlinda: 'Het eerste waar mensen hier aan denken als je de South East European University noemt, is Nederland. De instelling staat namelijk alom bekend als de Max van der Stoel Universiteit. Hij was de OVSE-commissaris die zich enorm voor deze universiteit heeft ingezet en hij was de drijvende kracht achter de oprichting. We hebben de universiteit echt te danken aan Nederland.'

Beti: 'Onlangs hebben parlementariërs uit Noord-Macedonië Nederland bezocht om de LGBTI-gemeenschap te ondersteunen. Dit is een grote stap. We hebben een lange weg afgelegd, van volledige niet-erkenning naar een parlementaire lobbygroep met mandaat om de rechten van LGBTI's te verdedigen en op te komen voor hun rechten. Als ik het vergelijk met tien jaar geleden, of zelfs een paar jaar geleden, is er echt sprake van verandering. Dat is een grote doorbraak, mede dankzij Nederland.'

Bevolking betrekken

Arlinda: 'Versteviging van democratie en rechtstaat in landen op de Westelijke Balkan is in het belang van Nederland. Daarom ondersteunen we daar democratische processen, openbare instellingen en het maatschappelijk middenveld. Wat ik het leukst vind aan onze projecten is dat het Nederland dicht bij de inwoners van Noord-Macedonië brengt, zelfs als het gaat om moeilijke en gevoelige onderwerpen.'

'Een voorbeeld is een kunsttentoonstelling van kinderen uit het basis- en voortgezet onderwijs over gewelddadig extremisme waar we recent aan meewerkten. Dat was onderdeel van een project om de veerkracht van lokale gemeenschappen en jongeren te versterken. Ik was verbaasd over de gemoedelijke sfeer en het enthousiasme van jongeren met verschillende achtergronden die in de kunst tot uiting kwamen.'

Beti: 'Ongeveer tien jaar geleden ondersteunde de ambassade een project dat zich richtte op de aanpak van huiselijk geweld. Een onderwerp dat mij na aan het hart ligt. Voor mij was het een geweldige ervaring om te zien hoe overheidsfunctionarissen en burgeractivisten samenwerken aan een gemeenschappelijk doel. Met effect: Ik zag dat de wetgeving, het beleid en de bewustwording tegen het einde van het project veranderden, allemaal in het belang van de vrouwen en hun welzijn.'

Beti Bakovska en Arlinda Idrizi werken bij de ambassade van Nederland in Skopje aan respectievelijk de thema’s goed bestuur & cultuur en politieke & economische zaken.