Vragen en antwoorden beursgang ABN AMRO

Sinds vrijdag 20 november 2015 worden de certificaten van aandelen ABN AMRO genoteerd en verhandeld op Euronext Amsterdam. Hieronder leest u de antwoorden op vragen over de beursgang van ABN AMRO. 

Waarom gaat ABN AMRO in tranches naar de beurs?

Door de grote omvang van ABN AMRO kunnen niet meteen alle aandelen worden geplaatst. De beleggingsmarkt zou dan overspoeld worden met aandelen ABN AMRO. Door het stapsgewijs plaatsen van aandelen blijft het aanbod in balans met de vraag. Dit komt ten goede aan de uiteindelijke opbrengst voor de Staat.

Wanneer wordt de volgende tranche van certificaten van aandelen ABN AMRO verkocht?

Dat is nu nog niet bekend. Nu de beursintroductie heeft plaatsgevonden gaat er een lock-up periode in. In de 180 dagen na de transactie (settlement) worden er in de regel geen vervolgtranches verkocht door de verkopend aandeelhouder. En worden er normaalgesproken geen certificaten uitgegeven door de onderneming. Na deze periode is het mogelijk om vervolgtranches te plaatsen.  

Wat is de overtoewijzingsoptie / greenshoe? Verdienen de zakenbanken hier geld aan?

De greenshoe (ofwel overtoewijzingsoptie of over-allotment option) is een gangbaar instrument om de prijs na een beursgang te stabiliseren. Het wordt tegenwoordig gebruikt in het merendeel van de recente beursintroducties in Europa.

In dit geval is de overtoewijzingsoptie maximaal 15% van het totale aantal aangeboden certificaten. In meestal 30 dagen na de notering kunnen banken de koers stabiliseren door het kopen van de certificaten. Om zo tot een normaal handelspatroon te komen. De eventuele winst die hierbij ontstaat, is voor de staat.

Hoe is de omvang van de eerste tranche vastgesteld?

Bij de vaststelling van de omvang speelde een aantal factoren een rol, waaronder:

  • het huidige marktsentiment;
  • de terugkoppeling van investeerders;
  • et streven naar een zo goed mogelijke opbrengst.

Op basis van deze factoren heeft NLFI geadviseerd over de omvang. Daarbij staat centraal dat ABN AMRO zorgvuldig en geleidelijk terugkeert naar de markt.  

Hoe heeft de toewijzing van certificaten van aandelen plaatsgevonden?

Vooraf is een allocatieraamwerk opgesteld. Hierbij zijn beleggers ingedeeld naar bijvoorbeeld beleggingshorizon (lange vs kort termijn) en omvang van het beheerd vermogen. Op basis van het allocatieraamwerk heeft NLFI in samenspraak met ABN AMRO een toewijzing voorgesteld. De minister van Financiën heeft deze goedgekeurd.

Zoals in de Kamerbrief van mei staat, is rekening gehouden met de voorkeur voor langetermijnbeleggers. Zonder de rol van kortetermijnbeleggers tekort te doen. Langetermijnaandeelhouders kunnen vooral bijdragen aan de stabiliteit van de onderneming. Terwijl kortetermijnaandeelhouders vooral kunnen bijdragen aan de liquiditeit van het aandeel. Er wordt gestreefd naar een balans tussen korte- en langetermijninvesteerders.

De toewijzing aan particuliere beleggers is 10%. De vraag was toch veel groter?

De belangstelling van particulieren was inderdaad groot. Vooraf is vastgelegd dat iedere particuliere belegger die inschreef voor 250 certificaten, deze ook toegewezen zou krijgen. Dit is gebeurd. Het ging hier om ongeveer de helft van het totaal aantal particuliere beleggers. De andere helft van de particulieren schreef in voor meer certificaten. Voor hen geldt dat zij in ieder geval ook die 250 krijgen. En dat de rest van de 10% naar rato onder hen wordt verdeeld, op basis van hun vraag.

De staat heeft niet meer 100% van de aandelen in ABN AMRO. Wat gaat er nu veranderen aan de rol van de staat als aandeelhouder?

De invulling van het aandeelhouderschap zal niet veranderen. De dynamiek verandert wel, doordat er meerdere partijen een belang in ABN AMRO hebben. Zolang de staat nog 1/3 van de aandelen heeft, kan de staat nog wel zaken tegenhouden. Bijvoorbeeld besluiten over belangrijke veranderingen van de identiteit of het karakter van de vennootschap.