Beschikbaarheidsvergoeding OV goedgekeurd door Europese Commissie

De Europese Commissie heeft de staatssteunmelding die door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is ingediend om de beschikbaarheidsvergoeding aan ov-bedrijven te kunnen uitbetalen, goedgekeurd. Met de beschikbaarheidsvergoeding worden ov-bedrijven gecompenseerd voor de kosten die zij maken om tijdens de coronacrisis bussen, treinen en metro’s te laten rijden. De verwachting is dat de vervoersbedrijven deze maand de eerste voorschotten zullen ontvangen

Staatssecretaris Stientje van Veldhoven noemt het een belangrijke stap dat de Europese Commissie akkoord is met de steun: “Het openbaar vervoer is een vitale sector voor Nederland. Zonder het ov kan een verpleegkundige niet op haar werk in het ziekenhuis komen en kan een mantelzorger niet naar een familielid reizen dat hulp nodig heeft. Tijdens deze crisis is het cruciaal dat mensen die zijn aangewezen op het openbaar vervoer daar gebruik van kunnen blijven maken.”

Compensatie van de kosten

Met de beschikbaarheidsvergoeding neemt het kabinet meer dan 90% van de kosten die ov-bedrijven tijdens deze crisis maken op zich. Voor dit jaar is hiervoor 1,5 miljard euro gereserveerd en voor de eerste helft van 2021 740 miljoen euro.

Door de daling van het aantal reizigers zijn de inkomsten van de ov-bedrijven sterk afgenomen. Tegelijkertijd heeft het kabinet vervoerders gevraagd om de dienstregelingen op peil te houden zodat het ov haar rol als vitale sector kan blijven vervullen.

Daarnaast hebben ov-bedrijven maatregelen moeten treffen om de kans op besmetting met het coronavirus tijdens reizen met het openbaar vervoer zo klein mogelijk te maken. Zo zijn er in sommige voertuigen plexiglas schermen geplaatst, is bewegwijzering aangepast en zijn er extra handhavers ingezet om de mondkapjesplicht te handhaven.

14 bedrijven

De beschikbaarheidsvergoeding is er niet alleen voor grote ov-bedrijven zoals de NS, maar voor alle vervoerders die in opdracht van de rijksoverheid of een decentrale overheid het openbaar vervoer in Nederland verzorgen. In totaal gaat het om 14 bedrijven die aanspraak kunnen maken op de vergoeding.

De afgelopen maanden zijn er gesprekken geweest met de Europese Commissie om ervoor te zorgen dat de beschikbaarheidsvergoeding passend binnen de regels van het Europees Recht kan worden uitgekeerd. Dit heeft er toe geleid dat er voor de periode maart tot en met augustus een staatssteunmelding is gedaan die door de Europese Commissie is goedgekeurd. Voor de periode vanaf september tot en met de eerste helft van 2021 zijn de concessieovereenkomsten van de vervoerders aangepast zodat een staatssteunmelding voor deze periode niet nodig is.