Rol van de overheid bij staatsdeelnemingen

De staat draagt als aandeelhouder bij aan de bescherming van de maatschappelijke belangen van staatsdeelnemingen. Ook let de overheid erop dat de staatsdeelneming het maatschappelijke vermogen of kapitaal op een verantwoorde manier beheert.

Staat kan als aandeelhouder invloed uitoefenen

De betrokkenheid van de staat bij de staatsdeelneming komt voort uit het bezit van (een deel van) de aandelen. Aan deze aandelen zijn zeggenschapsrechten verbonden; de aandeelhouder mag tijdens de algemene vergadering van de onderneming zijn stem uitbrengen. Zo kan de staat als aandeelhouder invloed uitoefenen op de toekomstplannen van het bedrijf. De zeggenschap vindt zijn oorsprong in het vennootschapsrecht (boek 2 Burgerlijk Wetboek). Hierin staat beschreven dat aandeelhouders niet gaan over de dagelijkse bedrijfsvoering van deze ondernemingen. Dat geldt dus ook voor de staat als aandeelhouder. De kennis ligt bij de deelneming en moet ook daar worden gebruikt. De aandeelhouder staat daarom bewust op afstand van de onderneming. Dat betekent dat de aandeelhouder en ook het parlement zich moeten houden aan de regels en afspraken van het vennootschapsrecht.

De staat richt zich bij de uitoefening van zijn bevoegdheden op de volgende onderwerpen: