Jeugdadviesraad Curaçao: ‘Gebruik coronacrisis om nieuw begin te maken voor Caribisch Nederland’

Ministeries

De coronacrisis heeft ook het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden hard getroffen. Hoe denken jongeren op Aruba, Curaçao en Sint-Maarten over de toekomst na corona? De 22-jarige geneeskundestudent Damian Vieira Barreto is lid van de Jeugdadviesraad op Curaçao. ‘Ik denk dat we veel kunnen leren van COVID.’

Het zijn drukke tijden voor de Jeugdadviesraad op Curaçao. Deze maand zijn alle vier de landen van het Koninkrijk der Nederlanden weer present op de Algemene Vergadering van de VN. In aanloop naar deze topontmoeting is er deze week een digitale VN-conferentie van alle jongerenvertegenwoordigers wereldwijd.

Damian is sinds 2017 lid van de jeugdadviesraad op zijn Caribische geboorte-eiland. Een stap die hij maakte na eerst actief te zijn geweest in het vrijwilligersleven op het eiland, onder meer voor het voor het Ronald McDonald-kinderfonds.

‘Voor ons is het heel belangrijk dat jongeren op de Caribische eilanden een stem hebben op internationaal niveau. Als leden van de jeugdadviesraad van Curaçao trekken we samen op met de rest van het Koninkrijk der Nederlanden: Aruba, Sint-Maarten en Nederland. Op die manier zorg je ervoor dat je ook als kleinere landen binnen het Koninkrijk wordt gehoord.’

Zijn jongeren op Curaçao bezig met de VN?

‘Ik durf niet te zeggen dat de VN heel erg leeft onder jongeren op Curaçao. Maar de duurzaamheidsdoelen (SDGs) waar de VN voor staat, sluiten heel erg aan bij de problemen die zij ervaren. Daarom vind ik het heel belangrijk om me niet alleen lokaal in te zetten, maar juist om met een bredere internationale blik naar de problemen op Curaçao te kijken. Daarom zet ik me ook graag in voor de VN en hoe we daar als Koninkrijk zijn vertegenwoordigd.’

Met welke problemen hebben jongeren op Curaçao te maken?

‘Curaçao zit op dit moment in een heel lastige situatie. De corona-pandemie heeft de kwetsbaarheid van onze economie overduidelijk blootgelegd. Het eiland is voor het grootste deel afhankelijk van toerisme. Nu dit wegvalt, zie je hoe weinig er overblijft. Hoe instabiel de situatie is.

Er is veel jeugdwerkloosheid. Jongeren die hebben gestudeerd, hebben vaak studieschulden. Als er vacatures zijn, vragen werkgevers vaak drie, vier jaar ervaring. Maar als je nooit de kans krijgt om die op te bouwen, kom je in een uitzichtloze situatie terecht.’

Wat kunnen jongeren in Caribisch Nederland doen om de coronacrisis te overwinnen?

‘Ik denk dat we veel kunnen leren van COVID. We moeten dit moment gebruiken om een nieuw begin te maken voor onze eilanden samen, zowel binnen als buiten het Koninkrijk. Voor kleine eilandstaten zoals Curaçao, is het van belang om onze economieën opnieuw in te richten, duurzamer en minder kwetsbaar te maken. Het is heel goed dat jongeren hier in VN-verband over kunnen meepraten. We hebben het over ónze toekomst.’

Wat moet er volgens jou echt veranderen?

‘Ik ben opgegroeid op Curaçao en ben voor mijn studie geneeskunde naar Nederland gekomen. Dus ik voel me thuis in beide delen van het Koninkrijk. Op de eilanden is nu sprake van een braindrain: jonge mensen gaan de problemen uit de weg en emigreren. Een van de dingen die ik hoop te bereiken is dat jongeren zoals ik ook weer teruggaan naar Curaçao, en kansen krijgen om daar te helpen bouwen aan een nieuwe toekomst, een nieuwe duurzame economie.’ 

Wat zou jij de jongeren in Caribisch Nederland willen zeggen?

‘Het is natuurlijk heel goed dat we onze problemen kunnen aankaarten op de jongerentop van de VN. Maar de vraag is natuurlijk wat er uiteindelijk met onze stem wordt gedaan. Ik vind dat jongeren op dit punt zelf het initiatief moeten nemen. Je kunt niet alleen kijken naar de regering. We moeten niet wachten tot we kansen krijgen, we moeten ze zelf creëren.

Daarnaast denk ik dat wij jongeren een belangrijke rol kunnen spelen in de samenwerking tussen de landen binnen het Koninkrijk. Er zijn veel jongeren die zich net als ik thuis voelen in verschillende onderdelen van het Koninkrijk. We moeten juist kijken naar hoe we de samenwerking onder jongeren kunnen versterken. Niet alleen om ervoor te zorgen dat onze stem wordt gehoord, maar ook zodat er iets mee gebeurt. En dat kunnen we alleen samen.’