Loondoorbetalingsverplichting zieke werknemers voor kleine ondernemers makkelijker en goedkoper

Kleine werkgevers hebben moeite om twee jaar lang loon te blijven doorbetalen aan werknemers die ziek zijn. Vanwege deze verplichting twijfelen ze ook om mensen in vaste dienst te nemen. Daarom komen er maatregelen die het voor kleine werkgevers makkelijker, duidelijker en goedkoper maken om loon door te betalen bij ziekte. Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de werkgeversorganisaties hebben hier afspraken over gemaakt. Vanochtend hebben zij een convenant getekend met het Verbond van Verzekeraars.

De eerste twee jaar zijn werkgevers verplicht het salaris voor het grootste deel door te betalen. Daarnaast moeten ze zich in deze periode, samen met de zieke medewerker, inzetten voor een snelle terugkeer op de werkvloer. Deze regeling zorgt ervoor dat veel mensen terug in het werkproces komen en niet arbeidsongeschikt worden.

Maar kleine werkgevers vinden de verplichtingen rond de loondoorbetaling disproportioneel. Het overgrote deel van de werkgevers is momenteel verzekerd tegen het financieel risico (de verzekeringsgraad bij bedrijven met minder dan 7 werknemers is 75% en bij bedrijven met tussen 7 en 15 werknemers is 85%) maar twijfelt of alles goed geregeld is wanneer een werknemer langdurig uitvalt. Veel kleine werkgevers hebben onvoldoende ervaring met langdurig ziekteverzuim om te weten wat er in deze situatie van hen verwacht wordt. Ze hebben niet zoals veel grote bedrijven een afdeling personeelsbeleid die samen met een zieke werknemer naar mogelijkheden zoekt. Kleine werkgevers voelen zich daardoor belemmerd om mensen een vast contract aan te bieden. Het kabinet erkent de zorgen van de kleine ondernemers. Bovendien wil het kabinet het juist aantrekkelijk maken voor werkgevers om mensen vast aan te nemen.

MKB-Nederland, VNO-NCW, LTO Nederland, het Verbond van Verzekeraars en minister Koolmees hebben daarom de volgende afspraken gemaakt.

  • Er komt een MKB-verzuim-ontzorg-verzekering per 1 januari 2020, waardoor kleine werkgevers optimaal ontzorgd worden. Deze verzekering vangt het financiële risico op en helpt bij de verplichtingen en taken rond de loondoorbetaling bij ziekte.
  • Er komt een tegemoetkoming voor de kosten van loondoorbetaling van in totaal 450 miljoen euro, waar met name de kleine werkgevers van profiteren.
  • Per 1 januari 2021 wordt het medisch advies van de bedrijfsarts bij de toets op re-integratie-inspanningen (RIV-toets) leidend. Op basis van dit advies richten werkgever en werknemer het re-integratietraject in. Om te stimuleren dat het medisch advies van de bedrijfsarts en het medisch oordeel van de verzekeringsarts gebaseerd zijn op gelijke uitgangspunten investeert het kabinet tien miljoen euro in een kwaliteitsverbetering.
  • De transparantie rondom loondoorbetaling gaat verbeteren. De minister wil dat het voor kleine werkgevers helderder wordt waar UWV hen op beoordeelt bij de re-integratie van zieke werknemers (RIV-toets). Hierover gaat hij in gesprek met UWV.
  • Werkgevers krijgen meer grip op het zogenaamde ‘tweede spoor’. Hierin keren zieke werknemers niet terug op de oude werkplek maar bij een andere werkgever. Werkgevers krijgen door bovenstaande maatregelen meer zekerheid over de inzet van tweede spoor en kunnen dan samen met de medewerker een plan maken. Waarbij de medewerker een grotere rol krijgt dan nu. Ook gaat de minister ruimte bieden voor experimenten tweede spoor die kunnen leiden tot meer of makkelijkere re-integratie bij een andere werkgever.
  • Minister Koolmees merkt daarnaast op dat hij ruimte ziet voor de werkgevers en werknemers om cao-afspraken te beperken waarbij de wettelijk loondoorbetalingsverplichting wordt aangevuld tot vrijwel het volledige salaris.

Minister Koolmees is blij met de gemaakte afspraken: ,,We zetten samen een grote stap om een lang slepend probleem aan te pakken. Tegelijkertijd blijven alle rechten van de zieke werknemers hetzelfde.’’