Van Gennip: Haast maken met certificering uitzendbureaus

Nog te veel arbeidsmigranten werken onder omstandigheden die Nederland onwaardig zijn. Daarom is het nodig dat het wetsvoorstel verplichte certificering zo snel als mogelijk wordt ingevoerd. Dit wetsvoorstel zorgt ervoor dat uitzendbureaus de arbeidsmigranten onder goede werk- en woonomstandigheden laten werken.

Het wetsvoorstel zal in het voorjaar van 2023 naar de Tweede Kamer worden verzonden, waarna in 2024 alle uitzendbureaus een certificaat moeten aanvragen. Dit heeft minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vandaag aan de Tweede Kamer geschreven.

Minister Van Gennip: “Te veel arbeidsmigranten in Nederland werken onder omstandigheden die Nederland onwaardig zijn. Mensen die in hier komen werken hebben recht op fatsoenlijke woon- en werkomstandigheden. Dit is een verantwoordelijkheid van ons allemaal: overheid, werkgevers en uitzendbureaus. Het wetsvoorstel verplichte certificering zorgt voor de aanpak van malafide uitzendbureaus. Een belangrijk onderdeel in de gehele aanpak. Daarom wil ik haast maken met de invoering van dit wetsvoorstel.”

Voor het uitgeven van certificaten wordt komend jaar een nieuwe organisatie opgericht die in de zomer van 2024 operationeel moet zijn. Om te bereiken dat uitzendbureaus zo vroeg mogelijk een certificaat aanvragen, worden ze via een ingroeimodel gestimuleerd om voor 1 augustus 2024 een certificaat aan te vragen. Daarvoor moet het uitzendbureau voldoen aan de eisen voor het certificaat.

De Arbeidsinspectie wordt vanaf 2023 uitgebreid om te handhaven op de certificeringsplicht. De Arbeidsinspectie kan pas handhaven als alle uitzendbureaus in staat zijn gesteld om een certificaat te krijgen. Dat zal, afhankelijk van de parlementaire behandeling en de uitvoering, op 1 januari 2025 zijn. Vanaf dat moment zullen uitzendbureaus die zonder certificaten arbeidskrachten (waaronder arbeidsmigranten) beschikbaar stellen, beboet worden. Ook inleners die uitzendkrachten van niet-gecertificeerde bureaus inlenen, kunnen een boete krijgen.

Naast het verplichte certificeringsstelsel zijn er nog vier andere wetsvoorstellen relevant om  arbeidsmigranten te beschermen tegen slechte woon- en werkomstandigheden:

  • De aanpassing van de Wet Basisregistratie Personen (BPR) en het besluit BPR. Deze zijn in oktober 2022 in werking getreden en zorgen dat meer zicht is op het verblijf van EU-arbeidsmigranten in Nederland, door registratie van een tijdelijk verblijfsadres en contactgegevens.
  • De Wet Goed Verhuurderschap. Deze is juni 2022 ingediend in de Tweede Kamer en zorgt voor algemene regels waaraan verhuurders en verhuurbemiddelaars zich moeten houden. Ook krijgen gemeenten de bevoegdheid om een vergunningenplicht in te voeren voor verhuur van verblijfsruimten aan EU-arbeidsmigranten.
  • De Wet dubbele meldplicht bij arbeidsongevallen. Deze wet gaat binnenkort in consultatie en zorgt voor een verplichte melding van een arbeidsongeval. Daarnaast moet de werkgever zorgen dat de werkplek (weer) veilig en gezond is om te werken.
  • De modernisering van artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht. Doel hiervan is dat de strafrechtelijke aanpak van mensenhandel – waaronder arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling – effectiever wordt en de vervolging van daders en de bescherming van slachtoffers wordt verbeterd. Dit wetsvoorstel zal nog dit jaar voor internetconsultatie worden aangeboden.

Extra stappen
Bovenop de uitvoering van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten, neemt het kabinet extra stappen om de slechte werk- en leefomstandigheden van de in Nederland werkzame arbeidsmigranten te beëindigen.

  • Samen met Zorgverzekeraars Nederland werkt het kabinet aan een convenant dat de toegang tot zorg van arbeidsmigranten moet verbeteren. Het convenant zal de komende weken worden afgesloten.
  • Samen met de minister van Volkshuisvesting gaat minister Van Gennip in gesprek met de VNG en gemeenten over de verbetering van de huisvesting voor arbeidsmigranten en de versterking van het toezicht op misstanden bij huisvesting.
  • In afstemming met de VNG en gemeenten zet het kabinet vaart achter de uitwerking van de bedrijfseffectrapportage. Gemeenten en provincies moeten bij de besluitvorming over nieuwe bedrijvigheid de huisvestingsvraag onderdeel maken van het vestigingsbeleid. Zo kunnen huisvestingsknelpunten van arbeidsmigranten eerder worden onderkend.
  • In Europees verband en in samenwerking met de Europese Arbeidsautoriteit wordt gewerkt aan de verbetering van de informatievoorziening voor arbeidsmigranten in de landen van origine.