Toespraak minister van Defensie perspresentatie Defensievisie 2035

De toespraak van minister van Defensie Ank Bijleveld-Schouten tijdens de presentatie van de Defensievisie 2035.

Dames en heren,

Wij zijn hier om u een antwoord te geven op de vele dreigingen, die u zojuist in het clipje voorbij zag komen. Dank allen voor uw komst. En aan de mensen die via de livestream meekijken: fijn dat u op deze manier bij ons bent.

Maar eerlijk is eerlijk: ik had nu heel graag met u op 1 van onze locaties gestaan. Sterker nog: dat hadden we ook voorbereid. Om u omringd door onze mensen, open en transparant in onze eigen omgeving, te laten zien waar deze visie om draait. Maar dat was niet verantwoord geweest, want helaas laait het virus weer in alle hevigheid op.

De coronacrisis leert ons dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. Ik sprak daar vanochtend nog over op een basisschool in Den Haag. Enkele kinderen vertelden me dat zij veel met hun opa en oma over de oorlog praten. En dat die verhalen bij hen binnen komen. Dat zij daardoor beseffen hoeveel geluk zij hebben dat zij in vrede en vrijheid leven.

En zo is het. De dingen waar we iedere dag op rekenen, moeten we niet voor lief nemen. Want we hebben zoveel om te verliezen. Onze familie en vrienden… Onze normen en waarden… Onze manier van leven. Ik schrik soms van het gemak waarmee wordt gedacht: “Ons zal niets overkomen”.

Maar het is nu niet de tijd om op onze handen te zitten, af te wachten en maar te zien wat er gebeurt. Er zijn veel dreigingen, heel reëel en heel dichtbij. We moeten vooruitkijken, zodat we onze tegenstanders voorblijven. Anders verliezen we zomaar het meest kostbare, waar 75 jaar geleden zo hard voor is gevochten: onze vrijheid. Ook al voelt het misschien niet zo:

Ons Koninkrijk wordt iedere dag bedreigd. Zichtbaar… en onzichtbaar. Steeds meer, steeds vaker en steeds complexer. U zag het net al. En ook de directeur van de MIVD, generaal-majoor Jan Swillens, zei afgelopen maandag nog in de Telegraaf: “Nederland ligt in het schemergebied tussen oorlog en vrede dagelijks onder vuur.”

En ook andere inlichtingendiensten, de NAVO en EU, en onafhankelijke onderzoekers in binnen- en buitenland zeggen dat. Zij zien allemaal dat Nederlandse bedrijven, academische ziekenhuizen, dataknooppunten en kennisinstituten een gewild doelwit zijn voor spionage, sabotage en diefstal van geheimen.

U herinnert zich vast nog de Russische hackpoging bij de OPCW, een aanval die 2 jaar geleden door de MIVD werd verijdeld. En vorig week nog legde de rechtbank forse straffen op aan 6 mannen die een grote terroristische aanslag in Nederland aan het voorbereiden waren. Maar denk ook aan de vergiftiging van de Russische oppositieleider Navalny, recente cyberaanvallen op overheden – zoals de grootschalige hack van e-mailaccounts van Noorse volksvertegenwoordigers eind augustus – en de beïnvloeding van vrije verkiezingen.

Zo wordt er geprobeerd onrust en twijfel te zaaien in de samenleving, wederzijds vertrouwen en bondgenootschappelijke relaties aan te tasten en onze traditionele zekerheden onderuit te schoffelen.

Daarnaast kunnen – en mogen – we de ogen niet sluiten voor de enorme militaire opbouw in Rusland en China of de instabiliteit aan de grenzen van Europa. Want Nederland vormt een krachtige economie, die verbonden is met de wereld. En bij conflicten, betalen wij een prijs. Hoe groter en complexer het aantal dreigingen, hoe meer Nederland rekent op onze krijgsmacht. Onze mensen staan dag en nacht voor u klaar om, met gevaar voor eigen leven, u hiertegen te beschermen. Om onze manier van leven in stand te houden. Om ons veilig te houden.

Veiligheid is namelijk een harde voorwaarde voor vrijheid, welvaart en democratie. Het is een kerntaak van de overheid die prioriteit verdient. En laten we eerlijk zijn: die heeft het lang niet altijd gekregen. Met 1,7 miljard incidenteel en 1,7 miljard structureel heeft dit kabinet een eerste belangrijke stap gezet. Is dat genoeg? Nee. Het is een goed begin… Maar nu moeten we de pas versnellen. Want als wij in de toekomst willen rekenen op een sterke, moderne krijgsmacht, is er veel meer nodig.

Deze Defensievisie geeft aan wat er nodig is. Defensie moet digitaliseren en moderniseren. Defensie krijgt een nieuw profiel. En voor het eerst hebben we uitgerekend wat dat kost, namelijk 13 tot 17 miljard euro structureel per jaar, als we alles zo goed mogelijk inrichten. Nooit eerder lieten we u dat zo open zien.

Wij willen hoe dan ook in 2035 een slimme, technologisch hoogwaardige organisatie zijn, die zich snel kan aanpassen aan allerlei verschillende soorten dreigingen. Een organisatie die echt anders gaat werken: slimmer, gespecialiseerder. Met kleine zelfstandige eenheden, die desgewenst kunnen opschalen als dat nodig is. (…)

Informatie als wapen: dát is het strijdperk van nu. Wie het snelst data ophaalt, verwerkt en teruglegt bij de mensen in het veld… die wint de slag. Dat klinkt vrij abstract, dus ik geef u 2 voorbeelden. Deze staan hier ook voor u tentoongesteld.

Allereerst de nano-satelliet Brik-II, die we in de 1e helft van volgend jaar gaan lanceren samen met het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum. Daarmee halen we data op, die we vervolgens naar militair-relevante gegevens vertalen. Een soort digitale postbus, zodat troepen in het veld allerlei gegevens via de satelliet naar het hoofdkwartier van Defensie kunnen versturen, zonder dat anderen dat kunnen inzien.

Het 2e voorbeeld is de slimme integratie van radio’s met de nieuwe hoogwaardige VOSS/DOKS gevechtsuitrusting. Met een eigen energievoorziening, waardoor de communicatie tijdens langdurige operaties in stand blijft. En een tracker, waarmee militairen op een tablet in 1 oogopslag kunnen zien waar bevriende en vijandelijke troepen zijn.

Laat 1 ding hierbij helder zijn: het gaat ons niet om flitsend materieel of toonaangevende gadgets. Het gaat ons om het vinden van manieren om uit de zeeën van data zo snel mogelijk dát stukje informatie op te halen, dat voor onze operaties relevant is.

Dat vraagt om unieke capaciteiten van onze mensen. Onze mensen zijn de cruciale verbinding tussen informatie en slagkracht. De beste mensen binnen houden, en de beste mensen binnen halen… dat is belangrijk voor de toekomst. Zij moeten dit technologisch hoogwaardige werk doen. Zij moeten in staat zijn om te winnen, wanneer ze voor Nederland de strijd aangaan.

De harde waarheid is dat Defensie nu niet voldoende toegerust is voor de al deze veranderende dreigingen. We hebben nog geen goed antwoord op de militarisering van nieuwe domeinen, zoals cyber en de ruimte. En we missen het aanpassingsvermogen om met de onvoorspelbaarheid van de vijand om te gaan.

Wat Defensie nu bovenal nodig heeft – en dat zeg ik met nadruk – is langjarig politiek commitment. Zowel op de koers van de organisatie, als op het budget. Defensie heeft dit lange termijn commitment ook nodig voor de samenwerking met onze bondgenoten binnen de NAVO en onze partners in Europa. Onze huidige bijdrage is nu ruim onvoldoende. Het kan niet zo zijn dat een land als Nederland – binnenkort de vijfde economie van de EU – steevast onderaan de lijst bungelt van defensieuitgaven binnen de NAVO.

Deze visie is dan ook nadrukkelijk bedoeld om te zorgen dat de Nederlandse krijgsmacht een volwaardige bijdrage kan leveren in Europa. We zetten met deze visie daarmee in op een meer Europese koers. Dat is nieuw, maar ook noodzakelijk. We moeten de solidariteit van onze partners behouden en de gevechten samen winnen. (…) Dames en heren, Ik rond af.

De staatssecretaris, de Commandant der Strijdkrachten en ik zijn trots op deze visie. We hebben er samen met de hele organisatie ongelofelijk hard aan gewerkt. (En dat geldt ook voor alle externe relaties die helaas vanwege het coronavirus hier niet aanwezig kunnen zijn.) Het is een visie die helpt om te kiezen. Wij weten met z’n allen dat dit moet. Want veiligheid is geen luxe. We zullen, met de gehele defensieorganisatie, voor ons Koninkrijk blijven ‘vechten voor een veilige toekomst’.

Met deze Defensievisie nodig ik iedereen in de politiek, journalistiek en de samenleving uit om na te denken over wat veiligheid ons waard moet zijn. Het biedt alle aanknopingspunten, de transparantie en de verdieping om dat debat goed met elkaar te voeren.

Dank u wel.