Streamingdiensten gaan 5% omzet investeren in Nederlandse producties

Grote streamingdiensten die in Nederland actief zijn, gaan 5% van hun Nederlandse jaaromzet investeren in Nederlandse producties. De Tweede Kamer heeft ingestemd met een wetsvoorstel van staatssecretaris Gunay Uslu (Cultuur en Media). Dankzij deze investering komt er meer geld beschikbaar voor het maken van Nederlands aanbod.

Met deze maatregel wil staatssecretaris Uslu ervoor zorgen dat er ook voldoende Nederlandse producties te zien zijn bij grote streamingdiensten zoals Netflix, Disney+ en Videoland. Nederlandse verhalen krijgen op deze platforms steeds minder ruimte, met name door groeiende budgetten voor buitenlandse films, series en documentaires.

Met dit wetsvoorstel wil de staatssecretaris ervoor zorgen dat er meer series als Het jaar van Fortuyn, De verschrikkelijke jaren tachtig, Dirty Lines en Het gouden uur zijn te zien. En films zoals Knor, Soof en Along the Way of prachtige documentaires zoals Shabu en Shadow Game.

€ 40 miljoen extra voor Nederlandse film- en televisiesector

Het wetsvoorstel verplicht streamingdiensten met een jaaromzet in Nederland van meer dan € 10 miljoen om 5% van die omzet te investeren in Nederlandse producties. Zo’n investering houdt bijvoorbeeld in dat streamingdiensten zelf een Nederlandse titel (co)produceren, of een bestaande, recente Nederlandse productie aankopen en aanbieden. Dit levert zeker € 40 miljoen aan extra investeringen op in de Nederlandse film- en televisiesector.

De helft van de investeringen moet naar films, series en documentaires, de andere helft kan door de streamingdienst zelf besteed worden, zolang het om een Nederlandse productie gaat. Investeringen in verslag doen van sportevenementen of -wedstrijden vallen niet onder het wetsvoorstel. In het wetsvoorstel is ervoor gekozen dat minimaal 60% van de producties gemaakt moet zijn door een onafhankelijke producent. Op deze manier is er meer variatie in het aanbod en verstevigen we de Nederlandse productiesector.

De nieuwe wet kan in werking treden na goedkeuring door de Eerste Kamer.