Vervroegde vrijlating van gevangenen

De minister voor Rechtsbescherming kan straffen en maatregelen die de strafrechter heeft opgelegd kwijtschelden. Ook kan de minister een straf of maatregel veranderen of verminderen. Dit heet gratie verlenen. Daarnaast kunnen veroordeelden onder bepaalde voorwaarden vrijkomen door de voorwaardelijke invrijheidstelling.

Gratie bij wijziging persoonlijke situatie veroordeelde

Gratie is alleen mogelijk als een nieuwe situatie zich voordoet bij een veroordeelde. Bijvoorbeeld een verslechterende gezondheid. De Dienst Justis neemt gratieverzoeken in behandeling.

De volgende personen kunnen gratie aanvragen:

  • veroordeelden;
  • hun advocaat;
  • reclasseringsambtenaar;
  • familieleden.

Voorwaardelijke invrijheidstelling

Gedetineerden met een celstraf kunnen onder voorwaarden eerder vrijkomen. Ze kunnen maximaal 2 jaar eerder vrijkomen dan de straf die ze hebben gekregen. De zogenoemde periode van voorwaardelijke invrijheidstelling bedraagt dus maximaal 2 jaar. 

Alleen voorwaardelijk vrij als gedetineerde dit verdient

Gedetineerden komen niet vanzelfsprekend voorwaardelijk vrij. Ze moeten eerst laten zien dat ze de vrijheid buiten de gevangenis verdienen. Het Openbaar Ministerie (OM) beslist of de gedetineerde voorwaardelijk in vrijheid kan worden gesteld. Dit hangt af van:

  • het gedrag van de gedetineerde tijdens detentie;
  • de risico’s van vrijlating;
  • de belangen van de slachtoffers, nabestaanden en andere relevante personen.

Voorwaardelijke invrijheidstelling bij straffen opgelegd voor 1 juli 2021

Voor gedetineerden met straffen die zijn opgelegd voor 1 juli 2021 gelden andere regels voor voorwaardelijke invrijheidsstelling (vi). Die gelden voor:

  • straffen die zijn opgelegd vóór 1 juli 2021; 
  • straffen waarvan een deel voor 1 juli 2021 is opgelegd, en een ander deel na die datum.

Proeftijd: gedetineerde mag niet opnieuw fout in gaan

Tijdens de proeftijd van de voorwaardelijke invrijheidstelling mogen gedetineerden niet opnieuw een strafbaar feit plegen. Doen zij dat wel, dan kan het OM de voorwaardelijke invrijheidstelling terugdraaien.

De proeftijd gaat in op de dag van de voorwaardelijke invrijheidstelling. De proeftijd duurt net zolang als het restant van de straf. Behalve als het restant minder is dan 1 jaar, dan geldt een minimum van 1 jaar. In bijzondere gevallen bepaalt het OM de duur van de proeftijd.

Reclassering houdt toezicht op gedetineerden in proeftijd

De reclassering controleert of de veroordeelden zich aan de voorwaarden houden en helpt hen. De volgende organisaties vormen de reclassering:

Gemeenten ondersteunen (ex-)gedetineerden

Gemeenten krijgen een melding over de aanstaande terugkeer of het verlof van een (ex-)gedetineerde. Dit gebeurt via het systeem Bestuurlijke Informatievoorziening Justitiabelen (BIJ)

De gemeentelijk coördinator Nazorg ondersteunt (ex-) gedetineerden bij hun terugkeer naar de samenleving. Bijvoorbeeld met huisvesting en oplossen van financiële problemen.

Zware criminelen langer onder toezicht

Zware gewelds- en zedendelinquenten die voorwaardelijk vrij komen, blijven langer onder intensief toezicht te staan. De rechter kan bijvoorbeeld iemand voor langere tijd een alcoholverbod geven. Of een zedendelinquent verbieden om bepaalde soorten vrijwilligerswerk te doen.

Dit staat in de Wet langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking.