Coronacrisis centraal in begrotingsdebat ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Tijdens het begrotingsdebat van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) presenteren minister Wouter Koolmees en staatssecretaris Bas van ’t Wout een historische begroting van bijna 95 miljard. Deze begroting is tevens de laatste begroting van het kabinet voor de verkiezingen.

Voor de coronacrisis lag de werkloosheid op een laag peil. Het CBS stelde het percentage in maart van dit jaar op 2,9%. Er was sprake van gezonde overheidsfinanciën, daartegenover stond wel een arbeidsmarkt die uit balans was. Er was sprake van een kloof tussen vast en flex werk. Afgelopen jaren is op dat terrein veel vooruitgang geboekt, zoals door de nieuwe wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB), waardoor de verschillen tussen vast en flex zijn verkleind. Verder heeft het ministerie stappen gezet op het gebied van leven lang ontwikkelen, om de kans op de arbeidsmarkt te vergroten. Daarnaast is er gewerkt aan een nieuw inburgeringstelsel en een breed gedragen pensioenakkoord. Het kabinet streeft ernaar om de wetgeving voor een nieuw pensioenstelsel op 1 januari 2022 in werking te laten treden. De invoering van de nieuwe inburgeringswet laat een half jaar langer dan gepland op zich wachten. Dit komt vanwege te weinig voorbereidingstijd veroorzaakt door de coronacrisis voor uitvoerende partijen.

De minister memoreerde dat niet alles is gelukt. Hij had meer willen doen met de adviezen van de commissie Borstlap en met het rapport van de WRR ‘Het betere werk”. Maar door de coronacrisis zijn de accenten verschoven. Er kwamen nood- en steunmaatregelen. Inmiddels loopt het derde steunpakket om werknemers, zelfstandigen en bedrijven door deze lastige tijd te helpen. De NOW en Tozo lopen door tot 1 juli 2021. Beschermen van de volksgezondheid staat voorop, maar banen redden zit daar vlak achter. Daarom investeert het kabinet € 1,4 miljard, dat wordt ingezet om intensieve ondersteuning en begeleiding naar nieuw werk te bieden, om te scholen en ontwikkelen voor het behoud van werk, de jeugdwerkloosheid te bestrijden en de armoede en schulden aan te pakken. Verder zorgt het kabinet ervoor dat meer mensen in de vitale sectoren als het onderwijs en de zorg kunnen werken. Voor het initiatief “Extra handen voor de klas” om tijdelijk meer mensen naar het onderwijs te krijgen trekt het kabinet 210 miljoen euro uit. Ook voor de zorg bestaat hetzelfde initiatief. Naast de aanpak van de gevolgen door corona staan er nog wel andere punten op de agenda voor het volgende jaar, zoals de verdere afbouw van de zelfstandigenaftrek, het persoonlijk ontwikkeIbudget voor iedereen, de verdere uitwerking van de vernieuwing van het pensioenstelsel en de invulling van de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen.

De coronacrisis verhoogt de urgentie van een aantal lopende thema’s voor staatssecretaris Bas van ‘t Wout. In de eerste plaats mensen met schulden. Meer mensen zullen in de schulden raken, ook nieuwe groepen. De inzet is om mensen eerder aan de bel te laten trekken, om de schulden niet op te laten lopen. Voor de armoede- en schuldenaanpak wordt € 146 miljoen extra ingezet. Daarnaast gaat er nog eens € 36 miljoen extra naar de voedselbanken. Maar er gebeurt meer. De SVB heeft een vergoeding uitgekeerd aan ouders. Het ging om de eigen bijdrage voor de kinderopvang. Ouders hadden die doorbetaald in de tijd dat de kinderopvang gesloten was. Ook jongeren hebben veel last van de coronacrisis. Ze hebben vaker een flexibel contract. Bovendien werken veel jongeren in sectoren die hard zijn getroffen door de crisis. Zoals de horeca.

Hoewel jongeren goed kunnen herstellen van kortdurende werkloosheid, is het belangrijk om langdurige werkloosheid te voorkomen. Daarom zijn er extra middelen vrij gemaakt. Deze middelen gaan enerzijds naar een regionale aanpak en anderzijds naar specifieke maatregelen gericht op kwetsbare schoolverlaters. Scholen begeleiden laatstejaars pro/vso-leerlingen en mbo-studenten bij verder doorleren, of het maken van de overstap naar werk.

Hierbij benutten scholen de expertise van gemeenten. Gemeenten ondersteunen jongeren die het onderwijs verlaten naar werk, eventueel in combinatie met bij scholing of omscholing. Gemeenten en scholen verzorgen samen de nazorg. Dus kwetsbare schoolverlaters zonder baan overdragen naar de juiste instantie voor ondersteuning terug naar school of werk. Niet alleen jongeren krijgen in dit coronatijdperk extra aandacht, ook Nederlanders die moeten leven van de bijstand krijgen extra hulp. In het aanvullend sociaal pakket is door het kabinet € 30 miljoen aan middelen vrijgemaakt voor bijzondere bijstand. Gemeenten kunnen hierin zelf hun keuzes maken. Daarnaast is het kabinet, samen met onder andere met gemeenten, bezig te verkennen welke andere mogelijkheden er zijn om knellende situaties voor burgers die tussen en wal en schip vallen, te adresseren.

De coronacrisis heeft voor veel Nederlanders de werk- en leefpatronen rigoureus omgegooid. Om de verspreiding van corona tegen te gaan, werken veel Nederlanders sinds maart thuis. Dat heeft negatieve en positieve kanten. Het kabinet lanceerde daarom al verschillende campagnes voor werkgevers en werknemers met tips en informatie over thuiswerken. Om de juiste lessen te leren over dit grote thuiswerk-experiment gaat staatssecretaris in samenwerking met de SER nadenken over de toekomst van het thuiswerken.

Tot slot heeft de coronacrisis heeft ook een enorme impact op de samenleving van Caribisch Nederland. Het Steun- en Herstelpakket voor die gebieden is vergelijkbaar met Europees Nederland, waarbij oog is voor de Caribische context. Werkgevers, zelfstandigen en werknemers op Bonaire, Saba en Sint Eustatius ontvangen ondersteuning van dit kabinet.