Nieuw beoordelingskader voor restitutieverzoeken roofkunst uit Tweede Wereldoorlog

In het advies van de commissie-Kohnstamm en de Raad voor Cultuur over de evaluatie van het restitutiebeleid van nazi-roofkunst, pleit de commissie-Kohnstamm onder meer voor een aangepast beoordelingskader voor teruggave. Minister Van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap neemt deze aanbevelingen over. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn in Europa op grote schaal cultuurgoederen van veelal Joodse eigenaren geroofd. Het restitutiebeleid biedt oorspronkelijke eigenaren en hun erfgenamen de mogelijkheid cultuurgoederen terug te krijgen, die zij door het naziregime onvrijwillig hebben verloren. Sinds 2001 kunnen verzoeken tot restitutie worden voorgelegd aan de onafhankelijke Restitutiecommissie.

Minister Van Engelshoven: β€œEen zorgvuldige en rechtvaardige omgang met verzoeken tot restitutie is essentieel, want restitutie is meer dan alleen de teruggave van een cultuurgoed. Het is de erkenning van het onrecht dat de oorspronkelijke eigenaren is aangedaan en een bijdrage aan het herstel van dit onrecht. De commissie-Kohnstamm adviseert daarom onder meer een aanpassing van het beoordelingskader en de werkwijze bij restitutieverzoeken. Ik vind het heel belangrijk dat verzoekers zo snel mogelijk duidelijkheid krijgen over hoe hun verzoek wordt beoordeeld.”

Nieuw beoordelingskader

In het nieuwe beoordelingskader vindt geen belangenafweging (tussen bijvoorbeeld de huidige eigenaar van de cultuurgoederen, zoals musea, en de verzoeker) meer plaats bij de beantwoording van de vraag of er rechtsherstel moet plaatsvinden. De Restitutiecommissie zal blijven beoordelen of het oorspronkelijk eigendom en het onvrijwillig bezitsverlies van het verzochte cultuurgoed kan worden vastgesteld. Als dat zo is, dan moet rechtsherstel plaatsvinden.

Wel kan een huidige bezitter een beroep doen op verwerving te goeder trouw – bij verwerving van het cultuurgoed was in dat geval niet bekend dat het om roofkunst ging. Dit mag echter in geen geval tot een volledige afwijzing van het restitutieverzoek leiden. De Nederlandse Staat zal nooit een beroep doen op verwerving te goeder trouw, omdat de Staat streeft naar een zo goed mogelijk herstel van het ongekende historische onrecht.

Als partijen het wensen, kan het nieuwe beoordelingskader worden toegepast op verzoeken die nu in behandeling zijn, en onder bepaalde omstandigheden op verzoeken waarover eerder besloten is.

De commissie-Kohnstamm adviseert verder aanvullend onderzoek naar de herkomst van mogelijke roofkunst, de basis van het restitutiebeleid, en actieve communicatie over het restitutiebeleid. Het ministerie van OCW bekijkt op welke wijze voortvarend uitvoering kan worden gegeven aan deze aanbevelingen van de commissie. Voor de zomer volgt hierover een brief aan de Tweede Kamer.