Bescherming bedreigde diersoorten

Sommige diersoorten dreigen uit Nederland te verdwijnen of komen hier al niet meer voor. Bijvoorbeeld sommige soorten vogels, insecten en zeezoogdieren. Daarom neemt de overheid maatregelen om bedreigde diersoorten te beschermen.

Bescherming wilde dieren

Wilde dieren zijn alle dieren die van nature in het wild voorkomen, behalve productiedieren, honden en katten. Er komen in Nederland 36.000 diersoorten in het wild voor. Daarvan zijn zo’n 500 diersoorten beschermd. De regels rond beschermde dieren en planten staan in de Flora- en faunawet.

Bedreigde diersoorten op Rode lijsten

Diersoorten die uit Nederland zijn verdwenen of dreigen te verdwijnen, zet de Rijksoverheid op de zogenoemde Rode lijsten. Deze lijsten gebruikt de overheid om meer inzicht te krijgen in welke soorten de meeste prioriteit hebben om te beschermen. Een diersoort komt op de Rode lijst als het dier in Nederland:

  • verdwenen is;
  • heel zeldzaam is;
  • kwetsbaar is;
  • (ernstig) wordt bedreigd.

Ook kijkt de Rijksoverheid naar de verspreiding van de diersoort in Nederland. En of de soort in verspreiding of aantallen toeneemt of afneemt. Het jaar 1950 geldt als basisjaar. Elke 10 jaar beoordeelt de overheid of het een Rode lijst moet actualiseren.

Maatregelen bedreigde diersoorten

De overheid neemt maatregelen om de oorzaken van het teruglopen van soorten aan te pakken. Belangrijke oorzaak is bijvoorbeeld dat het leefgebied van het dier kleiner wordt. Daarom richten veel maatregelen zich op de natuur beschermen en versterken.

Soms gebeurt het dat een soort juist vanzelf weer terugkomt, zoals de wolf. Het komt ook voor dat een diersoort op een bepaalde plek of zelfs landelijk verdwijnt. Dit komt vaak door menselijke activiteiten, zoals landbouw, de aanleg van wegen of de bouw van grootschalige werken, zoals de waterwerken. In dat geval kan de overheid deze diersoort landelijk herintroduceren nadat het leefgebied voldoende is hersteld. Voorbeelden hiervan zijn de bever en otter. Zij waren uitgestorven in Nederland, maar komen nu weer voor. Omdat herintroducties veel gevolgen kunnen hebben voor de bestaande natuur, is het Rijk daar terughoudend in.
 

Beleid per diersoort

Voor sommige diersoorten gelden extra maatregelen. Bijvoorbeeld:

Bruinvis

In de Nederlandse Noordzee komen zeezoogdieren voor, zoals de bruinvis die op de Rode Lijst Zoogdieren staat. De overheid wil de bruinvis beschermen. Ze wil zoveel mogelijk voorkomen dat de bruinvis op de kust strandt en doet daarom onderzoek naar de oorzaken ervan. Ander doel is het beperken van onderwatergeluid, omdat dit de bruinvis kan verstoren. Daarom laat de overheid bijvoorbeeld onderzoek doen naar geluidseffecten van de bouw van windmolens op zee. Dit staat in het Bruinvisbeschermingsplan (in het Engels).

Ook is de Rijksoverheid gestart met een internationaal project om bijvangst van bruinvissen in visnetten te verminderen. Een ander project uit het plan gaat over zenders plaatsen bij bruinvissen. Doel hiervan is om te weten wat belangrijke gebieden voor bruinvissen zijn en deze kunnen beschermen.  

Grote walvisachtigen

Het komt meerdere keren per jaar voor dat er dieren stranden op de Nederlandse kust. Vooral grote gestrande walvisachtigen zijn moeilijk te redden. Daarom heeft het Rijk de Leidraad stranding levende grote walvisachtigen gemaakt. Hierin staat wat partijen moeten doen, zoals het Rijk, de Kustwacht en hulpdiensten. Er staat bijvoorbeeld waar je een melding moet doen van een gestrande walvisachtige. En wanneer en hoe terugkeer naar zee mogelijk is.

Zeehonden

Andere bekende dieren in de Nederlandse Noordzee zijn de grijze en de gewone zeehond. Het gaat goed met deze populaties en tegelijkertijd werden wel veel zeehonden opgevangen die niet altijd ziek of gewond waren. Daarom heeft de Rijksoverheid afspraken gemaakt met provincies en zeehondencentra over de opvang van zeehonden. Zo is afgesproken dat gewonde of ernstig zieke zeehonden direct hulp krijgen. En dat dit alleen mag gebeuren door professionele Zeehondenwachters. Dit staat in het Zeehondenakkoord.

Wolven

Sinds 2015 komen er weer steeds meer wolven voor in Nederland. En sinds 2019 is er weer sprake van roedels met jongen, de eerste sinds circa 150 jaar. Op dit moment hebben meerdere wolven zich officieel in Nederland gevestigd en vindt zelfs voortplanting plaats. Een wolf is officieel gevestigd als deze tenminste 6 maanden achter elkaar in een bepaald gebied wordt gezien.

De wolf is een beschermde soort en mag daarom niet verstoord of gedood worden. Voor individuele probleemwolven is een uitzondering mogelijk. Bijvoorbeeld als de wolf lijdt aan hondsdolheid of agressief is naar mensen. Wolven kunnen gevaarlijk zijn voor dieren die op het erf leven, zoals schapen en in mindere mate geiten, jonge paarden en runderen.

Er is een groeiende populatie wolven in Europa en zwervende wolven duiken vaker op in Nederland. Hierdoor is in Nederland ook vaker sprake van interacties tussen mens en wolf. Dit roept zeer uiteenlopende reacties op in de maatschappij, van enthousiast tot negatief. Vooral ook omdat zwervende, alleen levende wolven met enige regelmaat in het landelijk gebied schapen doden. Daarbij komt dat veel mensen nog niet zo bekend zijn met de wolf. 

In het Interprovinciaal Wolvenplan staat het beleid voor de omgang met wolven. De Rijksoverheid heeft onderzoek laten doen naar het maatschappelijk draagvlak voor de wolf. Lees meer over (het beleid voor) de wolf.

Trekvogels

Nederland heeft een belangrijke functie voor trekvogels. Deze vogels zijn maar een deel van het jaar in Nederland. Dit om te broeden, te overwinteren óf voor een korte tussenstop in een langere trektocht. Om deze vogels goed te beschermen wordt ook internationaal samengewerkt. Dit gebeurt onder andere via het Afrikaans-Euraziatisch Watervogelverdrag (in het Engels), het Wadden Sea Flyway Initiative (in het Engels) en het Arctic Migratory Birds Initiative

Weidevogels

In het voorjaar keren veel weidevogels vanuit hun overwinteringsplaatsen in Afrika en Zuid-Europa terug naar Nederland om hier te broeden. Voor de grutto gaat het zelfs om 80% van de Europese populatie. De omstandigheden waren hier voor veel weidevogelsoorten lang optimaal. Dit kwam door de grote hoeveelheid aan drassige, open graslanden met veel kruiden en insecten. Door veranderingen in het weidelandschap en het beheer hiervan nemen de aantallen weidevogels de laatste decennia steeds verder af. Via agrarisch natuur en landschapsbeheer werken boeren, natuurorganisaties en provincies aan het verbeteren van het leefgebied van weidevogels. Met het Aanvalsplan Grutto is een nieuwe impuls gegeven aan de bescherming van weidevogels.

Bijen

Van de 360 soorten bijen in Nederland dreigt meer dan de helft te verdwijnen. De Rijksoverheid neemt maatregelen om bijensterfte te voorkomen. Bijvoorbeeld meer groen in de stad om de leefomgeving van de bij te versterken. Uiterlijk 2030 moet de bijensterfte stoppen. Net als de daling van alle andere insecten die een belangrijke rol spelen bij de bestuiving van bloemen en planten.