‘Ik ben voortdurend bezig met verbinding’

Ministeries

De verandering van het klimaat raakt ons allemaal. En iedereen kan een bijdrage leveren aan de oplossing, vertelt Klimaatgezant Marcel Beukeboom. ‘Samenwerking is essentieel want niemand kan de wereld in zijn eentje veranderen.’

‘Iedereen is klimaatdiplomaat. Met collega’s van verschillende departementen sloot ik eens de weddenschap dat ik voor ieders werk een link met klimaatverandering kon leggen. En dat lukte. Of je nu bezig bent met gezondheid, financiën of defensie, iedereen heeft te maken met de gevolgen van klimaatverandering. En als je door een klimaatbril kijkt naar je eigen werk zie je dat je sommige dingen anders kunt of moet gaan doen, en een bijdrage kunt leveren aan de oplossing.’

Verbinding

‘Overal is discussie over het klimaat, lokaal, nationaal en internationaal. Zo heb je in Nederland een grote groep mensen die zich zorgen maakt over het klimaat. Die lezen al het klimaatnieuws en passen hun gedrag aan. Maar er is ook een groep die vindt dat de maatregelen te snel gaan en teveel geld kosten. Die groep probeer ik te overtuigen met argumenten die aansluiten bij hun situatie. Dat kan van alles zijn, overal is een verbinding te maken.’

Onderhandelen

‘Dezelfde scheiding zie ik in de Europese Unie. Wanneer we daar ons gezamenlijke standpunt bepalen zie je die verschillen ook. West-Europese landen als Zweden, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Nederland willen graag ambitieuze klimaatactie. Maar uit Oost-Europa komt tegenwind. Soms komt dat door populistische stromingen, zoals in Hongarije en Roemenië. Maar in Polen zie je hoe onlosmakelijk klimaat is verbonden met economie en werkgelegenheid. De Poolse economie is afhankelijk van fossiele brandstoffen. Er worden zelfs pensioenen uitbetaald in steenkool. Die afhankelijkheid maakt de energietransitie een complex en ingrijpend langetermijnvraagstuk.’

Mondiale uitstoot

‘Naar buiten toe doen we het als Europa goed. We behoren tot de mondiale top van landen die het hardst werken aan het overeind houden van de klimaatafspraken. Dat zie ik ook terug in de G20. Daar zit 80 procent van de mondiale uitstoot aan tafel. Als wij onze stem daar niet laten horen dan doet niemand het. Landen als Rusland, de Verenigde Staten, Canada, Saudi-Arabië en Australië hebben allemaal een stevig belang in de fossiele industrie. Vanuit die positie is het lastig om te veranderen.’

Samenwerking

‘Ik heb ook een publieke taak in Nederland. Daar laat ik aan gemeentes, bedrijven en universiteiten zien hoe we de mondiale afspraken kunnen vertalen naar concrete actie. Dat is bij klimaatverandering heel belangrijk. Internationale verdragen zijn namelijk niet het einde, maar het begin. Daarna volgt de uitvoering. En klimaatactie is bijna per definitie lokale actie. Samenwerking daarbij is essentieel want niemand kan de wereld in zijn eentje veranderen.’

Paplepel

‘Aandacht voor het milieu is er bij mij met de paplepel ingegoten. Bij ons thuis lag vroeger 'Grenzen aan de groei, het rapport van de Club van Rome'. Mede door dat rapport waren mijn ouders ervan doordrongen dat we zuinig met onze leefomgeving moesten omgaan. Ik heb altijd veel belangstelling gehad voor de wereld en voor bestuurlijke vraagstukken. Op de middelbare school zat ik in de belangenorganisatie voor leerlingen. Later was ik in Groningen medeoprichter van de politieke partij 'Student en Stad'. Ik zat ook in de gemeenteraad voor die partij. Altijd met aandacht voor groene thema’s.’

Bijschenken

‘Als je het klimaatdebat volgt dan kun je somber worden. We doen collectief gewoon te weinig om de opwarming van de aarde te remmen. Maar als ik kijk naar de groeiende aandacht voor klimaat, zowel binnen Nederland als in Europa, is er ook reden voor optimisme. Jongeren gaan de straat op, bedrijven zien steeds meer in hoe bepalend klimaatverandering is voor hun toekomst. En centrale banken nemen steeds meer hun verantwoordelijkheid. Dat wijst erop dat het gelukkig wel de goede kant op gaat. Misschien is het glas halfvol, misschien halfleeg. Het is aan mensen als ik om dat glas bij te schenken.’