Reactie Broekers-Knol op interview AD

Afgelopen zaterdag heeft het Algemeen Dagblad een interview met mij gepubliceerd over onder andere de opvangcapaciteit bij het COA, de hogere instroom van asielzoekers en Afghanistan.

Ik noem daarin de term ‘braindrain’, het verschijnsel dat het hoogopgeleide deel van de bevolking een land verlaat. Dat is slecht voor een land en dat is een zorg die ik oprecht voel. Maar ik had dat niet moeten noemen in de context van dit deel van het interview, dat vooral ging over de mensen die nu Afghanistan proberen te verlaten. Het kabinet spant zich in om hen te ondersteunen en degenen onder hen die in aanmerking komen om naar Nederland te komen, daarbij te faciliteren. Voor hen, mensen op de vlucht voor geweld en vervolging, is ons asielsysteem immers bedoeld. 
 
Ik heb tevens een hypothetische rekensom gemaakt. De boodschap was: als de hulpvraag die per mail is binnengekomen, zou leiden tot 100 duizend nieuwe asielzoekers, dan kan ons asielsysteem dat niet aan. Maar hiermee heb ik niet vooruit willen lopen op hoe het kabinet omgaat met de hulpvragen die zijn binnengekomen. Ik had dit hypothetische aantal van 100 duizend niet moeten noemen.   
 
Het was mijn bedoeling de dilemma's te schetsen die verbonden zijn aan de vraagstukken rondom bescherming van mensen in nood wereldwijd en de mogelijkheden voor Nederland om daaraan bij te dragen. Mijn opmerkingen over de braindrain en de opvangcapaciteit waren in die algemene zin bedoeld. Ik had dat zorgvuldiger moeten verwoorden en betreur dat ik dat niet gedaan heb.