Pieter van Geel voorzitter Adviescollege landelijke publieke omroep

Een onafhankelijk adviescollege gaat criteria opstellen voor hoe omroepen het publieke bestel kunnen betreden en verlaten. Staatssecretaris Uslu (Cultuur en Media) kondigde dit tijdelijke college in juni 2022 aan en heeft nu Pieter van Geel gevraagd als voorzitter. Het adviescollege komt in juli 2023 met zijn voorstel.

We kennen in Nederland een uniek omroepbestel. Dat zit hem in de zogenoemde ‘externe pluriformiteit’, wat betekent dat de publieke omroep bestaat uit verschillende omroepen die elk op hun eigen manier geworteld zijn in de maatschappij. Om de publieke omroep betekenisvol en herkenbaar te houden, is een andere manier nodig om te beoordelen of een omroep tot het bestel kan toetreden, en in welk geval een omroep kan uittreden. Het adviescollege gaat hierover adviseren.

Daarbij kijkt het college naar hoe landelijke omroepen beoordeeld kunnen worden op de algemene doelen van de publieke omroep, zoals het behouden van maatschappelijke aansluiting, kwaliteit en pluriformiteit (dat er verschillende overtuigingen en meningen terugkomen in de media).

Beoogde leden van het adviescollege

Pieter van Geel is de beoogd voorzitter. Hij was van 2002 tot 2007 staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. De overige kandidaten zijn:

  • Irene Costera Meijer, hoogleraar journalistiekwetenschap aan de Vrije Universiteit;
  • Yoeri Albrecht, algemeen en artistiek directeur van cultureel centrum De Balie in Amsterdam;
  • Marleen Slot, filmproducent en ondernemer;
  • Enaam Ahmed Ali, businessmanager bij de Rabobank en de Nederlandse VN Vrouwenvertegenwoordiger 2022.

Breed gedragen advies

Staatssecretaris Uslu heeft het adviescollege gevraagd om alle relevante partijen te betrekken bij zijn taak: niet alleen belanghebbenden zoals de Raad voor Cultuur, de NPO, het Commissariaat voor de Media en de omroepen, maar bijvoorbeeld ook makers, creatieve professionals en het bedrijfsleven. En daarbij ook inzichten uit de wetenschap en het buitenland te betrekken. Ook moet het adviescollege rekening houden met wensen en behoeften van (potentiële) mediagebruikers, waaronder jongeren.

Behoefte aan nieuwe criteria

De huidige toelatingscriteria voor nieuwe omroepen sluiten steeds minder goed aan op de wereld van vandaag. Aspirant-omroepen moeten nu hun maatschappelijke aansluiting voornamelijk aantonen via ledenaantallen en moeten een maatschappelijke stroming vertegenwoordigen. Maar de ledenaantallen lopen al jaren terug. Ook is het ingewikkeld om te toetsen of een omroep een maatschappelijke stroming vertegenwoordigt. Daarbij treden er wel omroepen toe, maar verlaat er nooit één het bestel. Hierdoor is het moeilijk om te toetsen of de publieke omroep representatief is voor de Nederlandse samenleving. Ook kan het leiden tot een steeds lastiger beheersbaar bestel.