Toezichthouder tegen kinderporno en terroristisch materiaal online

Er komt een toezichthouder in de bestrijding van kinderpornografisch en terroristisch (beeld)materiaal op het internet. Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid werkt al langer aan een bestuursrechtelijke aanpak van foute en lakse internetbedrijven die niet snel genoeg beeldmateriaal van seksueel kindermisbruik van hun servers verwijderen, nadat ze een melding hierover hebben gekregen. Ten aanzien van online terroristisch materiaal moet Nederland op grond van een EU-verordening een autoriteit inrichten dat terroristisch materiaal op het openbare internet bestrijdt.

Dat schrijft minister Grapperhaus vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. De minister wil dat de nieuwe autoriteit een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) wordt, zodat deze onafhankelijk kan opereren. De onafhankelijkheid is voor hem doorslaggevend, omdat de aanpak van online kinderpornografisch beeldmateriaal en het bestrijden van terroristisch materiaal rechtstreeks raakt aan de vrijheid van meningsuiting. Over de inrichting van een ZBO zijn afspraken gemaakt met de staatsecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Voor de twee verschillende taken van deze nieuwe toezichthouder – aanpak online kinderporno en de bestrijding van terroristische materiaal – worden aparte wetten opgesteld en voorgelegd aan de Tweede Kamer. Ten aanzien van de bestrijding van online terroristisch materiaal is een EU-verordening nog in onderhandeling, zoals met de Kamer besproken.

Aanpak online kinderporno  

De voorbereiding van een wet voor toezicht op de bestrijding van kinderpornografisch materiaal op internet zit in de eindfase en een wetsvoorstel kan naar verwachting in januari 2021 in consultatie. Volgens deze wet kan de autoriteit straks toezien of internetbedrijven zich voldoende houden aan afspraken, die met de Nederlandse ICT-sector zijn gemaakt om internet op te schonen van beeldmateriaal van seksueel kindermisbruik. In 2018 is minister Grapperhaus de samenwerking aangegaan met de sector in het bestrijden van online kindermisbruik. Door deze publiek-private samenwerking kunnen de politie en het Openbaar Ministerie (OM) meer de focus leggen op het stoppen van acute misbruiksituaties door daders op te sporen en te vervolgen.

Uit een monitor van de Technische Universiteit Delft blijkt dat de meeste internetbedrijven meewerken en zich committeren aan de afgesproken 24-uurs norm voor het verwijderen van kinderpornografisch materiaal van hun servers na een melding daarover. Om te helpen bij het opschonen van hun servers, is de HashCheckService gebouwd. Hiermee kunnen internetbedrijven zelf proactief kinderporno detecteren op hun eigen servers om daarna direct te verwijderen. Maar er zijn zorgen over een aantal bedrijven die onvoldoende opschonen.

De monitor, zoals door de Technische Universiteit Delft opgezet, krijgt daarom een structureel karakter met periodieke rapportages. In de bestuursrechtelijke aanpak zullen foute en lakse internetbedrijven in Nederland straks dwangsommen en boetes krijgen als zij niet snel genoeg opvolging geven aan een melding van online kinderporno. De sancties kunnen bij herhaalde overtredingen oplopen. Ook wordt bekeken of de toezichthouder preventieve maatregelen kan afdwingen bij internetbedrijven om verspreiding van kinderporno online in de kiem te smoren.

 ,,De meeste ICT-bedrijven verwijderen kinderporno snel, maar de rest moet dat ook gaan doen. Ze moeten dit regelen en simpelweg als onderdeel van hun eigen bedrijfsvoering zien. Internetbedrijven moeten ervan doordrongen zijn dat ze een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben om kinderen online te beschermen tegen misbruik. Eigenlijk hebben bedrijven die kinderporno niet snel van eigen servers kunnen verwijderen geen bestaansrecht in Nederland’’, aldus Grapperhaus.