Welke regels gelden voor het vliegen met een drone in de open categorie?

Er gelden Europese regels als u met een drone vliegt. Welke regels gelden, hangt af van het risico op een ongeval tijdens de vlucht. Voor vluchten met een laag risico gelden de regels voor de open categorie.

Vluchten met een laag risico

Om met uw drone in de open categorie te mogen vliegen, moet u zich tenminste houden aan alle volgende eisen:

  • de drone weegt (bij het opstijgen) maximaal 25 kg;
  • u vliegt tot maximaal 120 meter hoogte;
  • u vervoert geen gevaarlijke stoffen;
  • u laat niets uit de drone vallen;
  • u heeft altijd zicht op de drone. Dit heet de visual line of sight (VLOS).

Als u niet voldoet aan al deze eisen, dan is uw dronevlucht geen vlucht met een laag risico en valt u niet in de open categorie.

Voorbereidingen vóór het vliegen

Voordat u gaat vliegen met uw drone, bereidt u zich goed voor. Zodat u op een verantwoorde en veilige manier uw vlucht uitvoert:

  • U heeft een geldige registratie als eigenaar van 1 of meer drone(s) (exploitant). Heeft u nog geen registratie, dan registreert u zich bij de RDW.
  • U leest de handleiding van uw drone, zodat u weet hoe u de drone veilig kunt besturen.
  • U beschikt over een vliegbewijs als dit nodig is. Daarvoor doet u eerst een kennistest bij een vliegschool. Daarna vraagt u een vliegbewijs aan bij de RDW. Het vliegbewijs heeft u bij zich als u met uw drone vliegt.
  • Controleer voor u gaat vliegen of u op de locatie waar u wilt vliegen ook daadwerkelijk mag vliegen. U kunt daarvoor een zoneringskaart voor drones raadplegen.

Algemene regels voor de piloot tijdens het vliegen

  • U bent minimaal 16 jaar;
  • U mag vliegen met een waarnemer als u jonger bent dan 16 jaar;
    De waarnemer kan 1 van de ouders zijn. De waarnemer is een piloot met een vliegbewijs, als deze nodig is voor de betreffende vlucht. De waarnemer heeft altijd zicht op de drone en staat altijd in contact met de piloot. 
  • U bent niet onder invloed van alcohol of drugs;
  • U vliegt niet in de buurt van hulpdiensten (bijvoorbeeld een traumahelikopter);
  • U landt uw drone direct als ander vliegverkeer nadert;
  • U respecteert andermans privacy. U filmt bijvoorbeeld alleen mensen die toestemming hebben gegeven om gefilmd te worden.

Aanvullende regels en uitzonderingen

De open categorie kent 3 subcategorieën. Elke subcategorie stelt eisen aan de drone, de piloot en de vlucht.

Let op! De hieronder genoemde gewichten zijn het gewicht van de drone op het moment dat hij opstijgt. Check in welke subcategorie uw drone valt.

Subcategorie A1

Drones tot 250 gram

Voor drones die minder dan 250 gram wegen bij het opstijgen, gelden de algemene regels tijdens het vliegen. Maar de piloot:

  • hoeft zich alleen te registreren bij de RDW als de drone een camera heeft;
  • hoeft geen kennistest te doen bij een vliegschool of een vliegbewijs te hebben.

Let op! Voor speelgoeddrones tot 250 gram geldt een uitzondering.

Speelgoeddrones tot 250 gram

Voor speelgoeddrones die minder dan 250 gram wegen bij het opstijgen, gelden de algemene regels tijdens het vliegen. Daarnaast geldt het volgende:

  • er is geen minimumleeftijd voor het besturen van een speelgoeddrone en er mag zonder waarnemer gevlogen worden;
  • u hoeft zich niet te registreren bij RDW. U heeft geen exploitantnummer nodig;
  • u hoeft geen kennistest te doen bij een vliegschool of een vliegbewijs te hebben.

Een speelgoed drone is ontworpen en bedoeld voor kinderen jonger dan 14 jaar. De leeftijdsgrens van de drone staat meestal op de verpakking. Als u de drone online aanschaft, dan vindt u de leeftijdsgrens op de productpagina van deze drone.

Drones tot maximaal 500 gram

Voor drones die maximaal 500 gram wegen bij het opstijgen, gelden de algemene regels voor vluchten met een laag risico. Voor de piloot gelden de algemene regels voor en tijdens het vliegen.

Daarnaast geldt dat de piloot niet boven mensen vliegt.

Subcategorie A2

Drones tot maximaal 2 kilo

Wilt u dichter bij mensen vliegen? En is uw drone (bij opstijgen) maximaal 2 kilo? Dan valt uw vlucht in subcategorie A2.

Voor vluchten in subcategorie A2 gelden de algemene regels voor vluchten met een laag risico. Voor de piloot gelden de algemene regels voor en tijdens het vliegen. Daarnaast geldt dat de piloot:

  • een vaardigheidsbewijs heeft;
  • minimaal 50 meter horizontaal afstand houdt tot mensen.

Subcategorie A3

Drones tot maximaal 25 kg

Is uw drone (bij het opstijgen) maximaal 25 kilo? Dan valt uw drone in subcategorie A3. Voor drones tot maximaal 25 kilo gelden de algemene regels voor vluchten met een laag risico. Voor de piloot gelden de algemene regels voor en tijdens het vliegen.
Daarnaast:

  • vliegt de piloot alleen in gebieden waar geen mensen zijn;
  • houdt de piloot minimaal 150 meter afstand van woon-, handels-, industrie- of recreatiezones.
Vergroot afbeelding