Houdbaar voor de toekomst

We hebben in Nederland onderwijs en onderzoek van wereldklasse gecombineerd met een brede toegankelijkheid. Om dat zo te houden wordt er ingezet op meer studentsucces en lagere werkdruk voor docenten en onderzoekers. Met deze ambities presenteerde onderwijsminister Van Engelshoven vandaag de Strategische agenda hoger onderwijs en onderzoek ‘Houdbaar voor de toekomst’  op de Universiteit Utrecht. Door meer samen te werken, wordt het onderwijs beter en kan de student van nu de oplossingen bieden voor de uitdagingen van de maatschappij van de toekomst.

“Het lukt ons in Nederland om uitstekende kwaliteit van onderwijs en onderzoek te combineren met brede toegankelijkheid. Dat maakt ons onderwijs uniek. Als we samen met studenten, docenten, onderzoekers en bestuurders de slag kunnen maken van concurrentie naar samenwerking, van rendement naar studentsucces en van publicatiedruk naar waardering voor onderzoek én onderwijs, dan gaat het ons lukken om het hoge niveau vast te houden,” aldus minister Van Engelshoven.

Knelpunten

Hoewel het Nederlandse onderwijs en onderzoek van wereldklasse is, is er ook een aantal urgente knelpunten dat moet worden aangepakt met deze strategische agenda. Het grote aandeel studentgebonden bekostiging heeft geleid tot een sterke prikkel om zoveel mogelijk studenten binnen te halen. Om die prikkel af te zwakken wordt het deel van de bekostiging dat gebaseerd is op studentenaantallen kleiner en de vaste stabiele financiering groter. In het onderzoek is sprake van hevige concurrentie en worden zoveel onderzoeksaanvragen ingediend dat slechts een klein aandeel gehonoreerd kan worden. Deze concurrentie leidt tot overmatige werkdruk bij universitair personeel. Door dat aan te pakken kan ruimte ontstaan voor de vernieuwing die nodig is voor de toekomst. Daarom is 100 miljoen euro,  eerst verdeeld via onderzoeksaanvragen, nu automatisch voor onderzoek beschikbaar gesteld aan de universiteiten. Dat verlaagt de aanvraagdruk.

Minister Van Engelshoven: “Om studenten en de maatschappij op alle toekomstige uitdagingen voor te bereiden is – meer dan ooit – het beste hoger onderwijs en onderzoek nodig. Goed onderwijs en onderzoek vragen om continue verbetering en onderhoud om bij de top van de wereld te blijven horen. Met deze agenda verbeteren we waar het kan en bieden we meer stabiliteit waar het moet. Zodat ons hoger onderwijs en onderzoek ook in de toekomst van wereldklasse is.”

Onderwijsprijs

Met de nieuwe, prestigieuze Onderwijsprijs van 2,5 miljoen euro voor docententeams aan een hogeschool of aan een universiteit, krijgt de waardering voor het geven van goed onderwijs een enorme impuls. Docenten kunnen met deze prijs het onderwijs vernieuwen en verbeteren. Bijvoorbeeld om het onderwijs beter af te stemmen op de behoeften van verschillende groepen studenten of om te zorgen dat er meer aandacht is voor de individuele omstandigheden van studenten. Het gelijker waarderen en belonen van onderwijs ten opzichte van onderzoek, met name voor docenten aan universiteiten, helpt ook in de strijd tegen de werkdruk.

Studentsucces

Studenten moeten tijdens hun studie ruimte hebben voor zelfontplooiing en om zich breed te ontwikkelen. Het uiteindelijke doel voor een student is het succesvol afronden van de studie en het behalen van een diploma. Het is niet erg dat sommige studenten daarvoor meer tijd nodig hebben dan andere. Het is belangrijk dat studenten de kans krijgen om het maximale uit de studie te halen. Daarom komt er meer aandacht voor de persoonlijke omstandigheden van de student. Hogescholen en universiteiten trekken samen op om iedere student op de juiste plaats te krijgen en om te zorgen dat studenten makkelijker over kunnen stappen, ook tussen het hbo en het wo. Hogescholen en universiteiten gaan ook de voorlichting aan nieuwe studenten vaker samen doen. Zo vergroten we de toegankelijkheid en het studentsucces voor alle studenten.

Flexibeler onderwijsaanbod moet het blijven leren en ontwikkelen aantrekkelijker maken, juist ook voor werkenden. Met de mogelijkheid tot studeren via modules wordt de drempel hiervoor verlaagd.  Door regelmatig te overleggen met elkaar, en met het werkveld, zorgen hogescholen en universiteiten voor  vernieuwend onderwijsaanbod dat aansluit bij de regio en de arbeidsmarkt.