Provinciefonds

Provincies krijgen geld van de Rijksoverheid uit het provinciefonds. Hiermee betalen zij een deel van hun uitgaven. Provincies bepalen zelf waar ze dit geld aan besteden. Provincies leggen daarover verantwoording af aan Provinciale Staten.

Omvang provinciefonds

De grootte van het provinciefonds per provincie hangt af van de kenmerken en de belastingcapaciteit. De belastingcapaciteit geeft aan hoeveel belasting een provincie jaarlijks kan innen.
De Rijksoverheid kijkt bij de verdeling van het provinciefonds over de provincies onder meer naar:

  • aantal inwoners;
  • oppervlakte van de provincie;
  • kilometers weglengte;
  • grootte van de watergebieden.

Provincies krijgen geld voor iedere inwoner, iedere kilometer weglengte, enzovoort. Een provincie die hoge kosten heeft (bijvoorbeeld door een groot watergebied) krijgt dus meer geld uit het provinciefonds dan een provincie die minder hoge kosten heeft. Het verdeelmodel maakt onderscheid tussen geld voor beheer en onderhoud en geld voor ontwikkeling.

Verdeling provinciefonds

Het aandeel van een provincie in het provinciefonds is kleiner naarmate het vermogen om belastingen te heffen groter is. Het gaat hier om de motorrijtuigenbelasting, berekend tegen een voor alle provincies gelijk tarief. Ook wordt bij de verdeling rekening gehouden met het verschil in vermogen van provincies. Provincies die veel inkomsten uit de verkoop van energiebedrijven hebben, ontvangen minder geld uit het provinciefonds.

Provincies ontvangen naast de algemene uitkering ook decentralisatie- en integratie-uitkeringen. De Rijksoverheid is verantwoordelijk voor het actueel houden van het verdeelstelsel. Bijvoorbeeld door voorstellen van de gezamenlijke provincies te onderzoeken.

Circulaires over het provinciefonds

De Rijksoverheid informeert de provincies via circulaires in mei, september en december over de omvang en de verdeling van het provinciefonds.

Vragen over provinciefonds

Stel uw vragen over het provinciefonds via het contactformulier.