'In Tunesië kan iedereen meezingen met Lange Frans'

Ministeries

Ronald Sonnemans is Regionaal veiligheidscoördinator in Tunesië, Libië en Algerije. Veiligheid hier heeft directe gevolgen voor de veiligheid van Nederland. Ronald werkte hiervoor ook in minder makkelijke landen. Hoe probeert hij het verschil te maken?

‘Ik weet nog dat ik voor het eerst over Boko Haram naar Den Haag schreef. Nigeria was mijn eerste echte plaatsing buiten voor het ministerie van Buitenlandse Zaken. Veel groepen, vooral in het noorden van dat land, profiteren niet van de enorme olierijkdom. Boko Haram sprong daarop in. Als mensen geen alternatieven zien, is er ruimte voor organisaties die hele makkelijke oplossingen beloven.’

‘Ik heb ook in Afghanistan en Zuid-Soedan gewerkt. Nu werk ik als regionaal veiligheidscoördinator vanuit Tunis. Ik kom in Algerije, Libië en Tunesië. Het klopt dat dat redelijk onveilige landen zijn. Maar ik heb overal een goede tijd gehad. Je leert zo veel. Ik denk altijd maar: Stockholm en Parijs kan ik ook nog op vakantie zien.’

Uitzichtloosheid

‘Regionale veiligheidscoördinatoren dragen bij aan het versterken van veiligheid in andere landen door te helpen bij preventie van gewelddadig extremisme en terrorisme. Ontwikkelingssamenwerking gericht op de grondoorzaken van extremisme heeft hier ook invloed op. Ik vind het daarom goed dat ontwikkelingssamenwerking meer op de ring van instabiliteit rond Europa gericht is. Veel jongeren in Noord Afrika hebben weinig of geen toekomstperspectieven. Een breed gedeelde ‘droom’ in deze regio is een bootje pakken en naar Europa gaan.’

‘De ambassades in Algiers, Tripoli en Tunis sturen mij op pad. Ik reis veel. Bijvoorbeeld naar de kampen van de Polisario-beweging op de grens van Algerije en de Westelijke Sahara. Het ideaal van een onafhankelijke Westelijke Sahara leeft hier amper nog onder jongeren, maar uitzicht op een beter leven is er nog steeds niet. Dit is een echte voedingsbodem voor extremisme. Iedereen daar kent wel iemand die naar ISIS-gebied is afgereisd. We moeten ons daarom heel erg op deze jonge mensen richten.’

Giftige cocktail

‘Ook uit Tunesië zijn veel jongeren naar ISIS-gebied gereisd. Waarom is dat? Weinig toekomstperspectief en een in de optiek van jongeren repressieve overheid. Veel Tunesische jongeren krijgen voor relatief kleine vergrijpen lange gevangenisstraffen. Ze komen in de gevangenis makkelijk in contact met extremistische medegevangenen. Iemand die een keer een jointje heeft gerookt zit daar naast een jihadist. Dat is een giftige cocktail. Tegelijkertijd is Tunesië erg op Europa gericht. Het ligt heel strategisch. Daarom helpen veel landen met het weerbaarder maken van Tunesië.’

‘Ik ga bijvoorbeeld op stap met wijkagenten, die de jongeren kennen en gemakkelijk kunnen ingrijpen. Of ik bezoek een gevangenis. Ik ga dan in gesprek met cipiers hoe zij met radicalisering kunnen omgaan. En de gevangenen zelf moeten opleidingen volgen. Ze krijgen stages bij bedrijven, zodat ze beter beslagen ten ijs komen als ze vrij zijn. Je merkt dat wanneer je daar niet van tevoren over nadenkt een groot deel toch weer de verkeerde kant op gaat.’

Hiphop

‘De propagandamachine van ISIS werkt heel goed. Wij zetten daarom in op alternatieve boodschappen. Hiphop is heel populair in de Maghreb. We werken samen met jonge artiesten uit de regio en uit Nederland. Nederlandse rap wordt hier als een groot voorbeeld gezien. Iedereen kan meezingen met ‘Het land van’ van Lange Frans. Zelf houd ik meer van opera, maar ik ga natuurlijk wel braaf naar zo’n hiphopconcert.’

Ronald Sonnemans is Regionaal Veiligheidscoördinator in Tunesië, Libië en Algerije.