Basisscholen en kinderopvang vanaf 11 mei aangepast open

Basisscholen en de kinderopvang gaan vanaf 11 mei open op een aangepaste manier. Leerlingen krijgen ongeveer de helft van hun lestijd weer les op school, in kleinere groepen. De andere helft van de tijd krijgen zij thuiswerk. De dagopvang voor 0-4 jarigen gaat volledig open. Dat geldt ook voor de gastouderopvang voor 0-12 jarigen. De buitenschoolse opvang (BSO) volgt hetzelfde regime als de basisscholen. Zij zijn alleen open voor en na schooltijden. Op dagen dat kinderen naar school gaan, is de BSO voor hen beschikbaar. Op andere dagen niet. De overheid blijft de eigen bijdrage voor de kinderopvang vergoeden aan ouders. Leerlingen in het speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs gaan vanaf 11 mei weer alle dagen naar school.

Dat heeft het kabinet besloten op basis van adviezen van deskundigen, zoals medisch specialisten en virologen. Dankzij de voorzichtige positieve ontwikkeling van het virus ontstaat er ruimte binnen de huidige maatregelen om het onderwijs stapsgewijs op te starten.

Leerlingen terug naar school

Het stapsgewijs openen van de scholen helpt om weer onderwijs te geven in de klas. Zodat alle kinderen weer volwaardig onderwijs krijgen. Ook helpt het om kwetsbare kinderen beter in beeld te krijgen. Daarnaast vermindert dat voor een deel de druk bij ouders, waardoor zij meer ruimte krijgen om beter (thuis) te werken. Het is aan scholen zelf hoe ze vanaf 11 mei het onderwijs op hun school invullen, waarbij wordt uitgegaan van hele dagen onderwijs. Scholen en BSO’s kijken met elkaar hoe de aansluiting tussen school en BSO zo goed mogelijk gerealiseerd kan worden. 

Gezondheidsrisico’s beperkt

Het RIVM geeft aan dat de gezondheidsrisico’s voor kinderen heel beperkt zijn. Het is daarom voor kinderen niet nodig 1,5 meter afstand te houden onderling en ten opzichte van volwassenen alleen wanneer mogelijk. Ouders en leerkrachten moeten onderling wel afstand houden. De huidige hygiënevoorschriften, zoals geen handen schudden, blijven van kracht. Volwassenen en kinderen met gezondheidsklachten of die behoren tot de risicogroepen (boven de 70 jaar of met bepaalde onderliggende aandoeningen) komen niet naar school. De effecten van het openen van de kinderopvang en scholen worden nauwkeurig gemonitord. Pedagogische medewerkers en leraren krijgen als zij klachten hebben, net als in de zorg, de mogelijkheid om zich laagdrempelig te laten testen op het virus.

Voorbereidingen voortgezet onderwijs

In navolging van het primair onderwijs kunnen scholen in het voortgezet onderwijs voorbereidingen treffen. Vanaf dinsdag 2 juni kunnen leerlingen ook daar weer (deels) naar school. Voorwaarde daarvoor is een positief advies van de deskundigen binnen het Outbreak Management Team op basis van actuele ontwikkelingen. Ook moet de fysieke 1,5 meter afstand geborgd kunnen worden. Tot die tijd krijgen middelbare scholieren hun onderwijs op afstand. Daarbij blijven scholen nu al open voor de afronding van schoolexamens en voor noodopvang voor onder andere kwetsbare leerlingen. Studenten in het middelbaar beroepsonderwijs en in het hoger onderwijs krijgen voorlopig nog onderwijs op afstand.

Voorbereidingstijd voor scholen

Het kabinet kiest er bewust voor om basisscholen en de kinderopvang op 11 mei te openen, zodat de scholen en de kinderopvangsector voldoende voorbereidingstijd hebben. Scholen krijgen van de PO-raad en de vakbonden informatie over de protocollen die op basis van de richtlijnen van het RIVM zijn opgesteld. Momenteel ontwikkelen branchepartijen samen met het ministerie van SZW een protocol voor de kinderopvang. 

Noodopvang als kinderopvang en scholen weer open zijn

Voor wat betreft de noodopvang na 11 mei voor kinderen van ouders in cruciale beroepen en kwetsbare kinderen geldt dat deze doorloopt. Dit betekent dat scholen gedurende schooltijd verantwoordelijk zijn voor de opvang van kinderen van vier jaar en ouder die tot deze groepen behoren voor de dagen dat zij niet naar school kunnen. Voor en na school kunnen deze kinderen net zoals nu bij de kinderopvang terecht. Gemeenten blijven verantwoordelijk voor het realiseren van noodopvang in avond, nacht en weekend.