Aanpak leerlingendaling

Scholen moeten sluiten als zij te weinig leerlingen hebben. Dit kan ertoe leiden dat ouders en kinderen minder te kiezen hebben. Om het onderwijsaanbod gevarieerd, bereikbaar en van goede kwaliteit te houden, neemt de Rijksoverheid verschillende maatregelen.

Gevolgen leerlingendaling

Een dalend aantal leerlingen is om verschillende redenen een probleem voor scholen, onderwijspersoneel, ouders en leerlingen:

  • Minder geld voor scholen
    Scholen krijgen minder inkomsten als het aantal leerlingen daalt. Het aantal leerlingen bepaalt het schoolbudget. Er is een minimum aan het aantal leerlingen op een school (opheffingsnorm). Heeft een school 3 jaar op rij minder leerlingen dan de opheffingsnorm? Dan krijgen scholen geen geld meer van de overheid. De school moet dan sluiten.
  • Slechtere onderwijskwaliteit voor leerlingen
    De kwaliteit van het onderwijs staat soms onder druk door leerlingendaling. Bijvoorbeeld als er te weinig onderwijsvormen en leraren zijn door het dalend aantal leerlingen. Het onderwijs moet dan anders. Of een school moet sluiten.
  • Minder scholen in de buurt voor leerlingen
    Met minder leerlingen zijn minder lokalen nodig. De kosten voor huisvesting van scholen zijn dan soms te hoog. Scholen moeten dan afspraken met de gemeente maken. Bijvoorbeeld over het teruggeven van de ruimtes of vinden van een andere bestemming. Het gevolg is minder scholen in de regio. Dit kan leiden tot te lange reistijden voor leerlingen.
  • Minder profielkeuze voor leerlingen in het vmbo
    Scholen met vmbo-opleidingen moeten sommige opleidingsrichtingen (schoolprofielen)  sluiten doordat er steeds minder leerlingen zijn. Hiermee vermindert het onderwijsaanbod en daarmee ook de opleidingskeuze voor leerlingen. Schoolbesturen proberen dit op te vangen door samen te werken.

Aanpak leerlingendaling: samenwerking tussen scholen

  • Regionale samenwerking
    Schoolbesturen en gemeenten werken samen om goed onderwijs in de buurt te blijven bieden. Scholen kunnen in de regio naar oplossingen zoeken. Bijvoorbeeld gezamenlijk een vmbo-profiel aanbieden of vmbo-profielen verdelen. 40 regio’s met een aanzienlijke leerlingendaling hebben voor de periode tot en met 2025 subsidie gekregen om de gevolgen van leerlingendaling tegen te gaan.
  • Fuseren van scholen
    Soms is een fusie van scholen nodig. Bijvoorbeeld als de kwaliteit van het onderwijs lijdt onder de gevolgen van leerlingendaling. 
  • 50% regel: uitbesteden van leerlingen
    Scholen in het voortgezet onderwijs in krimpgebieden kunnen profielen of sectoren gezamenlijk aanbieden. Zo blijft het onderwijsaanbod goed verspreid. Met de 50%-regeling voortgezet onderwijs mogen leerlingen maximaal de helft van hun opleiding op een andere school volgen. Dit geldt voor het vmbo, havo en vwo. Een voorwaarde is dat deze scholen ook zelf nog onderwijs in de bovenbouw blijven aanbieden (minimaal 1 sector/profiel).
  • Geïsoleerde scholentoeslag in het voorgezet onderwijs
    Sinds 2022 krijgen scholen die geen andere scholen met hetzelfde onderwijs in de buurt hebben (binnen 8 kilometer) extra geld van de overheid.
  • Kleinescholentoeslag voor basisscholen
    Op kleinere basisscholen zijn de kosten per leerling in verhouding hoog. Scholen die kleiner zijn dan 145 leerlingen krijgen daarom een extra bijdrage. Dit heet de kleinescholentoeslag. Wanneer de school meerjarig onder de opheffingsnorm komt, moet deze sluiten. Behalve als het de enige school in de regio is.
  • School open houden als samenwerkingsschool
    Als een bijzondere school en openbare school fuseren ontstaat er een  samenwerkingsschool. Er blijft dan 1 school bestaan. Op een samenwerkingsschool wordt bijzonder en openbaar onderwijs aangeboden.

Opheffingsnorm voor scholen

Er geldt een opheffingsnorm voor scholen. Dat is een minimum aan het aantal leerlingen op een school. Komt de school hieronder, dan zal deze in de meeste gevallen moeten sluiten.

Ondersteuning overheid

De overheid biedt hulp aan scholen die te maken krijgen met leerlingendaling. Scholen kunnen hulp, advies en in bijzondere gevallen financiële ondersteuning krijgen. Hiervoor kunnen ze terecht bij de regiocoördinatoren leerlingendaling via LLD@minocw.nl.
De regiocoördinatoren kunnen, in sommige gevallen, ook voor externe procesbegeleiding zorgen.