Convenant dierwaardige veehouderij

Het kabinet wil de verdere ontwikkeling realiseren naar een dierwaardige veehouderij. Dat wil zeggen: een veehouderij waarin het welzijn en de gezondheid van dieren het uitgangspunt zijn. In de zienswijze “Dierwaardige veehouderij” beschrijft de Raad voor Dierenaangelegenheden de zes leidende principes voor een veehouderij waarin dieren een positieve staat van welzijn ervaren.

Vergroot afbeelding

Beeld: ©RDA
Zes leidende principes voor een dierwaardige veehouderij

Gesprekken om te komen tot een convenant

Om de beoogde ontwikkeling vorm te geven is door een kerngroep van partijen sinds oktober 2022 gewerkt aan een convenant dierwaardige veehouderij. Meer informatie over de aanleiding en de opdracht die de minister heeft meegegeven aan het convenanttraject, is te vinden in de Kamerbrief die de minister van LNV op 4 november 2022 naar de Tweede Kamer stuurde. De deelnemers willen met dit convenant afspraken maken om samen verder te werken naar een dierwaardige veehouderij in 2040, waarin de zes leidende principes voor een dierwaardige veehouderij in de praktijk van de veehouderijbedrijven, de markt en de keten zijn ingevuld.

De gesprekken worden geleid door Elbert Roest. Hij heeft Bram van Ojik opgevolgd, die deze rol heeft vervuld tot 30 maart 2023. De deelnemers zijn (in alfabetische volgorde) Caring Farmers, CBL, COV, de Dierenbescherming, de Duurzame Zuivelketen, FNLI, LTO, LTO/NOP (ook als contactpersoon voor ANEVEI, COBK en NEPLUVI), NAJK, POV, SBK en het ministerie van LNV.

Stand van zaken

Op 7 december 2023 heeft Elbert Roest verslag gedaan over hoe de gesprekken er nu voor staan. De deelnemers vinden het belangrijk om verder te blijven werken naar een veehouderij volgens de zes leidende principes. De gesprekken maken duidelijk dat zij hier wel duidelijke handvatten en afspraken voor nodig hebben. Daarover hebben zij de afgelopen periode veel goede gesprekken gevoerd. Dat was niet eenvoudig, want iedere partij heeft zijn eigen achterban, belangen en wensen.

In de gesprekken ging het over de aanpassingen die gedaan kunnen worden op het boerenerf van veehouderijbedrijven. Denk hierbij bijvoorbeeld aan meer leef- en bewegingsruimte voor dieren, verbetering van de diergezondheid en het stalklimaat, jonge dieren langer bij de moeder laten, eventuele (overdekte) uitloop naar buiten, omgevingsverrijking, daglicht in stallen, uitfaseren van ingrepen in de integriteit van het dier, en onbeperkt toegang tot voer en water. Ook gingen de gesprekken over de randvoorwaarden waaronder aanpassingen kunnen worden gedaan. Voorbeelden hiervan zijn dat veehouders vergunningen kunnen krijgen voor de benodigde aanpassingen, of dat zij leningen kunnen afsluiten bij de bank om de aanpassingen te kunnen betalen. Veel is al duidelijk geworden over de afspraken die deelnemers willen maken, maar op onderdelen zijn nog verschillen van inzicht, zoals welke randvoorwaarden nodig zijn om de stappen richting een dierwaardige veehouderij te kunnen nemen.

De gesprekken hebben nog niet geleid tot het vastleggen van afspraken in een convenant dierwaardige veehouderij. Dat heeft te maken met de verschillende belangen van de deelnemers,  de complexiteit die het oplossen van sommige knelpunten in het dierenwelzijn met zich meebrengt en de demissionaire status van het kabinet. Deelnemers willen wel doorgaan met de gesprekken en zullen dit de komende tijd ook doen om hun plannen en afspraken verder uit te werken.

De aanbiedingsbrief en het verslag van de voorzitter zijn hier te vinden. De bijlagen bij het verslag zijn hier te vinden.