Budgettaire adviezen van de Studiegroep Begrotingsruimte

Politieke partijen krijgen nu alvast vier aanbevelingen van de Studiegroep Begrotingsruimte als houvast bij het schrijven van hun verkiezingsprogramma’s voor de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021. In het najaar komt de Studiegroep met een uitgebreid advies over welke begrotingssystematiek en welke begrotingsdoelstelling een volgend kabinet aan zou kunnen houden. Minister van Financiën Hoekstra heeft de brief met de eerste aanbevelingen van de onafhankelijke 16e Studiegroep Begrotingsruimte vandaag doorgestuurd naar de Eerste en Tweede Kamer.

De Studiegroep adviseert aan het einde van iedere kabinetsperiode op basis van de laatste inzichten en de actuele omstandigheden een volgend kabinet over de begrotingssystematiek en de begrotingsdoelstelling. De groep bestaat uit ambtenaren van verschillende departementen, experts van het CPB, SCP, PBL en DNB en wordt voorgezeten door de secretaris-generaal van het ministerie van Financiën.

Aanvankelijk zou de Studiegroep het volledige advies voor de zomer presenteren, maar gezien de onzekerheid over de precieze impact van de coronacrisis op de economie en de overheidsfinanciën, is besloten het complete advies pas in het najaar af te ronden. Dan is er naar verwachting meer zicht op de economische en budgettaire uitgangssituatie van een volgend kabinet.

Aanbevelingen

Nu het economisch flink tegenzit moet het begrotingsbeleid zo veel mogelijk rust brengen. Dat gaat voor een deel automatisch: Door de crisis zijn de belastinginkomsten tijdelijk lager en de WW- en bijstandsuitkeringen hoger. Ook de tijdelijke noodmaatregelen helpen om de economie te stabiliseren. De aanspraak op regelingen zoals de NOW en de TOZO nemen automatisch af bij een verbetering van de economie.

Advies 1: Laat de automatische stabilisatiefunctie van de begroting zijn werk doen en voer op de korte termijn geen bezuinigingen of lastenverzwaringen door met als (enige) doel saldoverbetering

Mede dankzij de afbouw van de schuld in de afgelopen jaren kan de begroting de economische schok op dit moment opvangen. We weten echter nog niet wat de gevolgen zijn voor de economie en de overheidsfinanciën op de iets langere termijn. In die onzekerheid is het vooralsnog onverstandig om voor de langere termijn extra verplichtingen aan te gaan of belastingen te verlagen zonder dat hier extra inkomsten of lagere uitgaven tegenover staan. In een negatief scenario zouden er anders op termijn extra bezuinigingen of lastenverzwaringen moeten volgen.

Advies 2: Gelet op de grote onzekerheid ziet de Studiegroep op dit moment geen budgettaire ruimte (per saldo nul) voor extra structurele intensiveringen of lastenverlichtingen. Tijdelijke investeringen kunnen verstandig zijn als ze de economische groei structureel verhogen.

Het is een politieke keuze of er extra geld gaat naar bijvoorbeeld de zorg, onderwijs, veiligheid of iets anders. Om die afweging te maken is het van belang dat er een gelijke uitgangspositie is tussen collectieve sectoren. Het zorgbudget groeit – in het basispad – echter automatisch harder, doordat ook extra middelen beschikbaar worden gesteld voor kwaliteitsstijgingen en een hogere zorgvraag als gevolg van een stijging van het besteedbaar inkomen. Dit vergt geen expliciet politiek besluit. Dit komt doordat in de zorgwetten is vastgelegd dat zorg ‘naar stand van de wetenschap en praktijk’ onderdeel uitmaakt van het pakket. Verbetering van kwaliteit komt in de andere collectieve sectoren pas tot stand nadat de politiek hiertoe heeft besloten. Door dit mechanisme verdringen de zorguitgaven andere collectieve uitgaven en staat – door de stijgende zorgpremies en belastingen – het besteedbaar inkomen onder druk. De Studiegroep is zich ervan bewust dat in de huidige coronacrisis alles gedaan moet worden om de zorg te ondersteunen bij de bestrijding van de gezondheidseffecten van het coronavirus. Dat laat onverlet dat voor de lange termijn de zorguitgaven beheerst zullen moeten worden.

Advies 3: Zorg voor een gelijke budgettaire behandeling van de collectieve sectoren. Dit vraagt om beheersing van de zorguitgaven en draagt op die manier bij aan de gezondheid van de Nederlandse overheidsfinanciën op de lange termijn.

Een deel van de huishoudens en bedrijven heeft nauwelijks buffers opgebouwd om een economische schok op te kunnen vangen. Daardoor zijn zij kwetsbaar en in tijden van crisis afhankelijk van de overheid. Het zou goed zijn om hervormingen uit te werken die deze kwetsbaarheden aanpakken. Daarbij is het belangrijk om in de timing rekening te houden met de stand van de economie. Het langzaam infaseren van een hervorming kan voorkomen (of de kans verkleinen) dat het kabinet procyclisch beleid voert.

Advies 4: Neem maatregelen die economische kwetsbaarheden wegnemen en de schokbestendigheid van de economie vergroten. Maak hierover afspraken in het Regeerakkoord en heb oog voor de conjunctuur bij het bepalen van het moment van invoering of het infaseerpad.