Belastingplan 2021: beter, eerlijker en duurzamer uit de crisis

In het pakket Belastingplan 2021 staan extra maatregelen om economische groei in deze coronacrisis te stimuleren. Tegelijkertijd biedt het kabinet ook perspectief voor de periode daarna. Het kabinet gaat door met hervormingen, met maatregelen voor een beter, eerlijker en groener belastingstelsel. Dit staat in het pakket Belastingplan 2021.

Staatssecretaris Hans Vijlbrief van Financiën: “Juist in een crisis is het belangrijk de blik op de toekomst vast te houden. Daarom nemen we met dit Belastingplan maatregelen voor nu én voor later, zodat we met een eerlijker en groener belastingstelsel uit de crisis komen. Multinationals gaan bijvoorbeeld een eerlijker aandeel belasting betalen. Voor kleine bedrijven met weinig winst verlagen we de tarieven. We verbeteren de toegang voor starters tot de woningmarkt en het aantal kleine spaarders en beleggers dat straks belasting over vermogen betaalt daalt met bijna 1 miljoen mensen. Ook vergroenen we de belastingen met een CO2-heffing, waarmee we bedrijven in de industrie stimuleren de CO2-uitstoot te verminderen.”

In het Belastingplan 2021 staan onder andere de volgende maatregelen.

Maatregelen in verband met corona

Mensen die in deze crisis hun baan verliezen, moeten zich zo makkelijk mogelijk kunnen omscholen. Daarom betalen werkgevers voortaan geen loonheffing meer voor scholingskosten gemaakt ná het beëindigen van het dienstverband.

De eerder aangekondigde verlaging van het hoge tarief van de vennootschapsbelasting gaat niet door, waardoor dit tarief op 25% blijft. Zo creëert het kabinet financiële ruimte om juist nu de economie te versterken.

Het kabinet stimuleert bedrijven om investeringen te doen met een nieuwe investeringskorting vanaf 2021, de baangerelateerde investeringskorting (BIK). Als bedrijven een investering doen, zoals de aankoop van een nieuwe machine krijgen ze een korting die ze kunnen verrekenen via de loonheffing. Details van de regeling worden nog verder uitgewerkt.

De verlaging van het lage Vpb-tarief van 16,5% naar 15% gaat wel door. Bovendien gaan meer MKB-bedrijven in de komende jaren dit lagere tarief betalen. Vanaf 2021 geldt het lage tarief voor winsten tot € 245.000 in plaats van € 200.000. In 2022 zal deze grens verder verhoogd worden naar € 395.000.

Maatregelen voor ons allemaal

Het kabinet verbetert de toegang voor starters tot de woningmarkt. Vanaf 2021 betalen huizenkopers van 18 tot 35 jaar geen overdrachtsbelasting meer. Beleggers gaan juist meer betalen: van 6% naar 8%.

Het kabinet biedt ook lastenverlichting. Spaarders en kleine beleggers met een vermogen tot € 50.000 (of € 100.000 met fiscaal partner) betalen vanaf 2021 geen belasting meer over dat vermogen. Het tarief van de belasting gaat wel iets omhoog van 30% naar 31%. Het aantal kleine spaarders en beleggers dat box 3-belasting betaalt daalt hierdoor met bijna 1 miljoen mensen. En het betekent dat iedereen met spaargeld of belegd vermogen tot € 220.000 (of € 440.000 met fiscaal partner) daarover minder belasting gaat betalen.

Door de verhoging van de arbeidskorting uit 2022 een jaar naar voren te halen, gaat werken komend jaar meer lonen. Zowel werknemers als zelfstandigen profiteren hiervan. Deze verhoging komt bovenop een al eerder geplande verhoging voor 2021. Ook de algemene heffingskorting wordt extra verhoogd met € 22, bovenop de € 60 die al gepland was. In 2021 daalt het basistarief in de inkomstenbelasting van 37,35% naar 37,10%. Het kabinet verlaagt dit tarief tussen 2022 en 2024 verder, tot uiteindelijk 37,03%. Tot slot wordt ook de ouderenkorting verhoogd.

Belastingen voor ondernemers

De zelfstandigenaftrek wordt verder verlaagd. Het kabinet compenseert dit, zodat de meeste zelfstandigen er volgend jaar nog steeds op vooruit gaan (arbeidskorting en wijziging inkomstenbelasting). Het kabinet bouwt de zelfstandigenaftrek sneller en sterker af, bovenop de stappen die vorig jaar al zijn ingezet. Vanaf volgend jaar wordt de aftrek jaarlijks verlaagd; totdat deze in 2036 uitkomt op € 3.240. Dit was oorspronkelijk € 5.000 in 2028. Hiermee worden de verschillen in belastingdruk tussen werknemers en zelfstandigen verminderd.

Multinationals zullen eerlijker worden belast, met oog voor het vestigingsklimaat. Nu kan het gebeuren dat bedrijven die in Nederland winst maken hier geen belasting betalen dankzij verrekening van verliezen of van bepaalde aftrekposten. Juist in economisch zware tijden is het belangrijk dat sommige bedrijven niet méér mogelijkheden hebben om hun belastingdruk te verlagen dan andere. Dit wordt daarom aangepakt met 2 maatregelen uit het advies van de Adviescommissie belastingheffing van multinationals (Commissie Ter Haar). Deze maatregelen zijn:

  • Het verrekenen van verliezen bij bedrijven wordt per 2021 beperkt; dit levert structureel € 555 miljoen op. De vennootschapsbelasting die door bedrijven wordt betaald is hierdoor constanter en de groep bedrijven die in een jaar helemaal geen belasting betaalt, wordt kleiner.
  • Zogenaamde informeel kapitaalstructuren worden per 2022 aangepakt, dit levert structureel € 173 miljoen op. Via deze structuren kunnen bedrijven binnen een concern belasting ontwijken door gebruik te maken van verschillen tussen belastingstelsels. Dit is onwenselijk en wordt aangepast.

Ook onderzoeken we het fiscaal gelijker behandelen van vreemd en eigen vermogen. Bedrijven financieren nu veel met leningen en zijn daardoor kwetsbaar. Lenen (vreemd vermogen) wordt nu fiscaal bevoordeeld. We onderzoeken of dit met een vermogensaftrek effectief kan worden aangepakt, waarbij het aanscherpen van een generieke renteaftrekbeperking (earningsstrippingmaatregel) zal worden meegenomen.

Het wetsvoorstel liquidatie- en stakingsverliesregeling is naast het Belastingplan 2021 op Prinsjesdag ook naar de Tweede Kamer gestuurd. Hiermee komt per 2021 een einde aan het onbeperkt aftrekken van bepaalde verliezen in Nederland bij het beëindigen van bedrijfsactiviteiten in het buitenland.

Belastingen voor het klimaat

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat industriële bedrijven worden gestimuleerd om te investeren om minder CO2 uit te stoten. Als bedrijven alsnog te veel CO2 uitstoten, gaan ze een CO2-heffing betalen. De heffing is zo ontworpen dat het doel in 2030 behaald wordt terwijl tegelijkertijd de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven, en Nederland als vestigingsland, behouden blijft. Hoe efficiënter een bedrijf produceert, hoe minder heffing het hoeft te betalen. Alleen de bedrijven die de afgesproken vermindering in CO2 niet realiseren, riskeren een heffing in 2030 van € 125 per ton teveel uitgestoten CO2, volgens de huidige inzichten. Het tarief wordt bij nieuwe inzichten herijkt, na herberekening door PBL. In de CO2-heffing wordt rekening gehouden met de gevolgen van de coronacrisis voor de industrie. Naar verwachting gaat de industrie als geheel in 2024 voor het eerst voor de uitstoot betalen, behalve als ze voldoende reductiemaatregelen nemen. Bedrijven die niet voldoende efficiënt produceren betalen al eerder voor hun uitstoot.

De autobelastingen worden aangepast aan de scherpere milieueisen. De stroom bij oplaadpunten voor elektrische auto’s blijft relatief goedkoop tot en met 2022. Voor schepen wordt het aantrekkelijker om gebruik te maken van milieuvriendelijkere walstroom (in plaats van eigen generatoren) door verlaging van het tarief voor walstroom.

Toeslagen

Het kabinet werkt aan verbeteringen in het toeslagenstelsel. In het Belastingplan staan voorstellen om dat te bereiken: een eerlijker stelsel, met meer oog voor de menselijke maat. De voorstellen regelen dat de positie van mensen met een toeslag ten opzichte van de Belastingdienst/Toeslagen, verbetert. Ook kan de Belastingdienst/Toeslagen straks beter maatwerk bieden aan mensen die teveel ontvangen toeslagen moeten terugbetalen. En er wordt meer rekening gehouden met de persoonlijke situatie. Zo kunnen mensen meer kinderopvangtoeslag krijgen als hun echtgenoot in een verpleeghuis is opgenomen. Dit zijn eerste stappen op weg naar verbetering. In de toekomst zullen verdere maatregelen worden genomen om te voorkomen dat ouders in de knel komen door het toeslagenstelsel.