Tijdelijke regeling krachtvoer voor melkvee in kader van stikstofaanpak

Om de stikstofdepositie uit de melkveehouderij nog dit jaar te kunnen verlagen, heeft minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een voorstel opgesteld om maxima te stellen aan het ruw eiwitgehalte van krachtvoer in Nederland. Daarbij is zoveel mogelijk gekeken naar wat praktisch haalbaar is voor de boer. De concept-regeling voor de melkveehouderij wordt voorgelegd aan de Eerste en Tweede Kamer en aan de Europese Commissie en zal bij goedkeuring op 1 september 2020 in werking treden. Deze tijdelijke regeling zal gelden tot 1 januari 2021.

Het kabinet vindt het belangrijk dat de vergunningverlening voor de woningbouw en een aantal infrastructurele projecten niet stil komt te liggen. Zoals aangekondigd in de kamerbrief op 13 november 2019 is de veevoer maatregel samen met warme sanering varkenshouderij en de snelheidsverlaging die eerder dit jaar is ingegaan nodig om nog dit jaar stikstofwinst te boeken. Die ruimte kan dan benut worden voor bouw- en infraprojecten van algemeen belang.

Over het algemeen wordt in Nederland meer eiwit aan het melkvee gevoerd dan het dier nodig heeft. Het eiwit dat niet door het dier wordt opgenomen, wordt in de vorm van stikstof uitgestoten. Door het eiwitgehalte in het voer te beperken, wordt de stikstofuitstoot teruggebracht. De regeling richt zich op het krachtvoer en voorziet erin dat dit niet ten koste gaat van de diergezondheid en de productie. Krachtvoer maakt ongeveer een kwart uit van het totale rantsoen van melkvee en fungeert als de ‘regelknop’ waarmee het rantsoen voor melkvee geoptimaliseerd wordt.

Zoals eerder aangegeven in de kamerbrief van 24 april 2020, zal voor de jaren na 2020 ingezet worden op veevoer-afspraken met de sector om samen verder te komen tot een structurele verlaging van de stikstofdepositie.