Indiening Beeld van de Uitvoering 2020 – informatie voor gemeenten

Voor 1 maart 2021 dient het College van B&W het Beeld van de Uitvoering over 2020 in het kader van de Participatiewet (inclusief loonkostensubsidie), de IOAW, de IOAZ, het Bbz 2004, de WWIK (alleen baten) en de Tozo bij de minister van SZW in te dienen. De gevraagde financiële informatie betreft de voorlopige stand van zaken over 2020 en vergt geen controleverklaring van de gemeentelijke accountant.

Ten opzichte van 2019 bevat het Beeld van de Uitvoering 2020 inhoudelijk twee wijzigingen. Ten eerste is de informatieverstrekking met betrekking tot het Bbz 2004 gewijzigd als gevolg van de gewijzigde regels van bijstandsverlening aan zelfstandigen. De tweede, tijdelijke, wijziging heeft betrekking op de invoering van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). In artikel 20, derde lid, van die regeling is geregeld dat een voorlopige verrekening plaatsvindt met de door het ministerie van SZW verleende voorschotten op basis van de informatie die het college via het Beeld van de uitvoering verstrekt.

Iedere gemeente heeft een brief ontvangen met daarin een unieke code, die gebruikt dient te worden bij het invullen van het formulier van het Beeld van de Uitvoering 2020. Voor het invullen van het formulier van het Beeld van de Uitvoering 2020 is een recente versie van de Adobe Reader nodig. Na invulling en ondertekening verzendt de gemeente het formulier naar het ministerie via een standaard mailprogramma, bijvoorbeeld Microsoft Outlook.

Door onvoorziene omstandigheden is het formulier van het BvdU 2020 door SZW later gepubliceerd dan u gewend bent. Deze vertraging heeft evenwel geen invloed op de uiterste datum waarop SZW de beschikking moet hebben over uw voorlopige gegevens. Indien het ministerie van SZW het Beeld van de uitvoering 2020 niet voor 1 maart 2021 heeft ontvangen, geldt in beginsel dat de betaling van de maandelijkse voorschotten van de Participatiewet aan de gemeente met ingang van maart 2021 worden opgeschort. Hiervan kan alleen worden afgeweken indien uitstel van indiening is verleend, sprake is van overmacht, dan wel dat SZW het Beeld van de Uitvoering 2020 op het moment van de besluitvorming over opschorting van de betaling alsnog juist en volledig heeft ontvangen.