Toespraak minister Van Gennip tijdens Nationale Iftar (25 april 2022)

Toespraak van minister Van Gennip (SZW) tijdens de Nationale Iftar op 25 april 2022.

“Geloof in Vrede”

Geachte aanwezigen,

Salaam / Shalom / Vrede.

Het is een eer om vanavond, samen met u, het breken van het vasten te vieren. Bijzonder, genoeglijk en belangrijk. En: steeds gewoner!

Want Ramadan raakt in Nederland inmiddels echt ingeburgerd.

U kent vast ook de verhalen over niet-moslims die een stukje meevasten met een vriend, kennis of collega. Die ingaan op de uitnodiging voor een iftar of een eid-al fitr. Zo lopen we steeds meer stukjes met elkaar op, en dat is mooi!

Voor mijzelf is dit de eerste echte iftar. Ik kom zelf uit een katholieke omgeving, groeide op in het staartje van de verzuiling. Voor mij stond, toen ik jong was, ‘’geloven’’ gelijk aan ‘’katholiek geloven’’. Later kwam ik in een meer seculiere omgeving. Ik zag hoe mooi het is, als het allemaal naast elkaar kan bestaan.

In mijn tijd in de Verenigde Staten, als begin-dertiger, maakte ik kennis met het idee van multi-religiositeit en het vieren van feestdagen van iedereen. En toen ik in Frankrijk werkte, zag ik hoe op de internationale school van mijn kinderen werd omgegaan met feestdagen van de verschillende religies: voor alle tradities was plaats.

In Frankrijk zelf overheerste overigens, zoals u misschien weet, in het openbare leven een ander principe: het idee van laïcité. Neutraliteit van de staat, als garantie van de vrijheid van overtuiging en de scheiding van kerk en staat. Als principe is dat prima, maar als het ertoe leidt dat mensen een deel van hun identiteit thuislaten, verlies je wel wat.

Jezelf kunnen zijn, je thuis voelen op je werk én in de samenleving, is zó belangrijk! Je hele ‘ik’ aan de wereld kunnen laten zien. En religie brengt ook inspiratie en kan een belangrijke kracht van verbinding zijn.  

En zo besteedde ik als CEO bij ING Frankrijk, en als CEO bij VGZ altijd aandacht aan religieuze hoogtijdagen. Vasten, ramadan, eid-al fitr, kerst, Pasen. Als CEO bij VGZ startte ik de discussie om het mogelijk te maken om een christelijke feestdag om te wisselen voor een andere feestdag, bijvoorbeeld Chinees Nieuwjaar of Jom Kippoer, die beter bij jouw overtuiging paste.

Geachte aanwezigen,

Geloof is in het leven van veel mensen belangrijk. En een belangrijke verbindende factor in de maatschappij. Zeker als we elkaar blijven opzoeken, vanuit de wens om elkaar te leren kennen.

Zoals vanavond. Ook vanavond lopen we, zogezegd, een stukje met elkaar op. En dat is mooi. Zeker nu voor het eerst sinds decennia twee bijzondere tradities weer eens gedeeltelijk samenvielen: de Ramadan, en de vastentijd voor Pasen.

En dit weekend nog het orthodoxe Pasen.

Natuurlijk, er zijn veel verschillen tussen de tradities. Maar mij vallen toch vooral de overeenkomsten op:

Door onszelf vanzelfsprekendheden te ontzeggen, maken we ruimte. Ruimte voor dankbaarheid. Ruimte voor gebed en reflectie. Ruimte ook voor de ander, voor solidariteit. Bijvoorbeeld door je in te zetten voor een goed doel. Door je bezit te delen – in beide tradities staat het belang daarvan centraal. Ruimte ook, om naar elkaar te luisteren en van elkaar te leren. Om verschillen te respecteren, en gemeenschappelijkheid te ontdekken – tijdens de vele iftars die vandaag in het land worden gehouden, en natuurlijk vanavond hier. Ruimte, tenslotte, voor hoop.

Waar zie ik, in deze ingewikkelde tijd, de hoop? Ik zie hem in vele dingen, groot en klein. Initiatieven als deze nationale iftar, en de vele lokale initiatieven tijdens de ramadan. Maar ook tijdens onze vastenperiode, en in de vieringen van het orthodoxe Pasen. zoals daarbij dit weekeinde in Oekraiense kringen werd stilgestaan.

Ik zie hoop in de daden van zovelen in ons land, het hele jaar door. Mensen die klaar staan voor anderen, bij ziekte, in nood of voor mensen die eenzaam zijn; een slaapplaats voor een vluchteling, hulp aan mensen die op drift zijn geraakt door oorlog en geweld, zoals heel recentelijk de mensen uit Oekraine; een maaltijd voor een dakloze, een hand op het hoofd van een zieke, een onzelfzuchtig gebaar…

In elk van die gebaren zit hoop. Elk van die gebaren geeft uitdrukking aan de overtuiging die ik deel: dat gemeenschappelijkheid de olie is van ons samenleven. Sterker nog, het is  de basis voor het meest waardevolle dat we hebben: duurzame vrede.

Want echte vrede, dat is zoveel meer dan de afwezigheid van oorlog. Ik denk dat dat goed is om ons te realiseren. Zeker in een tijd dat er op het Europese continent weer een verwoestende oorlog woedt.

Als straks hopelijk de wapens zwijgen dan is er nog zoveel werk aan de winkel om echte duurzame vrede te bewerkstelligen. Duurzame vrede kan pas ontstaan binnen een democratische rechtstaat. Waar sprake is van echte medezeggenschap, en respect voor diversiteit aan opvattingen, waardenpatronen en leefstijlen. Waar gewerkt wordt aan kansengelijkheid en bestaanszekerheid. Waar alle mensen zich onderdeel kunnen voelen van de toekomst – in echte gemeenschappelijkheid.  

Daar zie ik de hoop: in al die momenten waarop we samen gemeenschappelijkheid creëren. En religie kan daarin een belangrijke, verbindende rol spelen. Op avonden zoals deze, maar ook op straat, in de buurt, in de winkel, op het werk. Op al die plekken waar we bouwen aan iets essentieels: een sterke, veerkrachtige samenleving.

Zo’n samenleving is het beste tegengif tegen alles wat we niet willen: onbegrip, uitsluiting en polarisatie, en alles waarin dat – helaas – uitmonden kan. Daar zit wat mij betreft de hoop. En Nederland is wat dat betreft een begenadigd land. De basis ligt er, en die kwam er niet vanzelf. Die hebben we samen opgebouwd, op de puinhopen van een verwoestende oorlog. Want onze geschiedenis kende ook niet altijd vrede.

En de samenleving zoals we die nu kennen, van recht, kansen en een plek voor iedereen, die is eigenlijk nooit af.  En dat is heel belangrijk om ons steeds te realiseren.

Dat geldt dus ook voor de genade van een Grondwet die in artikel 1 het gelijkheidsbeginsel verankert: dat beginsel is een groot goed dat geen genoegzaamheid verdraagt, maar inzet vergt.

Want ja, het staat er, zwart op wit: Iedereen die in Nederland woont, is onderdeel van de Nederlandse samenleving en moet zich een volwaardig burger kunnen voelen.

Ik zeg het nog een keer: Iedereen die in Nederland woont, is onderdeel van de Nederlandse samenleving en moet zich een volwaardig burger kunnen voelen. Maar we weten ook dat de realiteit soms hardnekkig is. Dat er discriminatie is en onverdraagzaamheid. Dat het soms lijkt alsof de flanken steeds luider worden en het midden steeds stiller. Het midden waar die grote meerderheid wél in gesprek wil met elkaar. Wél elkaar wil bergijpen en helpen. Wie wil samenleven met elkaar. En dat is geen eenrichtingsverkeer. Het is een two way street.

Dan gaat het dus niet om je aanpassen in de mal van een ander, maar om de wederkerigheid van sociale relaties.

Dan gaat het niet om een andere identiteit moeten aannemen, maar om gewoon geaccepteerd te worden om wie je bent. Met jouw achtergrond en ervaring. Jouw talenten. En jouw geloof, en jouw geaardheid en je vrouw of man zijn.

Dan gaat het erom dat je geen enkel stukje van je persoon thuis hoeft te laten als je de deur uit gaat – op weg naar school, vrienden, familie, werk, vereniging, theater, gebedshuis -  of dat nu een kerk is, synagoge of moskee. Zolang je de wet en de vrijheid van een ander niet schaadt, mag alles er zijn – je hele persoon. Daar moeten we samen voor staan.

Zoals gezegd, geloof is voor u allen en velen met ons een heel belangrijk onderdeel van die identiteit. En in Nederland is daar ruimte voor, zo mooi verankerd in onze Grondwet. Voor geloven, waarin dan ook, of niet geloven – dat mag ook.

Ik voel hier een bijzondere verantwoordelijkheid. Als minister van SZW streef ik naar ‘inclusief’ samenleven, waarbij de diversiteit aan opvattingen, waardenpatronen en leefstijlen die ons land rijk is, er mag zijn, en wordt gerespecteerd. Meer nog dan dat: waar de combinatie van verschillen als een meerwaarde geldt! Waar echte gelijkwaardige kansen bestaan.

Dat is dan ook waar ik me voor wil inzetten, samen met u. Dat begint bij geloven in gemeenschappelijkheid, als basis voor duurzame vrede.

Laten we daaraan blijven bouwen. Stukjes met elkaar oplopend, het hele jaar door. Vandaag en alle andere dagen. Steeds weer opnieuw. Ook als de ander soms wat langzamer loopt. Of als je zelf even die uitgestoken hand nodig hebt om stap voor stap door te gaan.

In die samenleving: daar geloof ik in.

Dank u wel.