Toespraak door minister Grapperhaus bij de symbolische iftar

Toespraak door minister Grapperhaus bij de symbolische iftar van het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) op 13 mei 2020 in Den Haag.

Dames en heren,

Assalamu alaikum

Ik ben vereerd dat u mij heeft uitgenodigd om bij deze bijzondere nationale iftar te spreken. Dank daarvoor.

Tel geen dagen, maar zorg dat de dagen tellen.

Deze uitspraak van bokslegende Muhammad Ali zit nu al dagen in mijn hoofd. Want hoe verleidelijk is het om de dagen te tellen dat het coronavirus ons land al in zijn greep houdt? Om te treuren over wat nu allemaal niet meer kan?

Maar wat levert dit ons op? Helemaal niets. En voordat je het weet, is er alweer een dag treurend doorgebracht. Een dag waarop je ook naar iemand had kunnen omkijken.

Omkijken naar een ander, daar draait het binnen welke religie dan ook om. Ook binnen de Islam en zeker nu tijdens de ramadan. Een tijd waarin u nog meer dan anders verbinding zoekt. Door barmhartigheid te tonen. Door vrijgevig te zijn. En door de waardevolle eigenschap van zelfdiscipline te vergroten.

Precies deze waarden van barmhartigheid, vrijgevigheid en zelfdiscipline hebben we nu zo hard nodig.

Uit voorzorg sloot u zo goed als alle moskeeën. Vaak nog vóórdat samenkomsten werden verboden. U deed dit eensgezind om de kwetsbaren onder ons te beschermen en gaf daarmee het goede voorbeeld.

We blijven binnen, zodat het buiten weer veilig wordt. Ons thuis als middel in de strijd en niet meer alleen als ankerpunt.

Dat is een harde werkelijkheid in een maand waarin u zo gewend bent om elkaars warmte op te zoeken. Om uw voordeur wagenwijd open te zetten voor degenen die eenzaam zijn of die het niet breed hebben. Om samen te bidden en de iftar te delen.

Maar ook al moet u de voordeur dicht houden, toch hoeft die saamhorigheid niet verloren te gaan. Hoe moeilijk het ook is om de fysieke aanwezigheid van anderen te moeten missen.

Mijn complimenten voor hoe de moslimgemeenschap hiermee omgaat.

Nu iedereen meer tijd in huis doorbrengt, is er ook meer tijd voor bezinning. Tijd om dingen in een nieuw perspectief te plaatsen. Een herwaardering van wat echt belangrijk is in het leven. En een kans om daar onze samenleving op in te richten.

In alle lagen van onze samenleving zie ik dat solidariteit deel uitmaakt van onze nieuwe dagelijkse routine. Zoals u al gewend bent om tijdens de ramadan uw eten te delen met anderen, zetten vele mensen zich nu nog meer in voor hun oudere buurman of zieke buurvrouw.

Ze doen de dagelijkse boodschappen of maken een praatje op veilige afstand met mensen die ze eerder niet opmerkten.

Ik hoop dat we dit kunnen blijven opbrengen. Ook als de coronacrisis nog maanden aanhoudt. Onze zelfdiscipline, ons geduld zal daarbij op de proef worden gesteld.

En daarbij realiseer ik mij dat sommige mensen harder worden getroffen door de maatregelen dan anderen. Ik noem kleine zelfstandigen, horeca-uitbaters, sportschoolhouders, maar ook energieke jongeren.

Er kan een kantelpunt komen, waarop hun problemen hen boven het hoofd groeien, hun geduld opraakt en ze alleen nog maar de dagen kunnen tellen. Juist dan moeten we naar hen blijven omkijken en optimistisch blijven.

Alleen samen kunnen we ervoor zorgen dat de dagen tellen. Ook voor hen voor wie de dagen nu uitzichtloos lijken. Want alleen samen kunnen we bergen verzetten.

Ramadan Moebarak!