Spanje en Nederland presenteren gezamenlijk paper

Spanje en Nederland hebben op 4 april 2022 een gezamenlijk paper gepresenteerd over de Europese begrotingsregels, de bankenunie en de kapitaalmarktunie. Met het paper willen beide landen zien waar een gemeenschappelijke basis kan worden gevonden op deze onderwerpen.

Het gezamenlijk paper stelt dat schuld afbouw in lidstaten met hoge schulden realistisch moet zijn en de groei niet mag schaden. Tegelijkertijd vinden beide landen het van belang dat schulden met consistente en ambitieuze stappen worden afgebouwd. In het paper benadrukken Spanje en Nederland dat dit, naast onder meer bezuinigingen, kan worden gerealiseerd door zowel het implementeren van hervormingen en groeibevorderende investeringen, als het verbeteren van de kwaliteit van overheidsfinanciën. Verder noemt het paper dat een grotere rol van de uitgavenregel kan bijdragen aan meer anticyclische doelstellingen en onderschrijven beide landen het belang van transparante, uitlegbare regels om gelijke behandeling voor lidstaten te realiseren. In geval van het niet naleven van de regels, moeten er duidelijke waarborgen bestaan dat de Commissie en de Raad de begrotingsregels handhaven.

Ook het belang van investeringen staat buiten kijf. Groen en digitaal zijn daarbij prioriteiten. Lidstaten moeten private investeringen stimuleren, maar ook publieke investeringen vergroten.

Spanje en Nederland zijn het er verder over eens dat Europese maatregelen voor sterke banken samen met goede afspraken over hoe kapitaal beter door de EU kan stromen, kunnen bijdragen aan een veerkrachtigere economische en financiële basis, en bescherming van spaarders en belastingbetalers. Het zorgt daarnaast voor betere toegang tot kapitaal voor het midden- en kleinbedrijf. Dat is nadrukkelijk van belang in een periode van herstel na corona.

Minister van Financiën Kaag wil breed de samenwerking opzoeken binnen de EU, zoals in dit geval met Spanje. “Nederland en Spanje laten zien dat ze in gezamenlijkheid tot een mooie ambitie kunnen komen en dat is belangrijk voor de toekomst van de EU.”