Aanbiedingsspeech Miljoenennota 2021 door minister Hoekstra

Toespraak van minister Hoekstra (Financiën) bij de aanbieding van de Miljoenennota 2021 aan de Tweede Kamer op 15 september 2020 in Den Haag.


Mevrouw de voorzitter,

29 december 1696. Na een reis vol scheurbuik en andere ontberingen komen Willem de Vlamingh en zijn bemanning aan land.

Zij noemen het Nova Hollandia. Het gebied dat nu Australië is.

Ter hoogte van het huidige Perth varen ze een riviermonding in. Tegen de zon in, zien ze het niet meteen goed. De vogels hier hebben net zo’n lange, golvende hals als de vogels thuis. Maar toch zijn ze anders. Het zijn zwanen, en de zwanen zijn zwart.

Dat is moeilijk te bevatten, als je er altijd van uit bent gegaan dat zwanen wit zijn. De zwarte zwaan was er natuurlijk altijd al, maar niet voor mensen die alleen maar witte zwanen hebben gezien.

Zaken kunnen onverwacht anders zijn, dan je verwacht. Je weet tenslotte niet, wat je niet weet.

Ruim 3 eeuwen nadat de 1e Nederlanders zwarte zwanen zagen, gebruikte de Libanees-Amerikaanse zakenman en wetenschapper Nassim Taleb het verhaal uit Nova Hollandia voor zijn economische theorie.

Het verhaal van de Zwarte Zwaan, het verhaal van de unknown, unknowns, gaat over hoogst onwaarschijnlijke gebeurtenissen. Eigenlijk kan het niet, maar het gebeurt toch:

Een Zwarte Zwaan laat zich door geen enkel economisch model voorspellen.

Een Zwarte Zwaan komt volslagen onverwacht aanvliegen.

En, een Zwarte Zwaan heeft over het algemeen een ontwrichtend effect op de samenleving.

Die ontwrichting is er dit jaar. Die ontwrichting is er volgend jaar. En als het tegenzit, is die ontwrichting er de jaren daarna ook nog.

Taleb zelf noemde corona overigens geen Zwarte Zwaan. Hij waarschuwde in januari al voor deze crisis. Dus laat ik voor mezelf spreken: ik zag dit in januari nog NIET aankomen, en vermoedelijk was ik niet de enige.

We zijn nu driekwart jaar verder, en de schade is groot.   Veel mensen zijn overleden of ziek geworden.

Onze kinderen mochten niet naar school. Familie en vrienden in verzorgingstehuizen konden we niet bezoeken.

Veel van wat vanzelfsprekend was, verdween. Theaters en musea sloten hun deuren, sportwedstrijden gingen niet door. Cafés en restaurants moesten dicht, straatfeesten en festivals werden afgelast.

Veel maatregelen zijn inmiddels versoepeld, maar anderen gelden tot op de dag van vandaag.

En dat maakt deze dag ook zo anders dan anders.

Ook economisch is de wereld totaal veranderd. Het lijkt een eeuwigheid geleden, maar in februari van dit jaar groeide de economie voor het 23e kwartaal op rij, een groei van bijna 6 jaar lang. In Nederland waren meer mensen aan het werk dan ooit.  

NU hebben we te maken met de sterkste economische krimp sinds de Tweede Wereldoorlog. We hebben inmiddels voor tientallen miljarden aan noodmaatregelen genomen, en er zijn tientallen miljarden aan beoogde inkomsten verdampt. 

En voor een belangrijk deel moet de klap nog komen.

  • Volgend jaar loopt de werkloosheid op;
  • gaan er meer bedrijven failliet;
  • en krijgen de overheidsfinanciën het zwaar te verduren.

Voor een aantal sectoren is het perspectief bovendien somber, zeker op de korte termijn: denk aan het toerisme, de luchtvaart, en grote delen van de horeca.

Mevrouw de voorzitter,

En tóch is er reden, juist nu, om met enig vertrouwen naar de toekomst te kijken.

Ja, we gaan door een diep dal. Maar onze economische fundamenten zijn sterk, en de overheidsfinanciën zijn goed op orde. We klimmen uit het dal en zorgen voor perspectief.

We zetten daarom alles op alles om er voor te zorgen dat de schade voor burgers en bedrijven beperkt blijft.

We moeten als overheid vertrouwen bieden en de stabiele factor zijn.

Daarom:

  • Zetten we in op banen voor nu;
  • blijven we bestaande afspraken nakomen;
  • en werken we aan de toekomst.

Ten 1e, voor wat betreft de banen van nu:  

We verlengen het steunpakket bewust tot volgende zomer. Dat zorgt voor een langere periode van duidelijkheid voor werknemers, zelfstandigen en ondernemers juist in deze verder onzekere tijd.

Het kabinet ondersteunt daarnaast mensen die, al dan niet noodgedwongen, het roer omgooien.

In de nieuwe economische realiteit zullen mensen op nieuwe plekken werk vinden.

Er is geld voor het aanpassen van bedrijven of voor omscholing.

En als het niet goed gaat, is er geld om schulden en armoede zoveel mogelijk te voorkomen.

We vragen om aanpassingsvermogen, maar we bieden ook een helpende hand. 

Op de 2e plaats, blijven we eerder gemaakte afspraken nakomen. Daarom gaan we door met investeren in de samenleving.

De begroting 2021 is meer dan herstellen van de coronacrisis. Het klimaatakkoord wordt uitgevoerd, het pensioenakkoord ook. De extra investeringen in het onderwijs uit het regeerakkoord blijven overeind. Net als de lastenverlichting die we vorig jaar afspraken.

En we blijven investeren:

  • Er komt structureel 150 miljoen euro extra voor het bestrijden van ondermijnende criminaliteit.
  • Er is extra budget voor het tegengaan van CO2-uitstoot en stikstofneerslag.
  • Daardoor kunnen we extra woningen bouwen. Daar trekken we ook bijna 300 miljoen euro voor uit.

En op de 3e plaats, om de crisis van nu het hoofd te bieden, werken we aan de toekomst. We investeren niet alleen voor de korte, maar ook voor de middellange en de lange termijn. Zodat ook volgende generaties in welvaart kunnen leven.

Daarom gaan we aan de slag met dát wat kwetsbaar is. Zoals de grote hoeveelheid flexbanen in Nederland. We bouwen gefaseerd de zelfstandigenaftrek af, maar we nemen daar bewust wel de tijd voor. We gaan ook door met het vergroenen van het belastingstelsel.

En we komen met het Nationaal Groeifonds. Hier maken we 20 miljard euro voor vrij. Daarmee investeren we in die onderwerpen waar experts in binnen – en buitenland al jaren van zeggen dat Nederland er te weinig aan doet: kennisontwikkeling, innovatie, research & development en infrastructuur.

Met als doel om er voor te zorgen dat ons verdienvermogen ook voor de langere termijn op peil blijft.

Mevrouw de voorzitter,

We hebben een lastige fase achter ons,

En we hebben een lastige fase voor de boeg. Maar toch kijk ik met enig optimisme de toekomst in. Natuurlijk, dit is geen normale begroting. Normaal gaat het over veranderingen met percentages achter de komma. Nu is dat anders.

Bovendien is de kans groot dat al die getallen in de Miljoenennota, al die getallen in het koffertje, straks toch weer anders zijn.   

Het blijft sturen in de mist. Maar we doen wat nodig is, door ons voor te bereiden op die toekomst.

In een heruitgave van zijn boek heeft Taleb een hoofdstuk toegevoegd, een essay. Een verhaal over robuustheid. Dat spreekt mij zeer aan. Dat is namelijk precies waar we aan werken.

Met een robuuste begroting, werken we aan de toekomst van Nederland. We werken aan de veerkracht van ons land.  Je weet tenslotte niet wat je niet weet, maar je kunt je er wel op voorbereiden.

Een begroting met economische maatregelen,  een begroting met cijfers en getallen; zo’n begroting haalt natuurlijk het verdriet niet weg bij mensen die dierbaren hebben verloren.

Maar deze begroting bereidt ons wel zo goed mogelijk voor op nieuwe zwanen die kunnen overvliegen.

Welke kleur ze ook hebben.

Dank u wel.