Kabinet wil internationale en Europese positie en groeikansen Nederlandse defensie-industrie versterken

Europa moet meer zelfredzaam zijn wat betreft de ontwikkeling en productie van defensiematerieel en munitie. De Russische inval in Oekraïne onderstreept dit. De verhoogde defensiebudgetten in Europa en Nederland geven momentum aan de extra inzet op een robuuste en innovatieve Europese defensie-industrie. Het kabinet gaat diverse maatregelen uit zijn Defensie Industrie Strategie (DIS) de komende jaren met zo’n € 252 miljoen intensiveren. Dat schrijven ministers Kajsa Ollongren van Defensie, Micky Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en staatssecretaris Christophe van der Maat van Defensie vandaag aan de Tweede Kamer.

De geopolitieke situatie en het internationale dreigingsbeeld vergen nauwe samenwerking met partners en bondgenoten. Daarom kiest het kabinet nu nadrukkelijk voor een actieve (internationale en Europese) industriepolitiek gericht op het versterken van de defensiesector. Zo kan er sneller gehandeld worden naar aanleiding van bijvoorbeeld technologische ontwikkelingen, verschuivingen in de (defensie)markt en/of geopolitieke veranderingen.

De Nederlandse Defensie Technologische en Industriële Basis (NLDTIB) ) bestaat uit bijna 1.000 bedrijven met een jaaromzet van € 4,7 miljard. Deze bedrijven zijn belangrijk voor de transformatie van de krijgsmacht en voor de versterking van de Europese strategische autonomie. De NLDTIB concentreert zich op de domeinen die van belang zijn voor onze nationale veiligheid en waar Nederland sterk in is. Nederland is daarmee van toevoegde waarde in Europees en trans-Atlantisch verband. Dat zijn onder andere radartechnologie, vliegtuigbouw en -onderhoud, sensortechnologie en de bouw van oppervlakteschepen. Kennisintensieve en hoogtechnologische Nederlandse defensiebedrijven hebben ook een belangrijke rol in internationale toeleveranciersketens.

Verhoogd budget R&T en meer maatwerk

Defensie en EZK stelden in 2018 gezamenlijk de DIS op en bundelen ook nu hun krachten. Met een verhoogd budget gaat Defensie meer investeren in Research & Technology om te groeien naar € 76,7 miljoen in 2026. Ook groeit zogenoemde kort-cyclisch innovatie naar € 90 miljoen in 2026 om daarmee ook ecosystemen te versterken die voor Defensie relevant zijn. Defensie heeft ook geld gereserveerd om cofinanciering van innovatieprojecten via het Europees Defensiefonds mogelijk te maken. Via het zogenoemde innovatiefonds van de NAVO (NATO Innovation Fund) in oprichting komt de komende jaren durfkapitaal voor de ontwikkeling van technologie door startups en scale-ups. Nederland draagt hieraan bij met een totaal bedrag van circa € 56 miljoen.

Vanuit EZK is bovendien aandacht voor meer maatwerk voor de defensiesector. Het innovatie-instrumentarium van EZK moet beter toegankelijk worden, bijvoorbeeld via het thema veiligheid binnen het Missiegedreven Topsectoren en Innovatiebeleid (MTIB) en DeepTech Fonds. Het Industrieel Participatiebeleid is verder een belangrijk instrument om de NLDTIB te versterken en internationaal te positioneren.

Ook maakt het kabinet zich hard voor de toegang tot de financiële dienstverlening door de defensiesector. Er komt wetgeving om ongewenste investeerders en overnames te voorkomen. Defensie en EZK willen met deze maatregelen de Nederlandse defensie-industrie versterken en een sterke plek binnen de Europese samenwerking en het NAVO-bondgenootschap claimen.

Werkbezoek aan Maintenance Valley F-35 in Woensdrecht

Minister Adriaansens en staatssecretaris Van der Maat brachten 2 november een bezoek aan de Maintenance Valley voor de F-35 op Vliegbasis Woensdrecht om meer te horen over deze samenwerking, ook voor de lokale industrie. Verschillende bedrijven, zoals Boeing, Specto en de Luchtmacht lieten de bewindspersonen zien hoe de specifieke defensiebehoefte samen met Defensie en EZK wordt ingevuld, ook in internationaal verband. Brancheorganisaties NIDV, VNO-NCW en FME hebben een belangrijke rol hierbij om het Nederlandse MKB en start-ups te verbinden aan andere (internationale) partijen. De bewindslieden gaan op korte termijn met hen om de tafel hierover. 

Dit succesvolle ecosysteem bij Woensdrecht is een goed voorbeeld. De kracht van deze Maintenance Valley is te vertalen naar andere domeinen van de krijgsmacht. Zo wordt er samengewerkt aan de ontwikkeling van een maritieme Maintenance Valley in Den Helder, onder andere in het kader van de verwerving van de nieuwe onderzeeboten. Daarbij is internationale coördinatie vereist, zowel door overheid als industrie. We willen duplicatie van ontwikkelingen in Europa voorkomen.

EU en NAVO

Ook binnen de EU en de NAVO is er drang om gezamenlijk de Europese industrie en militaire slagkracht te verhogen. Het belang van samenwerking, standaardisatie en interoperabiliteit bij verwerving van toekomstig materieel is daardoor toegenomen. Nederland wil hierin voorlopen.

Door meer internationale materieelsamenwerking wordt de gezamenlijke gereedheid verhoogd en fragmentatie tegengegaan. Nederland wil een voortrekkersrol hierin vervullen. Voorbeelden zijn de samenwerking met België en Duitsland en deelname in toekomstig Europese en trans-Atlantische defensiematerieelprogramma’s, vergelijkbaar met het F-35 programma.