Gemeenten en maatschappelijke organisaties bereiken meer kinderen in armoede

Gemeenten hebben de afgelopen jaren meer kinderen bereikt met hun beleid om kinderarmoede terug te dringen. Dit blijkt uit onderzoek dat minister Koolmees vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Gemeenten zouden nog meer kunnen doen om kinderen te ondersteunen die opgroeien in arme gezinnen met werkende ouders.

Eén op de dertien kinderen in Nederland groeit op in armoede (CBS, 2020). Opgroeien in een gezin met geldzorgen belemmert de ontwikkeling van kinderen en zorgt ervoor dat zij hun talenten veelal niet optimaal kunnen benutten. Het kabinet heeft hier aandacht voor. Het stelt sinds 2017 structureel extra geld ter beschikking aan gemeenten en maatschappelijke organisaties voor de aanpak van kinderarmoede. Ook heeft het bij aanvang van de afgelopen kabinetsperiode met de VNG de ambitie uitgesproken om ieder kind dat opgroeit in een gezin met een laag inkomen te bereiken met het gemeentelijk armoedebeleid. In 2019 heeft het kabinet aanvullende ambities geformuleerd. Zo wil het breder inzicht krijgen in de structurele oorzaken van kinderarmoede en het aantal huishoudens met een laag inkomen laten dalen de komende jaren.

Betere ondersteuning

Uit onderzoek van I&O Research blijkt dat gemeenten meer prioriteit geven aan hun kinderarmoedebeleid. Het aantal kinderen in armoede dat zij bereiken is bovendien sterk gestegen, van 43% in 2017 naar 81% in 2020. De 4 landelijke armoedepartijen, Leergeld Nederland, Nationaal Fonds Kinderhulp, Stichting Jarige Job en Jeugdfonds Sport & Cultuur hebben bijgedragen aan het vergroten van het bereik en hebben gezorgd voor betere ondersteuning. Deze organisaties zijn verenigd in Sam& en werken nauw samen met gemeenten. Verbeterpunten liggen onder andere bij het bereiken van kinderen waarvan de ouders werken. Daarnaast vinden gemeenten het lastig om kinderen actief te betrekken bij het maken van nieuw beleid op het gebied van kinderarmoede.

Een onderzoek van De Beleidsonderzoekers naar de gevolgen voor kinderen van armoede, laat zien dat leven met structurele geldzorgen een negatieve impact heeft op veel verschillende terreinen, zoals school, veiligheid en de woonomgeving. Bij de ondersteuning van kinderen en gezinnen is meer samenhang nodig tussen deze terreinen. Hier ligt volgens de onderzoekers een taak voor de Rijksoverheid. Ook adviseren zij om meer te investeren in het opleiden van professionals en ervaringsdeskundigen. Minister Koolmees kondigt in zijn brief extra ondersteuning aan voor het opleiden en inzetten van deze ervaringswerkers. Ook heeft hij het voornemen om de Alliantie Kinderarmoede financieel te ondersteunen en de subsidie aan de partijen verenigd in Sam& te verlengen tot eind 2022.

Begin volgend jaar zal het kabinet rapporteren over het aantal huishoudens dat te maken heeft met een laag inkomen.