Toespraak minister Grapperhaus Congres ’10 jaar bestrijding van high impact crimes’

Toespraak Minister van Justitie en Veiligheid Grapperhaus Congres ’10 jaar bestrijding van high impact crimes’, Rotterdam, De Doelen, 13 mei 2019.

Dames en heren,

Tien jaar bestrijding van high impact crimes. Wat een bijzonder moment om daar vandaag met zijn allen bij stil te staan in Rotterdam, dé bakermat van de Taskforce Overvallen en Straatroven.

Daling

Met zijn allen, zeg ik in navolging van burgemeester Aboutaleb met nadruk. Want zonder jullie aller inzet was er geen daling van het aantal overvallen van 2.898 in 2009 naar 1.142 in 2018. Zonder jullie inzet geen afname van de straatroven van 8.390 in 2009 naar 3.532 vorig jaar. Evenmin was zonder jullie bijdrage geen daling van het geweld bereikt van 105.365 in 2009 naar 72.597 in 2018. En de strijd tegen woninginbraken, die later aan de HIC-aanpak is toegevoegd, kon zonder jullie inzet niet afnemen van 91.930 in 2012 naar 42.798 in 2018.

Trots

Met jullie kijk ik vandaag met trots terug op de bereikte resultaten en prijs ik jullie inzet voor de veiligheid van ons land. Dank! In het bijzonder wil ik ook mijn dank uitspreken voor de onvermoeibare inzet van de Taskforce Overvallen en in het bijzonder van burgemeester Aboutaleb, die tien jaar lang met grote betrokkenheid, passie, loyaliteit en een positief kritische inbreng de Taskforce heeft geleid. Met hem aan het roer is dit gremium een toonbeeld van de Rotterdamse instelling: niet praten maar poetsen. Gewoon doen! Prachtig.

Veiligheid kerntaak

Dames en heren, in mijn functie word ik minister van Justitie en Veiligheid genoemd. Daarmee wordt terecht tot uitdrukking gebracht dat veiligheid een kerntaak is van de overheid. In een heel ver verleden was dat wel anders. Toen moest je het recht in eigen hand nemen om je have en goed te verdedigen. In de loop van de tijd is de kracht van de staat gegroeid en werd de veiligheid steeds meer als een overheidstaak gezien.

Pas in de laatste veertig jaar is er een omslag gekomen in dit denken. De criminaliteit nam in de jaren zeventig van de vorige eeuw fors toe. Van slechts een beperkt deel van de delicten werd aangifte gedaan. En een nog kleiner deel van deze aangiftes leidde tot de opsporing van de vermoedelijke daders. En opnieuw daarvan een nog kleiner deel van de opgespoorde verdachten, werd vervolgd en veroordeeld.

Deze strafrechtelijke trechter maakt duidelijk dat het optreden van de overheid tegen criminaliteit alleen maar een sluitstuk kan vormen van de totale aanpak. Maar er is meer.

Ja, als minister ben ik verantwoordelijk voor de veiligheid. Maar burgers, bedrijven, gemeenten en maatschappelijke organisaties zijn net zo verantwoordelijk. Bij de afdeling Aanpak High Impact Crimes van mijn ministerie hebben ze dat goed begrepen. Zojuist heeft u in vier presentaties kennis kunnen nemen van onze aanpak van overvallen en straatroven, geweld, woninginbraken en heling. Achter die aanpak schuilt een duidelijk filosofie.

Zeven pijlers

Typerend voor de HIC-aanpak is de strategische inzet van een mix van dadergerichte, slachtoffergerichte en situationele preventieve en repressieve maatregelen. Zeven pijlers stutten deze aanpak. Ten eerste natuurlijk de analyse van de aard en omvang van de high impact crimes, de plegers en slachtoffers, hot times en hot places, de risicofactoren en beschermende factoren, de partners en witte vlekken in de aanpak.

Van tijd tot tijd maken we daarbij dankbaar gebruik van de rapporten die in opdracht van de Taskforce worden uitgebracht onder supervisie van professor Cyrille Fijnaut. Spoiler alert: het slotwoord van Cyrille tijdens dit congres belooft een boeiende te worden!

De tweede pijler bestaat uit de inzet van bewezen effectieve maatregelen, het doorontwikkelen van veelbelovende maatregelen en ontwikkelen van innovaties. Een mooi voorbeeld is de door ons ontwikkelde gedragsinterventie ‘Alleen jij bepaalt wie je bent’. Dat is een combinatie van effectieve acties waarbij je voorkomt dat dat risicojongeren afglijden naar een crimineel leven. 

Evaluatie van de getroffen maatregelen vormt als derde pijler een onmisbaar bestanddeel van de HIC-aanpak. We willen weten wat werkt en wat niet werkt en waaróm, zodat we daaruit lering kunnen trekken voor de toekomst.

Waar nodig vertalen we wat we ontdekt hebben in wetgeving, de vierde pijler. Neem de Wet middelenonderzoek bij geweldplegers, die de politie de bevoegdheid geeft een alcohol- en drugstest af te nemen. Middelengebruik is een belangrijke risicofactor voor geweld. Via verzwaring van de strafeis danwel de inzet van bijzondere voorwaarden biedt het strafrechtelijk traject dankzij deze nieuwe wet meer mogelijkheden het overmatig drank- en drugsgebruik terug te dringen.

Communicatie, de vijfde pijler, zetten we ieder jaar in. Met onze Harm Alarm in de hoofdrol. De campagnes vormen een belangrijke ondersteuning voor het gevoerde beleid. Ze blijken veel bekendheid te genieten, zoals de campagne met tips tegen woninginbraken. Licht aan, ramen dicht, deur op slot. Frappez toujours, noemen ze dat in de reclame: blijf de boodschap herhalen tot deze tot iedereen is doorgedrongen.

Pijler zes en zeven vormen wat mij betreft de kern van de totale HIC-aanpak, zonder welke de andere vijf pijlers het gewelf niet kunnen stutten. Het gaat hierbij om de samenwerking tussen publieke en private partijen en de borging van de HIC-aanpak. Ik zei het al aan het begin van mijn toespraak: zonder deze samenwerking zouden we nooit de resultaten geboekt hebben waar we nu zo vol tevredenheid op terugkijken.

Burgemeester Aboutaleb stond in zijn toespraak al stil bij de grenzen van wat we als overheid van burgers en bedrijven mogen verwachten. Hij keek daarbij vooral naar de situaties waarbij grenzen overschreden worden. Als minister van Justitie en Veiligheid ben ik blij dat ik in mijn toespraak binnen de grenzen mag blijven en zo mijn betoog kan spiegelen aan dat van de Taskforce-voorzitter.

Inzet burgers en bedrijven

Dames en heren!

De mede verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven in het veiligheidsdomein zie ik primair in de preventieve maatregelen. Uit de cijfers blijkt dat driekwart van de bedrijven zich beveiligt. Vooral bij de aanpak van overvallen stimuleren en faciliteren wij dat ook van harte.

Ook burgers zijn preventief actief. Uit de Veiligheidsmonitor 2018 blijkt dat 76 procent buitenverlichting heeft en 65 procent extra veiligheidssloten tegen woninginbraken. 42 procent laat thuis het licht branden als er niemand aanwezig is. En 30 procent laat waardevolle bezittingen thuis om beroving op straat te voorkomen. Op een aantal punten mogen die percentages wat mij betreft trouwens nog wel verder omhoog.

De inzet van burgers en bedrijven reikt verder dan alleen het treffen van preventieve maatregelen. In eerder onderzoek zijn zeven rollen geïdentificeerd. Denk bijvoorbeeld aan informeel toezicht via buurtpreventie. Maar ook aan het helpen van de opsporing door verdachte situaties te melden aan de politie en tips door te geven. Of aan het opknappen van de wijk, zodat overlast en verloedering worden bestreden. In een verloederde wijk is de kans op criminaliteit immers aantoonbaar hoger. Denk ook aan buurtconflicten die in een vroeg stadium beslecht worden via buurtbemiddeling en aan het onderling delen van informatie via een Buurt Veilig app.

Stop Heling

Mooi vind ik de bijzondere verantwoordelijkheid die opkopers en particulieren nemen bij de voorgenomen inkoop van tweedehands goederen. Door vooraf via Stop Heling te controleren of een goed als gestolen geregistreerd staat, helpen zij bij het frustreren van de afzetmarkt voor gestolen goederen. Er zijn zelfs burgers die de politie actief helpen bij het opsporen van een selectie van gestolen spullen via het internet.

Bij al deze voorbeelden van burgerparticipatie in het veiligheidsdomein wordt in mijn visie een grens bereikt wanneer men bevoegdheden inzet die uitsluitend voorbehouden zijn aan de dienaren der wet. Het recht in eigen hand nemen, een doe-het-zelf justitie via naming en shaming op internet, daar moet je heel voorzichtig mee zijn. We moeten ervoor waken dat de grenzen die bij wet zijn gesteld, overschreden worden in een wereld – en dat realiseer ik me terdege - met volop verschuivende panelen. Als minister sta ik dan ook pal voor een goede balans tussen de verantwoordelijkheden van publieke én private partijen.

Dames en heren, over high impact crimes en samenwerking met u allen valt veel te zeggen en nog meer te doen. Ik hoop dat dit congres veel inspiratie biedt voor een eendrachtige en nog succesvollere aanpak. Laat de daders niet lopen en laat de slachtoffers niet zitten! Laat desnoods de daders zitten, maar liever nog, voorkomen we dat ze daders worden.

Als u begrijpt wat ik bedoel.

Ik wens u een goede bijeenkomst toe.